/ PM6
VGA / VGC
4
6
10
15
20
dB(A)
50 Hz
63
67
68
70
71
60 Hz
64
68
69
71
72
kg
12
12,5
15
22
23
mm
3 ~
344
344
362
404
418
1 ~
356
376
402
426
-
mm
3 ~
204
204
204
248
248
1 ~
204
204
204
272
-
mm
3 ~
180
180
184
192
213
1 ~
200
200
200
192
-
l
0,62
0,57
0,7
1,1
1,5
1.2001
Geluidsniveau (max.)
Gewicht (max.)
Lengte
Breedt
Hoogte
Olievulling
Storingen en oplossingen
1.
De vacuümpomp wordt door de motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/frequentie komt niet overeen met die van de elektromotor.
1.2 De aansluiting van de kabels is niet juist.
1.3 De motorbeveiligingsschakelaar in niet goed ingesteld.
1.4 De motorbeveiligingsschakelaar schakelt te snel uit.
Oplossing: het toepassen van een motorbeveiligingsschakelaar met een belastingsafhankelijke uitschakelvertraging, die de kortstondige
overbelasting tijdens het starten overbrugt. (uitvoering met kortsluit- of overbelastingsafschakeling volgens VDE 0660 deel 2 resp. IEC 947-
4).
1.5 De pomptemperatuur c.q. de olietemperatuur is te laag.
1.6 De smeerolie heeft een te hoge viscositeit.
1.7 De olienevelafscheider is vervuild.
1.8 De tegendruk van de uitblaaslucht is te hoog.
2.
De capaciteit is te gering:
2.1 Het aanzuigfilter is verontreinigd.
2.2 De zuigleiding is te lang of heeft een te kleine diameter.
3.
Einddruk (max vacuüm) wordt niet bereikt:
3.1 Lekkage in het systeem of aan de zuigzijde van de pomp.
3.2 Verkeerde olieviscositeit.
4.
Vacuümpomp wordt te heet:
4.1 De omgevingstemperatuur of de aanzuigtemperatuur is te hoog.
4.2 De koelluchtstroom wordt gehinderd.
4.3 Zie verder punt 1.6, 1.7 en 1.8.
5.
De uitgeblazen lucht bevat oliedamp:
5.1 De olienevelfilterpatronen zijn niet goed gemonteerd.
5.2 Er wordt een niet geschikte olie gebruikt.
5.3 Zie verder 1.7, 1.8, 4.1 en 4.2.
6.
De vacuümpomp veroorzaakt een abnormaal geluid:
Opmerking: een hamerend geluid tijdens een koude start is normaal en dient bij een stijgende pomptemperatuur na 2 minuten te verdwijnen.
6.1 Het pomphuis is versleten (wasbord).
Oplossing: reparatie door de leverancier.
6.2 Het vacuumregelventiel (indien aanwezig) trilt.
Oplossing: ventiel vervangen.
6.3 Lamellen zijn beschadigd.
6.4 Zie verder 1.5 en 1.6.
7.
Water in de smeerolie:
7.1 Pomp zuigt water aan.
Oplossing: waterafscheider voor de pomp monteren.
7.2 De pomp zuigt meer waterdamp aan dan overeenkomstig de waterdampverdraagzaamheid verpompt kan worden.
7.3 De pomp werkt slechts kort en bereikt daarbij niet zijn bedrijfstemperatuur.
Oplossing de pomp na het aanzuigen van waterdamp net zo lang met een gesloten aanzuigklep te laten draaien tot al het water uit de olie
verdampt is.
Opmerkingen:
Reparatiewerkzaamheden: Bij reparatiewerkzaamheden ter plaatse dient de elektromotor door een erkende installateur van het net te worden
losgekoppeld, zodat een onverhoedse start voorkomen wordt. Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden adviseren wij u deze door de
leverancier te laten uitvoeren, in het bijzonder wanneer het om garantie-gevallen gaat. Na een reparatie resp. voor het weer in bedrijf nemen dient
men de onder „installatie“ en „in bedrijfname“ beschreven adviezen op te volgen.
Opslag: De vacuümpomp dient in een droge omgeving met een normale luchtvochtigheid te worden opgeslagen. Bij een langere tijd (langer als
3 maanden) adviseren wij de pomp met een conserveringsmiddel in plaats van de olie op te slaan.
Afvoer: De slijtdelen (welke in de onderdelenlijst zijn zodanig weergegeven) vallen niet onder normaal afval en dienen volgens de geldende regels
te worden afgevoerd.
Reservdelslista:
E 146
➝
VGA / VGC