23
De geluidskarakteristieken
wijzigen
U kunt de balans, de fader, het laagdoorlaatfilter
en het subwoofervolume regelen.
1
Druk herhaaldelijk op
(SEL)
tot "BAL",
"FAD", "LPF" of "SUB" verschijnt.
Als u op
(SEL)
drukt, wordt het item als
volgt gewijzigd:
LOW
*
1
t
MID
*
1
t
HI
*
1
t
BAL (links-rechts)
t
FAD (voor-achter)
t
LPF (laagdoorlaatfilter)
*
2
*
3
t
SUB (subwoofervolume)
*
2
*
4
*1
Als EQ3 is ingeschakeld (pagina 24).
*2
Als "SUB" is geselecteerd (pagina 23).
*3
De kantelfrequentie kan worden aangepast,
waarbij u kunt kiezen uit 78 Hz, 125 Hz en OFF.
*4
Het volume kan in stappen worden ingesteld op
een waarde tussen –10 en +10. Onder –10
wordt "ATT" weergegeven.
2
Druk op de volum/– om het
geselecteerde item aan te passen.
Opmerking
Pas het item aan binnen 3 seconden nadat u het hebt
geselecteerd.
Het geluid snel dempen
Druk op
(ATT)
.
Nadat "ATT-ON" tijdelijk is weergegeven,
verschijnt "ATT" in het display.
Druk nogmaals op
(ATT)
om het vorige volume
te herstellen.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon is
aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een telefoongesprek
binnenkomt (Telephone ATT-functie).
Instellingen voor het geluid
en het display wijzigen
De volgende instellingen zijn mogelijk:
• REAR/SUB*
1
— om te schakelen tussen
audio-uitvoer via REAR of SUB.
– Selecteer "REAR" om het geluid via een
versterker weer te geven.
– Selecteer "SUB" om het geluid via een
subwoofer weer te geven.
• CT (kloktijd) (pagina 20)
• A.SCRL (Auto Scroll)*
2
• M.DSPL (Motion Display) — de bewegende
weergave in- of uitschakelen.
– Selecteer "ON" om de bewegende weergave
in te schakelen. Het bewegende patroon
wordt op het scherm weergegeven.
– Selecteer "OFF" om de bewegende weergave
uit te schakelen.
• DEMO*
1
— om de demonstratieweergave in of
uit te schakelen.
– Selecteer "ON" om de demonstratieweergave
in te schakelen. De demonstratie begint
ongeveer 10 seconden nadat het apparaat is
uitgeschakeld.
– Selecteer "OFF" om de
demonstratieweergave uit te schakelen.
• BEEP*
3
— de pieptoon in- of uitschakelen.
• DIM — om de helderheid van het display te
wijzigen.
– Selecteer "ON" om het display te dimmen.
– Selecteer "OFF" om de dimmer uit te
schakelen.
Schakelen tussen REAR/SUB
*
1
Druk op
(SEL)
en druk op de
(REAR) of – (SUB) toets.
Na 3 seconden keert het display terug naar de
normale weergavestand.
vervolg op volgende pagina
t