Overige informatie (Verhelpen van storingen)
46
Du <DRB1388>
Verhelpen van storingen
Een foutieve werking is vaak het gevolg van een verkeerde bediening. Raadpleeg de onderstaande lijst met storingen als u denkt dat het apparaat niet
juist werkt. Het is ook mogelijk dat de storing veroorzaakt wordt door een andere component. Controleer daarom ook de andere componenten die in
combinatie met de speler worden gebruikt. Als u het probleem niet kunt verhelpen aan de hand van de gegeven maatregelen, neem dan contact op met
het dichtstbijzijnde officiële Pioneer servicecentrum of uw vakhandelaar.
Storing
Geen stroom.
De disc komt niet naar buiten
wanneer op de
EJECT
(
0
) toets
wordt gedrukt.
Het afspelen begint niet wanneer
een disc wordt geplaatst.
Het afspelen stopt meteen nadat
het begonnen is.
DVD-R en DVD-RW discs kunnen niet
worden afgespeeld. “
NOT VIDEO
FORMAT
” wordt aangegeven.
Kan geen DVD afspelen.
De
symbolen
verschijnen.
MP3 kan niet worden afgespeeld.
Kan geen MP3-bestanden
opzoeken.
Er verschijnt geen beeld op het
scherm.
Geen geluid.
Het geluid is vervormd of er is ruis
in het geluid.
Bij sommige discs is er veel ruis.
Bij sommige discs is er veel ruis.
Bij DVD’s en CD’s is het
geluidsvolume verschillend.
Wanneer de auto-cue functie is
ingeschakeld, wordt het opzoeken
van een track niet beëindigd.
Tijdens afspelen wordt er geen
terug-naar-cue uitgevoerd wanneer
op de
CUE
toets wordt gedrukt.
Mogelijke oorzaak
¶
Het netsnoer is niet aangesloten.
¶
De uitwerp/stopfunctie-schakelaar staat in de
LOCK
stand.
¶
De auto-cue functie is ingeschakeld.
¶
De disc is met de labelkant naar beneden geplaatst.
¶
Er is vuil of condens op de disc.
¶
De disc heeft een ander regionummer.
¶
De disc is niet in het videoformaat opgenomen.
¶
De functiekeuzeschakelaar staat op “
DJ
”. Bij sommige
DVD’s kan de DJ modus niet gebruikt worden.
¶
De disc of de speler staat de gekozen
bedieningsfunctie niet toe.
¶
Het formaat is verkeerd.
¶
U probeert een bestand in een andere map te
zoeken (vooruitspoelen/terugspoelen).
¶
De uitgangskabels zitten los of zijn niet juist
aangesloten.
¶
De televisie, het videomengpaneel enz. worden
niet juist bediend.
¶
De televisie die is aangesloten op de
componentvideo-uitgangsaansluiting is niet
geschikt voor progressive-scan.
¶
De uitgangskabels zitten los of zijn niet juist
aangesloten.
¶
Het audiomengpaneel wordt niet juist bediend.
¶
De aansluitbussen of de stekkers zijn vuil.
¶
De speler staat in de pauzestand.
¶
De uitgangskabels zijn niet juist aangesloten.
¶
De aansluitbussen of de stekkers zijn vuil.
¶
De televisie veroorzaakt elektromagnetische
interferentie.
¶
Er zijn grote krassen op de disc.
¶
De disc is erg vuil.
¶
Dit wordt veroorzaakt door het verschil in
opnameformaten.
¶
Als de intervallen tussen de tracks erg lang zijn,
duurt het opzoeken van een track langer.
¶
Als de onbespeelde intervallen langer duren dan
10 seconden, zal het afspelen niet beginnen tenzij
de auto-cue functie is uitgeschakeld.
¶
Er is geen cue-punt ingesteld.
¶
De functiekeuzeschakelaar staat op “
NORMAL
”.
¶
Bij sommige DVD’s kunnen de DJ bedienings-
functies niet tijdens afspelen worden gebruikt.
¶
Bij het afspelen van MP3 is het cue-punt in een
andere map.
Maatregel
¶
Sluit het netsnoer juist aan.
¶
Zet de speler in de pauzestand of in de cue-
paraatstand en druk dan op de
EJECT
(
0
) toets.
¶
Zet de uitwerp/stopfunctie-keuzeschakelaar op
UNLOCK
en druk dan op de
EJECT
(
0
) toets.
¶
Houd de
TIME MODE/AUTO CUE
toets
langer dan 1 seconde ingedrukt om de auto-
cue functie uit te schakelen.
¶
Plaats de disc met de labelkant naar boven.
¶
Maak de disc schoon.
¶
Controleer of de disc het juiste regionummer
heeft. Als dit niet het geval, kan de disc niet in
dit apparaat worden afgespeeld.
¶
Gebruik een disc die in het videoformaat is
opgenomen.
¶
Zet de functiekeuzeschakelaar op “
NOR-
MAL
”.
¶
Voer de juiste bediening uit.
¶
Zie het hoofdstuk “
MP3 bestanden afspelen
”
op blz. 6.
¶
Zoeken van MP3-bestanden is alleen mogelijk
binnen dezelfde map.
¶
Corrigeer de aansluitingen.
¶
Controleer de instellingen op de televisie, het
videomengpaneel enz.
¶
Kies de [
Interlace
] instelling voor de
componentvideo-uitgangsaansluiting.
¶
Sluit de kabels juist aan.
¶
Controleer de instelling van de schakelaars en
het volume op het audiomengpaneel.
¶
Maak de aansluitbussen en de stekkers schoon.
¶
Druk op de
PLAY/PAUSE
(
6
) toets om te
beginnen met afspelen.
¶
Sluit de kabels juist op de lijningangs-
aansluitingen van het audiomengpaneel aan.
Sluit de kabels niet op de MIC aansluiting aan.
¶
Maak de aansluitbussen en de stekkers schoon.
¶
Schakel de televisie uit of zet deze verder
weg.
¶
Vervang de disc.
¶
Maak de disc schoon.
¶
Dit is geen defect..
¶
Houd de
TIME MODE/AUTO CUE
toets
langer dan 1 seconde ingedrukt om de auto-
cue functie uit te schakelen.
¶
Stel een cue-punt in. (
☞
blz. 36)
¶
Zet de functiekeuzeschakelaar op “
DJ
”.
¶
Speel een gedeelte af waarbij de DJ
bedieningsfuncties gebruikt kunnen worden.
¶
Terug-naar-cue met MP3 is alleen mogelijk
binnen dezelfde map.