64
www.petsafe.net
EN
FR
ES
NL
IT
DE
3. De breedte van het insluitgebied wordt aangepast met behulp van de knop voor de grensbreedteafstelling. Draai de knop
tegen de klok in, totdat er een alarm klinkt en het lusindicatorlampje niet langer brandt. Draai de knop met de klok mee en
verhoog met 2 stappen. Het alarm moet UIT gaan en het lusindicatorlampje moet AAN gaan.
Uw hond mag de ontvangerhalsband niet om hebben als het systeem getest wordt. Uw
huisdier zou een onbedoelde Stimulans kunnen krijgen.
4. Plaats de batterij in de ontvangerhalsband en zet de halsband
AAN. De ontvangerhalsband doorloopt de test voor de
statische Stimulans en batterij zoals beschreven bij stap 5.
Zorg dat de ontvangerhalsband op niveau 5 ingesteld is (zie
stap 5) om ervoor te zorgen dat u de waarschuwings- en
statische correctiezone kunt identificeren.
5. Test de grensbreedte van het systeem door een stuk recht
grensdraad te kiezen dat ten minste 15 meter lang is. Begin in het
midden van het insluitgebied.
6. Plaats de contactpunten van het testlampje op de contactpunten
van de ontvangerhalsband (
6B, 6C
). Houd de ontvangerhalsband
op de hoogte van de nek van uw hond met de contactpunten
naar boven (
6D
) en de knopje van het stimulatieniveau naar de
grensdraad. Loop langzaam naar de grensdraad totdat u een
waarschuwingstoon hoort (
6E
). Als u de waarschuwingstoon hoort,
heeft u de grensbreedte (statische correctiezone) geïdentifi ceerd.
Twee seconden na de waarschuwingstoon begint het testlampje
te knipperen. Her knipperlicht kan helpen bij het identifi ceren van
de grensbreedte als u moeite heeft om de toon te horen. Om te
voorkomen dat de ontvangerhalsband naar de overStimulansmodus
schakelt, loopt u terug naar de toegelaten zone voor het huisdier
totdat het piepen stopt.
Als de ontvangerhalsband niet piept bij het gewenste bereik,
past u de grensbreedteafstelling aan tot het gewenste bereik.
Door de knop voor grensbreedteafstelling met de klok mee te
draaien wordt de grensbreedte groter en tegen de klok in wordt
de grensbreedte kleiner (
6F
). Herhaal deze handelingen totdat de
ontvangerhalsband piept op een afstand van 1,8 m tot 3 m van de
grensdraad. Als u een indeling met dubbele lus gebruikt, moet u
mogelijk de scheiding tussen de grensbreedte verhogen en/of de
grensbreedte vergroten om het gewenste bereik te verkrijgen.
7. Test op een aantal verschillendes locatie in het insluitgebied, totdat
u ervan overtuigd bent dat het systeem goed functioneert.
8. Vervolgens loopt u om de toegelaten zone voor het huisdier heen om te controleren of er geen gebieden zijn waar de
ontvangerhalsband geactiveerd wordt door signalen van begraven draden of kabels. Test de halsband ook binnenshuis
uit. Zoals vermeld, kunnen draden en kabels van kabel-TV, elektrische kabels of telefoondraden signalen van het
omheiningssysteem binnens- en buitenshuis geleiden en per ongeluk de halsband van uw hond activeren. Hoewel dit zelden
gebeurt, is in dat geval uw grensdraad te dicht in de buurt van deze externe leidingen en moet aangepast worden zoals
weergegeven in afbeelding
3A
.
9. Om de doorrenfunctie te testen, loopt u naar de grensdraad. De ontvangerhalsband moet een toon laten klinken en het
testlampje moet gaan knipperen als u het doorrengebied binnenkomt (
6G
).
Als u overtuigd bent dat het systeem goed werkt, kunt u de draden gaan begraven. Raadpleeg het hoofdstuk "Problemen
oplossen" als de ontvangerhalsband niet is gaan piepen en het testlampje niet is gaan knipperen.
Contactpunten testlampje
6B
6C
Grensdraad
6E
6D
Grensdraad
6G
5
2
8
4
10
3
9
1
7
0
6
5
2
8
4
10
3
9
1
7
0
6
6F