20
*1
Als het apparaat is uitgeschakeld.
*2
Als FM wordt ontvangen.
*3
Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT".
Optionele apparaten gebruiken
Randapparatuur voor audio
Door een optioneel draagbaar audioapparaat aan
te sluiten op de AUX-ingang (stereo mini-
aansluiting) op het apparaat en vervolgens de
bron te selecteren, kunt u het audioapparaat
beluisteren via de autoluidsprekers. Het volume
kan worden aangepast voor elk verschil tussen
het apparaat en het draagbare audioapparaat.
Volg de onderstaande procedure:
Een draagbaar audioapparaat
aansluiten
1
Schakel het draagbare audioapparaat uit.
2
Verlaag het volume op het apparaat.
3
Sluit het draagbare audioapparaat aan.
*
Gebruik een rechte stekker.
Het volume aanpassen
Pas het volume voor elk aangesloten
audioapparaat aan voordat u het afspelen start.
1
Verlaag het volume op het apparaat.
2
Druk herhaaldelijk op
(SOURCE/OFF)
tot
"AUX" wordt weergegeven.
Vervolgens wordt "AUX FRONT IN"
weergegeven.
3
Start het afspelen op het draagbare
audioapparaat met een normaal volume.
4
Stel uw gebruikelijke luistervolume in op het
apparaat.
5
Pas het ingangsniveau aan (pagina 18).
REG
*
2
(regionaal)
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
"ON", "OFF" (pagina 13).
ZAP.TIME
(Zappin-tijd)
De afspeeltijd voor de ZAPPIN-functie
selecteren.
– "ZAP.TIME-1 (ongeveer 6 seconden),"
"ZAP.TIME-2 (ongeveer 15 seconden),"
"ZAP.TIME-3 (ongeveer 30 seconden)."
LPF
*
3
(laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: "OFF", "80Hz", "100Hz", "120Hz",
"140Hz", "160Hz".
SUB
*
3
(fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: "NORM",
"REV".
HPF
(hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: "OFF", "80Hz",
"100Hz", "120Hz", "140Hz", "160Hz".
LOUD
(loudness)
Hoge en lage tonen versterken voor helder
geluid bij lagere volumeniveaus: "ON", "OFF".
DM+
De DM+-functie inschakelen: "ON", "OFF".
BTM
Verbindingskabel
*
(niet bijgeleverd)