101
100
DE FUNCTIETOETSEN
OP DE AFSTANDSBEDIENING
•
Let op:
Het apparaat kan alleen met de
afstandsbediening worden bediend als
de afstandsbediening op het apparaat
is aangesloten en geactiveerd zoals is
beschreven in het hoofdstuk "Afstands-
bediening voorbereiden op gebruik".
•
Als u een van de toetsen van de
afstandsbediening slechts eenmaal kort
aanraakt, kunt u de actuele kamertem-
peratuur zien.
A Aan/uit-knop
Als de ventilator is aangesloten op het elektriciteitsnet, kan hij met deze knop
op de afstandsbediening of op de motorbehuizing worden in- en uitgeschakeld.
Om in te schakelen, drukt u tweemaal kort op de aan/uit-knop van de afstands-
bediening, de huidige kamertemperatuur en de huidige instelling lichten op en
het rotorblad start.
Druk voor uitschakelen nogmaals op de knop.
B Snelheidsknop
Met de snelheidsknop kunt u een ventilatiesnelheid van 1 tot 8 instellen. De
betreffende snelheid wordt weergegeven op het display. Met elke druk op de
knop springt de snelheid naar de volgende stand. Na het hoogste niveau 8 gaat
het display weer terug naar het laagste niveau 1.
C Oscillatieknop
Met de oscillatieknop kunt u vier verschillende oscillatiehoeken instellen, bij elke
aanraking verandert de instelling naar de volgende hoek.
Instelbaar zijn: 30°, 60°, 90° en 120°. De betreffende snelheid wordt rechts
weergegeven op het display.
Na het hoogste niveau van 120° schakelt het apparaat de oscillatiefunctie weer
uit als u de knop opnieuw aanraakt.
D Timerknop
Met de timerknop kunt u een bedrijfstijd instellen van 1 tot maximaal 12 uur in
intervallen van 1 uur, nadat de tijd is verstreken, schakelt het apparaat zichzelf
automatisch uit. Bij elke aanraking verhoogt de instelling met een uur. Na de
hoogste instelling van 12 wordt de timerfunctie weer uitgeschakeld als u de
toets opnieuw aanraakt.
Wanneer de timer is geactiveerd, licht het timersymbool op aan de rechterkant
van het display.
Let op:
Ook als u de timer hebt ingesteld, kunt u het apparaat op elk moment
uitschakelen met de aan/uit-knop. De timerfunctie is niet opgeslagen wanneer
u het apparaat weer inschakelt.
E Programmaknop
Met de programmaknop kunt u een van 3 programma's selecteren:
1. Automatische programma:
Het automatische programma registreert de actu-
ele kamertemperatuur en past de ventilatiesnelheid aan deze temperatuur aan.
Het symbool
licht op in het display.
Afhankelijk van de kamertemperatuur draait het rotorblad afwisselend in inter-
vallen van 15 seconden met 2 verschillende ventilatiesnelheden.
Onder de 25 °C zijn het de twee laagste snelheden 1 en 2. Tussen 25 °C en 28 °C
werkt het apparaat met snelheden 3 en 4, tussen 29 °C en 34 °C met snelheden
5 en 6 en boven 34 °C met snelheden 7 en 8.
Het automatische programma wordt niet opgeslagen. Als u het apparaat uit- en
weer inschakelt, start het in het standaardprogramma opnieuw op.
2. Slaapprogramma
(druk
nogmaals op de toets)
:
In het slaapprogramma
verhoogt de snelheid met tussenpozen tot de door u ingestelde basissnelheid
en het vertraagt weer. Het symbool licht op in het display.
Het slaapprogramma wordt niet opgeslagen. Als u het apparaat uit- en weer
inschakelt, start het in het standaardprogramma opnieuw op.
3. Standaardprogramma
(druk
nogmaals op de toets)
:
In het standaardpro-
gramma wordt de gekozen ventilatiesnelheid constant gehouden. Geen enkel
symbool op het display licht op.
NL
NL