Plaatsen Magnum 2000 T, 2010 T, 2020 T, 4000 T, 4010 T, 4020 T
(Fig. 8)
Machine op de werkbank of op het verrijdbaar onderstel (accessoire)
met de 3 meegeleverde bouten bevestigen. Bij transport kan de ma-
chine aan de voorzijde bij de geleidingsstangen en aan de achterzijde
bij een in de klauw- en geleidingsplaat ingespannen buis opgetild wor-
den. Bij transport op het onderstel worden in de openingen van het
onderstel buisstukken Ø ¾” met een lengte van ca. 60 cm ingescho-
ven en met de vleugelschroeven bevestigd. Indien de machine niet
getransporteerd wordt, dan kunnen eventueel beide wielen afgeno-
men worden.
Oliebak met 5 liter REMS draadsnij-olie afvullen. Laat de machine
nooit zonder draadsnijolie lopen.
2.2. Plaatsen Tornado 2000 T, 2010 T, 2020 T (Fig. 7 + 8)
Machine op de werkbank of op het verrijdbaar onderstel (accessoire)
met de 3 meegeleverde bouten bevestigen. Bij transport kan de ma-
chine aan de voorzijde vastgepakt worden bij de uitsparingen in het
onderstel en aan de achterzijde bij de motor resp. bij de houder van
de materiaalsteun opgetild worden. Bij transport op het onderstel wor-
den in de openingen van het onderstel buisstukken Ø ¾” met een leng-
te van ca. 60 cm ingeschoven en met de vleugelschroeven bevestigd.
Indien de machine niet getransporteerd wordt, dan kunnen beide wie-
len eventueel afgenomen worden. Oliebak met 5 liter REMS draad-
snij-olie afvullen. Laat de machine nooit zonder draadsnij-olie lopen.
Plaatsen Magnum 2000 T-L, 2010 T-L, 2020 T-L (Fig. 8)
Machine op de werkbank of op het onderstel (accessoire) met de 4
meegeleverde bouten bevestigen. Bij transport kan de machine aan
de voorzijde bij de geleidingsstangen en aan de achterzijde bij een in
de klauw- en geleidingsplaat ingespannen buis opgetild worden. Klem-
ring (10) met vleugelschroef zodanig op de achterste geleidingsstang
schuiven dat de ringgroef vrij blijft. Oliebak aan de achterzijde ophan-
gen in de beide aan de onderkant van het aandrijfhuis aangebrachte
bouten, en aan de voorzijde ophangen in de ringgroef van de achter-
ste geleidingsstang. Klemring (10) tot tegen de ophanging van de olie-
bak schuiven en vastklemmen. Slang met aanzuigfilter in de oliebak
hangen. Spanenschaal vanaf de achterzijde inschuiven. Oliebak af-
vullen met 2 liter REMS draadsnij-olie.
Laat de machine nooit zonder draadsnij-olie lopen.
2.3.
Elektrische aansluiting
Vóór de machine aangesloten wordt controleren of de op het type-
plaatje aangegeven spanning met de netspanning overeenkomt. Al-
leen verlengkabel met aarde gebruiken. De machine wordt met de
voetschakelaar (21, Tornado / 4, Magnum) in- en uitgeschakeld. De
schakelaar (18, Tornado / 3, Magnum) dient voor de draairichtings-
keuze cq. de snelheid. De machine kan uitsluitend ingeschakeld wor-
den als de noodstop (22, Tornado / 5, Magnum) ontgrendeld is en het
kontakt (23, Tornado / 6, Magnum) op de voetschakelaar is ingedrukt.
Als de machine direkt op het net wordt aangesloten (zonder stekker)
dient er een hoofdschakelaar 16 A geïnstalleerd te worden.
2.4.
Draadsnijoliën
Gebruik alleen REMS draadsnijoliën. U bereikt daardoor uitstekende
snijresultaten, en de draadsnijmessen evenals de machine zelf, gaan
langer mee.
REMS Spezial
draadsnijolie is hooggelegeerd en kan voor alle soor-
ten pijp- en boutendraden worden gebruikt. Het kan met water uitge-
wassen worden (door deskundigen getest). Draadsnijoliën op basis
van minerale olie zijn voor het bewerken van drinkwaterleidingen in
verschillende landen, zoals Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, niet
toegelaten. In die gevallen dient men REMS Sanitol zonder minerale
olie te gebruiken.
REMS Sanitol
draadsnijolie is vrij van minerale olie, synthetisch, vol-
ledig in water oplosbaar, en heeft de smeerkracht van minerale olie
en is voor alle pijp- en boutendraden geschikt. Het moet in Duitsland,
Oostenrijk en Zwitserland gebruikt worden en het voldoet aan de ve-
reiste voorschriften (DVGW Prüfung nr. DW-0201AS2032; ÖVGW Prü-
fung nr. W 1.303; SVGW Prüfung nr. 7808-649).
Alle draadsnijoliën dienen onverdund gebruikt te worden!
2.5.
Ondersteuning van het materiaal
Buizen en staven vanaf 2 m lengte dienen door de in hoogte verstel-
bare REMS Herkules, ondersteund te worden. De REMS Herkules is
voorzien van stalen kogels om de buizen en staven, zonder omkan-
telen in alle richtingen te kunnen bewegen. Indien de REMS Magnum
op een werkbank is bevestigd, kan ook de REMS Herkules Y gebruikt
worden. Deze wordt dan eveneens op de werkbank gemonteerd.
Werkbereik REMS Herkules en REMS Herkules Y: diameters van
1
/
8
tot en met 4”.
2.6. REMS 4” Automatische Snijkop
Indien de REMS 4” Automatische Snijkop wordt gebruikt, dient de
meegeleverde gebruiksaanwijzing te worden geraadpleegd.
3. Gebruik
3.1.
Gereedschappen
De snijkop (8, Tornado / 12, Magnum) is universeel, d.w.z. voor alle
bovengenoemde draadsoorten, verdeeld over 2 gereedschapsets, is
slechts één enkele snijkop nodig. Voor het snijden van conische pijp-
draden moet de lengteaanslag (9, Tornado / 13, Magnum) in het ver-
lengde van de sluit- en openingshendel (10, Tornado / 14, Magnum)
staan. De snijkop opent dan automatisch wanneer de normlengte van
de draad bereikt is. Om lange cylindrische schroefdraden en bou-
tendraden te kunnen snijden, wordt de lengteaanslag (9, Tornado / 13,
Magnum) weggeklapt.
Draadsnijmessen vervangen
De draadsnijmessen kunnen zowel bij gemonteerde als bij een afge-
nomen snijkop (bijvoorbeeld op de werkbank) gebruikt en/of vervan-
gen worden. Daarvoor moet de klemhendel (11, Tornado / 15, Mag-
num) worden losgemaakt, maar mag er niet volledig afgeschroefd wor-
den. Verstelschijf (12, Tornado / 16, Magnum) op de greep van de
klemhendel tot in de eindpositie wegschuiven. In deze positie worden
de snijkussens gedemonteerd en gemonteerd. Er dient op gelet te
worden dat de aan de onderkant van de snijmessen opgegeven draad-
grootte met de te snijden schroefdraad overeenkomt. Bovendien die-
nen de, eveneens op de achterkant van de snijkussens aangegeven,
nummers met die op de houder van de snijkussens (14, Tornado / 17,
Magnum) overeen te stemmen.
De snijmessen zo ver in de snijkop schuiven tot de zich in de gleuf
van de snijmessenhouder bevindende kogel, inklikt. Als alle snijmes-
sen zijn gemonteerd, wordt door het verschuiven van de verstelschijf
de gewenste draadgrootte ingesteld. Voor boutendraden de snijkop
altijd op „BOLT“ instellen. De verstelschijf via de klemhendel vast-
klemmen. De snijkop sluiten. Daartoe de sluit- en openingshendel (10,
Tornado / 14, Magnum) krachtig naar rechts-onder drukken. De snij-
kop opent of automatisch (bij conische pijpdraden) of is altijd met de
hand te openen door de sluit- en openingshendel naar links te drukken.
Indien bij snijkop 2
1
/
2
– 4” de houdkracht v/d klemhendel (11, Tornado
/ 15, Magnum) wegens verhoogde snijkracht (bv stompe draadsnij-
messen) niet volstaat, en dat de snijkop zich onder de snijdruk opent,
moet de inbusbout v/d klemhendel (11, Tornado / 15, Magnum) in te-
gengestelde richting worden vastgetrokken.
De pijpsnijder (15, Tornado / 18, Magnum) is voor het afkorten van
buizen van
1
/
4
– 2” en/of 2
1
/
2
– 4” geschikt.
De inwendige ontbramer (16, Tornado /19, Magnum) wordt voor bui-
zen van
1
/
4
– 2” en/of 2
1
/
2
– 4” gebruikt. De schuifspil dient tegen ver-
draaien beveiligd te worden d. m. v. het inklikken in de ontbraamarm.
Dit naargelang de positie van de buis, vóór- of achteraan.
3.2. Klauwplaten Tornado
(19) en (20)
De zelfcentrerende spanklauwen openen en sluiten automatisch door
de schakelaar (18) respectievelijk naar links en naar rechts te draaien
en door op de voetschakelaar (21) te drukken. Bij het vervangen van
de voorste en de achterste spanklauwen dient erop gelet te worden,
dat de afzonderlijke spanklauwen in overeenstemming met fig. 4 en 5
worden gemonteerd. Dit om beschadigingen te voorkomen. In geen
geval mag de machine worden ingeschakeld voordat alle spanklau-
wen en beide klauwplaatdeksels gemonteerd zijn.
Voor Magnum t/m 2” en Tornado is voor spannen van diameters < 8 mm,
voor Magnum t/m 4” voor spannen van diameters < 20 mm een aan
de diameter aangepaste klemhuls (art.nr. 343001) nodig. Bij bestel-
ling van de klemhuls de gewenste diameter aangeven.
nld
nld