21
Andere functies
U kunt het apparaat (en los verkrijgbare CD/MD-
apparatuur) ook bedienen met een
bedieningssatelliet
(los verkrijgbaar)
.
De bedieningssatelliet
gebruiken
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van de
manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/of
draairegelaars.
Drukken op knoppen
Aan de regelaar draaien
Draaien en loslaten om:
– Tracks over te slaan.
Als u tracks wilt blijven overslaan, draait u
de regelaar één keer. Vervolgens draait u
binnen 2 seconden de regelaar nogmaals en
houdt u deze vast.
– Automatisch af te stemmen op een zender.
Draaien, vasthouden en loslaten om:
– Snel vooruit/achteruit naar een track te
gaan.
– Handmatig een zender te zoeken.
SEL
DSPL
MODE
SEL
DSPL
MODE
OFF
(ATT)
(SEL)
(SOURCE)
(DSPL)
(MODE)
(OFF)
Draai aan de VOL regelaar
om het volume te regelen.
Druk op
Om
(SOURCE)
De bron wijzigen
(Radio/CD/MD*
1
)/Aan
(MODE)
Van bediening te veranderen
(Radioband/CD-apparaat*
1
/
MD-apparaat*
1
)
(ATT)
Het geluid dempen
(OFF)
*
2
De weergave of radio-
ontvangst te stoppen/
het apparaat uit te zetten
(SEL)
Aan te passen en te
selecteren
(DSPL)
Het display-item wijzigen
vervolg op volgende pagina
t
SEEK/AMS
regelaar