66
NL/BE
Inbedrijfstelling / Problemen oplossen
ingeschakeld worden, doordat de ledver-
lichtingsschakelaar
14
ingeschakeld wordt
(middelste stand "ON").
De lashelm is uitgerust met een schemer-
sensor. Die wordt geactiveerd, door de
ledverlichtingsschakelaar
14
in de rechter
stand "Auto" te schakelen. Dan schakelt de
schemersensor in een donkere omgeving
de ledlamp automatisch in en in een lichte
omgeving automatisch weer uit. Dit dient
voor het verlichten van voorwerpen die
moeten worden gelast in een donkere
omgeving. Na het einde van het werk
en om de lashelm op te bergen, moet de
ledverlichtingsschakelaar
14
alt
ijd worden
uitgeschakeld (linker stand "OFF").
Bat
terij ver
vangen
Via het batterijvak kunnen batterijen met
een zwakke lading worden vervangen. Een
zwakke batterijlading
10
wordt aangeduid
door een rood waarschuwingslampje.
Om het batterijvak
15
te openen, moet
u het deksel van het batterijvak
15
aan
de greep omhoog schuiven (zie afbeel-
ding B).
Nadat u het deksel van het batterijvak
15
hebt afgenomen, kunt u de batterij
vervangen.
F
15
Aansluitend sluit u het batterijvak
15
weer. Om het batterijvak te sluiten,
moet u het deksel van het batterijvak
15
plaatsen en daarna de greep omlaag
duwen tot de afdekking vastklikt.
z
Problemen oplossen
Fout
Oorzaak
Oplossing
De filter verduistert
niet regelmatig of
flikkert.
Het voorzetglas 1 is vervuild of defect.
Reinig het voorzetglas of vervang het.
De vlamboogsensor 17 is niet helder.
Reinig het oppervlak van de
vlamboogsensor 17.
De lasstroom is te weinig.
Stel de gevoeligheid op het
max. niveau in.
De reactie is
vertraagd.
De omgevingstemperatuur is te laag/hoog.
Gebruik de lashelm alleen bij
temperaturen tussen -5 °C en +55 °C.
De gevoeligheid is te laag.
Stel de gevoeligheid hoger in.
Het zicht is slecht.
Het voorzetglas 1 /inlegplaatje 4 is
vervuild.
Reinig het voorzetglas 1 /
inlegplaatje 4 .
De beschermfolie op het inlegplaatje 4
werd niet verwijderd.
Verwijder de beschermfolie.
Het omgevingslicht is niet voldoende.
Stel meer licht op uw werkomgeving in.
Het verkeerde verduisteringsniveau is ingesteld. Stel het verduisteringsniveau opnieuw in.
De lashelm
verschuift.
De hoofdband 5 is verkeerd ingesteld.
Stel de hoofdband 5 opnieuw en
smaller in.
Содержание 345144 2004
Страница 22: ...22 DE AT CH...
Страница 56: ...56 FR BE Notices...
Страница 90: ...90 PL...
Страница 106: ...106 CZ...
Страница 123: ...123 SK...
Страница 124: ...124 SK...