UNM
II/37
NL
van de stuurrollen (pos. 38) aan te trek-
ken.
2.4 Inbedrijfname
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
2.4.1 Transport
• Controleren of handgreep goed vastzit.
• Container drukloos.
• In het voertuig: compressor staand trans-
porteren, beveiligen en beschermen.
2.4.2 Voorwaarden voor de
plaats van opstelling
• Ruimtes: stofarm, droog, goed geventi-
leerd.
• Standvlak: vlak, horizontaal.
2.4.3 Vóór de eerste inbedrijfna-
me
1. Visuele controle uitvoeren.
2. Elektrische aansluiting controleren.
3. Oliepeil controleren (zie hoofd. 2.6.6).
L
Bij apparaten met bijgevoegde oliemeet-
stok, deze door de sluitstop in de aggre-
gaat vervangen en olie ingieten.
2.4.4 Elektrische aansluiting
• Netspanning en gegevens op het plaatje
moeten identiek zijn.
• Elektrische beveiliging vlg. Technische Ge-
gevens.
• VDE-bepalingen 0100 en 0105 in acht ne-
men.
L
Bij gebruik van verlengingskabels: kabel-
diameter: min. 2,5 mm²; max. kabel-
lengte:10 m.
2.4.5 Draairichting controleren/
wijzigen
Voor draaistroom-compressors:
1. Draairichting bij elk opnieuw insteken
van de stekker controleren: compressor
inschakelen, observeren en bij verkeer-
de draairichting weer uitschakelen.
2. Stekker eruit trekken.
3. Draaistroomstekker met faseomvormer:
deze indrukken en 180° draaien. (afbeel-
ding 2a)
Draaistroomstekker zonder faseomvor-
mer: fases in stekker verwisselen.
Werkstap 1 herhalen.
4. Draairichting is niet veranderd: contact
opnemen met servicepartner.
2.4.6 Olievernevelaar vullen
Voor compressors met olievernevelaar:
1. Compressor/container drukloos maken.
2. Stekker eruit trekken.
3. Oliecontainer van olievernevelaar af-
schroeven. (afbeelding 3a)
Geschikte olie (art.-nr. B770000) gebruiken!
2.4.7 Olievernevelaar instellen
1. Regelschroef voorzichtig met schroeven-
draaier met de klok mee dichtschroeven.
Dan 1/2 tot 1 slag openschroeven
(afbeelding 3a).
2. Bij luchtafname is op het bovenste kijk-
glas een olieneerslag als druppelvorming
zichtbaar.
Dosering: 1 druppel olie bij 300 – 600 l/
min luchtverbruik. Indien nodig bijstellen
en regelmatig controleren.
Let op:
Afzonderlijke persluchtslangen voor
oliehoudende lucht
≤
10 m gebruiken. Ge-
bruiksaanwijzing "Persluchtgereedschap" in
acht nemen!
2.5 Gebruik
Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
L
Compressor niet overbelasten: het max.
aantal schakelcycli en de verhouding be-
drijfstijd ten opzichte van stilstand niet
overschrijden!
2.5.1 Inzetstuk
1. Stekker erin steken.
2. Persluchtslang op de snelkoppeling van
de compressor aansluiten. De vergren-
deling vindt automatisch plaats.
3. Dan verbruiker aansluiten.
4. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) inschakelen. Compressor start
en schakelt automatisch bij maximale
druk uit: hij klaar voor gebruik.
Bij het bereiken van de inschakeldruk start
de compressor automatisch weer.
2.5.2 Werkdruk instellen
1. Instelknop op de (filter-)drukregelaar
omhoog trekken (afbeelding 4a).
Содержание T100102
Страница 2: ...1a 1b 01 06 12 13 14 07 19 11 18 08 10 02 03 04 09...
Страница 3: ...5a 4a 6a 7a max min...
Страница 20: ...I 14 UNM 260 10 50 W RUS 1 5 1 6 1 6 1 L 03 1 7 10 L 01 02 03 04 06 07 08 09 10 11 12 13 14 18 19...
Страница 72: ...II 52 UNM RUS 2 2 1 1 2 2 2 1 52 2 2 52 2 3 53 2 4 54 2 5 55 2 6 55 2 7 58 2 8 59 2 9 61 2 10 61 2 11 REACh 61...
Страница 73: ...UNM II 53 RUS 1 2 3 1 X X X X X X X X X...
Страница 79: ...UNM II 59 RUS 2 8 X B X C X X X A X D X 2 4 4...
Страница 80: ...II 60 UNM RUS E X X X X 2 6 5 X X F X G X 2 6 11 X H X 2 6 5 X E I X X J X X X...