Otto Bock 473N00 Series, Инструкция по эксплуатации

Страница: 96 / 324

5.2 Opslag
Sla het product op in een gesloten, droge ruimte met voldoende luchtcircu­
latie waar het beschermd is tegen externe invloeden. Concrete gegevens
over opslagcondities: zie pagina 101.
6 Gebruiksklaar maken
6.1 Algemene montage-instructies
VOORZICHTIG
Verkeerde gordelmontage (met de gebruiker in de rolstoel)
Verwondingen door wegglijdend gereedschap
►
Bij alle schroefwerkzaamheden in verband met de gordelmontage mag
de gebruiker zich niet in de rolstoel bevinden.
Bevestigingspunten bepalen
Ottobock adviseert om de bevestigingspunten te bepalen in aanwezigheid
van de gebruiker. Hiervoor moeten de gordelriemen bij de gebruiker worden
aangebracht terwijl hij in de zitschaal of het zitsysteem zit.
Bij het bepalen welke bevestigingspunten geschikt zijn, moet rekening wor­
den gehouden met de ernst van de fysieke en psychische beperkingen van
de gebruiker en het soort zitschaal of zitsysteem.
Bevestigen
De gordelriemen worden op geschikte bevestigingspunten aan de zitschaal
of het zitsysteem bevestigd (zie pagina 97). De montage vindt plaats met
behulp van klittenbandsluitingen, schroefverbindingen en/of klinknagels.
In de snijrand van het zittingkussen en de rugbekleding van de zitschaal of
het zitssysteem moeten gordelsleuven zijn aangebracht.
De gebruiker moet met de billen op het brede oppervlak van de zitbroek zit­
ten. De spanbanden voor de beenriemen lopen via het kruis van de gebrui­
ker over de bovenbenen naar beneden/buiten/achteren.
6.2 Aanwijzingen voor de positionering
• Zet de gebruiker rechtop, zodat zijn lichaam een hoek van 90° maakt
(voor zover fysiologisch mogelijk).
• Zorg ervoor dat de gebruiker met zijn rug tegen het rugkussen aan zit
(voor zover fysiologisch mogelijk).
• Zorg ervoor dat de gordels over de gehele breedte op het bovenbeen
liggen.
96