3
Aansluiten van de apparatuur
1*
2*
4*
3*
5*
Microfoon
Opmerking:
De functie van 3* en 5* is mogelijk versc
hillend afhankelijk van het type auto. Indien dit het
geval is moet u 2* met 5* en 4* met 3* verbinden.
Verbind de draden van
dezelfde kleur met elkaar.
Dopje (1*)
Niet verwijderen indien u deze
aansluiting niet gebruikt.
Geel (2*)
Naar de aansluiting die altijd van stroom
voorzien wordt onafhankelijk van de stand
van het kontact.
Geel (3*)
Ondersteuning
(of accessoire)
Rood (4*)
Naar de door het kontact (12 Volt gelijkstroom)
(ON/OFF) geregelde elektrische aansluiting.
Rood (5*)
Accessoire
(of ondersteuning)
Oranje/wit
Naar lichtschakelaar-aansluiting.
Zwart (aarde)
Naar de (metalen) carrosserie van het voertuig.
ISO aansluiting
Opmerking:
In bepaalde auto’s is de ISO aansluiting mogelijk
in tweeën verdeeld. U moet in dat geval een
verbinding met beide aansluitingen maken.
De penposities van de ISO stekker kunnen
verschillen afhankelijk van het soort voortuig.
Sluit 6* en 7* aan wanneer Pen 5 van het antenne-
bedieningstype is. In andersoortige
voortuigen mag u 6* en 7* nooit aansluiten.
4 m
Aansluiten van de stroomdraad