18
- NL -
Veiligheidsinstructies
De firma heeft dit apparaat gebouwd naar de huidige stand der techniek en onder inachtneming van de bestaande
veiligheidsvoorschriften. Toch kan dit apparaat gevaar opleveren voor personen en goederen, indien het op onoor-
deelkundige c.q. ondoelmatige wijze gebruikt wordt of als de veiligheidsvoorschriften niet worden opgevolgd.
Kinderen en jongeren onder de 16 jaar, alsook personen, die mogelijke gevaren niet kunnen inschatten of die
niet op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing, mogen dit apparaat om veiligheidsredenen
niet gebruiken!
Let op! Gevaarlijke ultraviolette straling!
De straling van de UVC-lamp is ook in lage doseringen gevaarlijk voor de ogen en de huid! Gebruik de UVC-lamp nooit
buiten de behuizing of indien de behuizing defect is!
Gevaren door de combinatie van water en elektriciteit
−
De combinatie water en elektriciteit kan in geval van een niet volgens de voorschriften gemaakte aansluiting of
onoordeelkundig gebruik, levensbedreigend zijn of zware verwondingen door elektrische schok tot gevolg hebben.
−
Voordat u in het water grijpt, moet u van alle apparaten die zich in het water bevinden altijd eerst de stekker uit het
stopcontact nemen.
Elektrische installaties volgens de voorschriften
−
Elektrische installaties in tuinvijvers moeten voldoen aan de internationale en nationale installatievoorwaarden.
−
Elektrische installaties mogen slechts worden aangelegd door een gekwalificeerd elektrotechnisch vakman.
−
Gebruik alleen kabels die zijn goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
−
Zorg ervoor dat het apparaat beveiligd is met een aardlekbeveiliging voor een berekende lekstroom van maximaal
30 mA.
−
Sluit het apparaat slechts aan wanneer de elektrische gegevens van de stroomvoorziening overeenstemmen met de
elektrische gegevens op het typeplaatje van het apparaat.
−
Gebruik het apparaat uitsluitend op een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos. Houdt de contactdoos
droog.
Veilig gebruik van het apparaat
−
Gebruik het apparaat uitsluitend, als er zich geen personen in het water bevinden!
−
Houdt de netstekker droog.
−
Leg de aansluitkabel op een zodanige plaats aan dat hij beschermd ligt, zodat beschadigingen uitgesloten zijn.
−
Draag, til of trek het apparaat niet aan de stroomkabel. De stroomkabel kan niet worden vervangen.
−
Gebruik het apparaat nooit zonder dat er water doorheen stroomt! Dan raakt het beschadigd.
−
Verpomp nooit andere vloeistoffen dan water! Andere vloeistoffen kunnen het apparaat beschadigen.
−
Maak de behuizing van het apparaat of componenten ervan nooit open, als daar niet in de gebruiksaanwijzing
uitdrukkelijk op wordt gewezen.
−
U mag de technische eigenschappen van het apparaat niet modificeren.
−
Gebruik uitsluitend originele onderdelen en toebehoren voor het apparaat.
Plaatsen (A, B)
Houd de voorgeschreven afstand tot de vijverrand aan, zodat geen overstroming plaats kan vinden. Houd beslist de
minimale afstand van het apparaat (1) ten opzichte van de vijver aan (in Duitsland bijvoorbeeld 2 meter). Op alle
installaties zijn van toepassing VDE 0100, deel 702, of IEC 60364-7-702.
Plaats het apparaat (1) horizontaal op een vaste en vlakke ondergrond, die minimaal bestaat uit platen, liever nog uit
beton. Vanwege het aanzienlijke volume moet bij de keuze van de ondergrond absoluut rekening worden gehouden
met het gewicht van het apparaat ((1); 350 kg bij vol reservoir).
Zorg voor onbelemmerde toegang tot het apparaat (1), om reinigings- en onderhoudswerkzaamheden te kunnen
uitvoeren. Als u het apparaat plaatst, moet u eraan denken dat de vijverinloop (c.q. de oorsprong van de beek of
waterval) niet hoger mag liggen dan de uitloop van het apparaat (1).
Opmerking: boven de vijverpomp moet zich tijdens het gebruik altijd minstens 100 mm water bevinden. Anders is er
kans dat de pomp droogloopt, waardoor hij beschadigd kan raken.
De combinatie met Proficlear modulefilter (B)
De Bitron 550 LM (1) kan alleen worden toegepast bij systemen die voorzien zijn van een pomp. Daarbij mogen na het
UVC-voorzuiveringsapparaat slechts maximaal 3 modulefilters M2-M5 (2) worden geschakeld. Lees hiervoor de
documentatie bij het Proficlear modulefiltersysteem.
Montage (C - K)
Het apparaat is standaard uitgerust met een 2inch-aansluiting op de toevoer en een DN150-aansluiting op de afvoer.
Het monteren van de vuilwaterafvoer (C)
Het verontreinigde water kan uitwerpselen van vis bevatten en moet volgens de geldende juridische bepalingen als
afval worden afgevoerd. Lijm hiervoor een drukleiding DN 50 (4) op de vuilwaterafvoer (3). Deze buis (4) moet met een
afschot van 20 mm/m worden gelegd.