40 NL
Veiligheidsinstructies / Ingebruikname
Ingebruikname
brandbare oplosmiddelen creëren een explo-
sieve omgeving.
Spuit niet in de nabijheid van ontstekings-
bronnen zoals statische elektriciteits-
vonken, open vuur, ontstekingsvlammen,
hete voorwerpen, motoren, sigaretten
en vonken door het aansluiten/onder-
breken van stroomverbindingen (ka-
bels) of de bediening van schakelaars.
Dergelijke vonkbronnen kunnen leiden tot een
ontsteking van de omgevingslucht.
Spuit geen materialen waarvan u niet
weet of zij een gevaar vormen.
Onbe-
kende materialen kunnen gevaarlijke situaties
veroorzaken.
Draag extra persoonlijke veiligheids-
uitrusting zoals geschikte werkhand-
schoenen en een beschermings- of
ademmasker bij het spuiten of bij de
omgang met chemicaliën.
Het dragen van
een veiligheidsuitrusting voor de betreffende
voorwaarden vermindert de blootstelling aan
gevaarlijke substanties.
Richt de sproeier nooit op uzelf, op
andere personen of dieren. Houd uw
handen en andere lichaamsdelen ver-
wijderd van de spuitstraal.
Roep onmid-
dellijk medische hulp in als de spuitstraal de huid
doordringt. Het spuitmateriaal kan zelfs door
een handschoen heen de huid doordringen en
in uw lichaam binnendringen.
Behandeling een binnengedrongen
verfstraal niet als een gewone snijwond.
Een hogedrukstraal kan giftige stoffen
in het lichaam spuiten en ernstig letsel
veroorzaken.
In geval van binnendringing
in de huid moet u onmiddellijk medische hulp
inroepen.
Let op mogelijke gevaren van het
spuitmateriaal. Let op markeringen
op de verpakking of de productinfor-
matie van de spuitmiddelfabrikant en
neem de aanwijzing over het gebruik
van een veiligheidsuitrusting strikt in
acht.
Houd u aan de aanwijzingen van de fa-
brikant en verminder zo het gevaar voor vuur
en voor letsel door giftige dampen, carcinoge-
nen enz.
Spuit nooit zonder gemonteerde spuit-
kop.
Het gebruik van een speciale spuitinzet
met de passende spuitkop vermindert de kans
dat een hogedrukstraal door de huid dringt en
zo gif in uw lichaam spuit.
Q
Ingebruikname
Q
HVLP-eigenschappen
Dit apparaat beschikt over een HVLP-systeem (High
Volume Low Pressure). Het zorgt voor een betere
(verf-) materiaalverdeling bij geringer verbruik.
Belangrijk:
Overschrijd nooit de maximaal toe-
gestane werkdruk van 3 bar.
Q
Apparaat aansluiten
Het product mag uitsluitend met gereinigde,
condensaat- en olievrije perslucht worden be-
diend en de maximale werkdruk van 3 bar aan
het apparaat mag niet worden overschreden.
Voor het regelen van de luchtdruk moet de per-
sluchtbron uitgerust zijn met een (filter) drukrege-
laar.
Voor het werken met dit apparaat hebt u een flexibele
persluchtslang met snelkoppeling en een geschikte
persluchtbron nodig.
Neem de bedienings- en veiligheidsinstructies van
de persluchtbron en de bijzondere aanwijzingen
voor het werken met verf in acht.
Opmerking:
let op de juiste werkdruk. Te hoge
werkdruk leidt tot sterke fijnverdeling en een te snelle
vloeistofverdamping. De oppervlakken worden ruw
en ontwikkelen slechte hechteigenschappen. Als de
werkdruk daarentegen te laag is, wordt het verfma-
teriaal niet voldoende verdeeld. Het gevolg: rimpe-
lige oppervlakken en druppelvorming.
Sluit de persluchtslang met snelkoppeling aan op
de persluchtaansluiting
6
van het apparaat.
De vergrendeling geschiedt automatisch.
Stel aan de filterdrukregelaar van de perslucht-
bron een werkdruk in van 3 bar.