7
NL
Inleiding
Plaats en functie van de bedieningsorganen
Uitleesvenster
1
Afstemindicator (TUNE)
(16, 18)
Deze licht op wanneer er
op een zender is
afgestemd.
2
Batterij-indicator (9)
3
Toetsblokkeerindicator
(HOLD) (32)
Deze licht op wanneer de
HOLD toetsbeveiliging is
ingeschakeld. Alle
toetsen zijn dan
geblokkeerd.
4
Zomertijd-indicator
(12)
Deze licht op wanneer de
zomertijd wordt
aangegeven.
5
Zendernummer/
tijdverschil-aanduiding
(PRESET/TIME ZONE)
(11, 22, 23)
6
Synchroondetectie-
aanduiding
(SYNCLOCK) (27)
Deze licht op wanneer de
synchroon-detectie is
ingeschakeld.
7
Sluimerfunctie-
aanduiding (SLEEP) (31)
Deze licht op wanneer de
sluimerfunctie is
ingeschakeld.
8
Wekfunctie-
aanduidingen
(STANDBY
,
STANDBY
)
(28, 29, 30)
Deze licht (en) op
wanneer de schakelklok
is ingesteld.
9
Geheugenpagina-
aanduiding (PAGE)
Deze wordt voortdurend
aangegeven terwijl de
radio speelt.
0
Tijd/afstemfrequentie-
aanduiding