18
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening
U kunt een iPod die is aangesloten op de
dockconnector rechtstreeks bedienen.
1
Houd tijdens het afspelen
(MODE)
ingedrukt.
"MODE IPOD" wordt weergegeven en u kunt
de iPod rechtstreeks bedienen.
Het schermitem wijzigen
Druk op
(DSPL)
.
De schermitems worden als volgt gewijzigd:
Tracknaam
t
Artiestennaam
t
Albumnaam
t
MODE IPOD
t
Klok
De passagiersbediening uitschakelen
Houd
(MODE)
ingedrukt.
"MODE AUDIO" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in
"RESUMING".
Opmerkingen
•
Het volume kan alleen worden aangepast op het
apparaat.
•
Als deze modus wordt geannuleerd, wordt de
instelling voor herhalen uitgeschakeld.
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
Druk herhaaldelijk op de selectietoets
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
3
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
EQ3
Een equalizercurve selecteren uit
7 muziektypen.
LOW
*
1
, MID
*
1
, HI
*
1
BAL
(balans)
De geluidsbalans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen.
FAD
(fader)
Het relatieve geluidsniveau tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen.
SUB
*
2
(subwoofervolume)
Het volume van de subwoofer aanpassen.
AUX
*
3
(AUX-niveau)
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
*1
Als EQ3 is ingeschakeld.
*2
Als de audio-uitvoer is ingesteld op "SUB-OUT"
(pagina 19).
*3
Als de AUX-bron is geactiveerd.