nv
Niko
sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: [email protected] — www.niko.be
PM067-71000R18021
67-710
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
Galvanisch gescheiden voeding (ZLVS) voor DALI-bussystemen, DALI-hulpvoeding (specifieke Niko-toepas-
sing) of voeding van Silicon Controls-stuursystemen. Behuizing voor DIN-rail, standaardafmetingen 4 modules.
Uitgangspanning instelbaar op 22,5V of 16V, 225mA.
De Niko-voeding verzorgt een uitgangsspanning in ZLVS (zeer lage veiligheidsspanning). Een DALI-bus werkt
slechts op ZLS (zeer lage spanning: basisisolatie van 2,5kV).
2. WERKING
De voeding 67-710 levert een laagspanning van 22,5V of 16V. Standaarduitgangspanning is 22,5V. De spanning
kan zo nodig beperkt worden tot 16V DC d.m.v. een brugje tussen klemmen 6 en 7. De stroom is elektronisch
beveiligd tot een max. van 240mA overeenkomstig de DALI-norm. De voeding schakelt automatisch over naar
16V DC-spanning als er reeds een voeding op de bus aangesloten is met een spanning van minder dan 19V
(tolerantie 0,5V DC).
Een groene LED (onderaan tussen L en N) wijst op aanwezigheid van de 230V-voedingsspanning. Een rode LED
(naast de aanduiding 'protection') wijst op de overstroom- of thermische beveiliging.
3. INSTALLATIE
Sluit de klemmen 1 t.e.m. 7 (4 en 5 niet gebruikt) en L en N aan volgens onderstaande tabel.
Klemnummer
Symbool
Functie
1
V DC+
Laagspanningsvoedingsu22,5V DC (ZLVS)
2
DALI+
Data-aansluiting DALI-bus (ZLS)
3
Common
Gemeenschappelijk (zowel voor voeding als DALI-bus)
4
Niet gebruikt
5
Niet gebruikt
6
Bridge
Beperking van voedingsuitgang op klem 1 tot max. +16V DC
7
Bridge
Beperking van voedingsuitgang op klem 1 tot max. +16V DC
L
Fase voedingsingang 230V~ 50Hz
N
Nulleider voedingsingang 230V~ 50Hz
3.1 Gebruik als DALI-busvoeding
Er mag slechts 1 voeding aangesloten worden op de bus (max. 250mA stroom toegelaten op de DALI-bus).
Controleer of de bus al gevoed wordt door een andere deelnemer (bv. een dimmer). De voeding wordt verbonden
met de bus d.m.v. een brugje tussen klemmen 1 en 2. Maak deze doorverbinding steeds op de voeding en
nooit op de muurprints.
3.2 Gebruik als hulpvoeding
Kies welke muurprints op de hulpvoeding aangesloten moeten worden (procedure zie handleiding muurprints).
Verbind klem 1 van de 67-710 met klem 22,5V DC+ van elke geselecteerde muurprint. Maak deze doorver-
binding steeds op de voeding en nooit op de muurprints. Zet de schakelaar van de betreffende muurprints in
de juiste positie.
3.3 Gebruik als Silicon Controls-voeding
Verbind de Silicon Controls-voedingsingangen met klemmen 1 en 3.
Opgelet!
Ballasten van verschillende merken mogen op dezelfde bus aangesloten worden. Sturingen van verschillende merken
mogen NIET zomaar op dezelfde bus aangesloten worden. Hou rekening met volgende twee parameters:
- sommige fabrikanten gebruiken niet-gestandaardiseerde stuurcodes. Het is mogelijk dat het aangesloten
stuursysteem helemaal niet of slechts sporadisch werkt.
- sommige fabrikanten van stuursystemen kunnen de maximumspanning van de DALI-bus (22,5V) niet aan.
Beperk daarom de voedingsspanning van de 67-710 tot max. 16V. Controleer welke voedingspanning de
verschillende stuursystemen toelaten.
Tabel 1
Type muurprint
Verbruik muu bedieningselementen
Enkel
14 + (1 x 2) = 16mA
Dubbel
14 + (2 x 2) = 18mA
Drievoudig
14 + (3 x 2) = 20mA
Viervoudig
14 + (4 x 2) = 22mA
Tabel 2
Maximum aantal
muurprints
Muu bedieningselementen
gevoed via DALI-bus (1)
Muu bedieningselementen
gevoed via hulpvoeding (2)
Enkel
6
14
Dubbel
5
12
Drievoudig
5
11
Viervoudig
4
10
Tabel 3
Maximum aantal bedienings-
elementen
Bedieningselementen gevoed
via DALI-bus (1)
Bedieningselementen gevoed
via hulpvoeding (2)
Enkel
6
14
Dubbel
10
24
Drievoudig
15
33
Viervoudig
16
40
(1) Ongeacht of de voeding op 22,5V of 16V ingesteld is.
(2) Alleen van toepassing indien gebruikt als hulpvoeding (gescheiden van DALI-busbedrading). Als de voeding
over de DALI-bus verbonden is, blijft slechts de helft beschikbaar voor de stuursystemen. De andere helft
is voorbehouden voor de EVSA.
- De DALI-bus- en -hulpvoeding kunnen afzonderlijk aangesloten worden om het aantal bedieningspunten te
verhogen.
- Het max. aantal bedieningselementen hangt af van de configuratie. Elke Niko-muurprint verbruikt 14mA. Elk
Niko-bedieningselement verbruikt 2mA. Het exacte verbruik kan berekend worden volgens tabel 1.
Raadpleeg Niko voor verdere inlichtingen.
- Deze voeding zal bij normaal gebruik een hoeveelheid warmte (max. 5W) produceren. Zorg voor voldoende
warmteafvoer. Dek de voeding niet af met isolerend materiaal. Bij inbouw van verschillende toestellen in een
verdeelkast kan de temperatuur in die kast hoger oplopen dan de omgevingstemperatuur. Dit kan de werking
van de voeding beïnvloeden (beperking van het max. vermogen - thermische beveiliging). Zorg voor voldoende
ventilatie van de schakelkast zodat de temperatuur in de schakelkast steeds kleiner is dan 35°C.
- Na een stroomonderbreking wordt de voeding automatisch heringeschakeld.
3. ONDERHOUD VAN HET PRODUCT
- Kijk de vastheid van de aansluitklemmen regelmatig na.
4. TECHNISCHE GEGEVENS
- Werkspanning: 207 tot 253V~, frequentie 50Hz ±1%
- Afmetingen: 54,5 x 70 x 89mm
- Montage DIN-rail: voorzien voor montage in gesloten verdeelkast
- Gewicht: 0,400kg
- Omgevingstemperatuur bij werking: min. 0°C, max. 35°C
- Niet-condenserende luchtvochtigheid
- Eigen stroomopname/eigen verbruik (zowel ingeschakeld als uitgeschakeld): 5W
- Max. omgevingstemperatuur: ta = 35°C
- Max. draaddiameter per aansluitklem: 2 x 2,5mm
2
- Max. belasting: 225mA
- Beveiligingen: thermische, overbelastings- en kortsluitingsbeveiliging
- Overbelastingsbeveiliging actief vanaf 240mA
- Overeenkomstig de norm EN61558-1
- Informatie i.v.m. galvanische scheiding:
- ZLVS tussen aansluitklemmen:
- 1 (V DC+) en 3 (gemeenschappelijk), behalve indien aangesloten op DALI-bus (brug tussen klem 1 en 2)
- 6 en 7 (keuze uitgangspanning), behalve indien aangesloten op DALI-bus (brug tussen klem 1 en 2)
- ZLS tussen klemmen:
- 1 (V DC+) en 3 (gemeenschappelijk) indien brug tussen klem 1 en 2
- Klemmen 6 en 7 worden gebruikt om de nominale uitgangspanning te kiezen:
- geen brug tussen klemmen: 22,5V DC ±0,5V
- brug tussen klemmen: 16V DC ±0,5V
- Voeding voor Silicon Controls-systemen instellen op 22,5V DC (geen brug)
- Hulpvoeding van Niko-muurprints voor DALI: 22,5V DC
- Voeding van Niko-muurprints en stuurmodules: 22,5V DC
- Voeding van DALI-componenten van andere fabrikanten: afhankelijk van technische gegevens van fabrikant in
kwestie: zo nodig 16V DC (plaats een brug tussen klemmen 6 en 7, brug niet geleverd)
- Compatibel met DALI volgens EN60929 (min. 7V DC; max. 24V DC)
6. TROUBLESHOOTING:
Groene LED uit: geen voedingsspanning (230V~ onderbroken): contoleer de aansluiting, de stand van de voe-
dingsautomaat en andere beveiligingen.
Rode LED licht op:
- overbelasting van de bus: te veel deelnemers aangesloten op de DALI-bus. Oplossing: schakel een deel van de
muurprints via de voorziene schakelaar over naar een hulpvoeding (procedure zie handleiding muurprints).
- beveiliging door opwarming: controleer de temperatuur in de kast (max. 35°C) en neem zo nodig maatregelen
voor verluchting en/of koeling. De temperatuursbeveiliging is voorzien van een automatische herinschakeling
zodra de temperatuur voldoende gedaald is.
- beveiliging door kortsluiting aan de belastingzijde (bv. kortsluiting op de DALI-bus): controleer de verschillende
aansluitingen. Schakel de voeding pas in nadat u alle kortsluitingen verwijderd hebt.
7. WETTELIJKE WAARSCHUWINGEN
- De installatie dient te worden uitgevoerd door een erkend installateur en met inachtname van de geldende
voorschriften.
- Deze handleiding dient aan de gebruiker te worden overhandigd. Zij moet bij het dossier van de elektrische
installatie worden gevoegd en dient te worden overgedragen aan eventuele nieuwe eigenaars. Bijkomende
exemplaren zijn verkrijgbaar via de Niko-website of -supportdienst.
- Bij de installatie dient rekening gehouden te worden met (lijst is niet limitatief):
- de geldende wetten, normen en reglementen;
- de stand van de techniek op het ogenblik van de installatie;
- het feit dat een handleiding alleen algemene bepalingen vermeldt en dient gelezen te worden binnen het
kader van elke specifieke installatie;
- de regels van goed vakmanschap.
- Bij twijfel kan u de supportdienst van Niko raadplegen of contact opnemen met een erkend controleorganisme.
Support België:
Support Nederland:
tel. + 32 3 778 90 80
tel. + 31 183 64 06 60
website: http://www.niko.be
website: http://www.niko.nl
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
In geval van defect kan u uw product terugbezorgen aan een erkende Niko-groothandel samen met een duidelijke
omschrijving van uw klacht (manier van gebruik, vastgestelde afwijking…).
8. GARANTIEBEPALINGEN
- Garantietermijn: twee jaar vanaf leveringsdatum. Als leveringsdatum geldt de factuurdatum van aankoop van
het goed door de consument. Indien geen factuur voorhanden is, geldt de productiedatum.
- De consument is verplicht Niko schriftelijk over het gebrek aan overeenstemming te informeren, uiterlijk binnen
de twee maanden na vaststelling.
- In geval van een gebrek aan overeenstemming van het goed heeft de consument recht op een kosteloze
herstelling of vervanging, wat door Niko bepaald wordt.
- Niko is niet verantwoordelijk voor een gebrek of schade als gevolg van een foutieve installatie, oneigenlijk of
onachtzaam gebruik of verkeerde bediening of transformatie van het goed.
- De dwingende bepalingen van de nationale wetgevingen betreffende de verkoop van consumptiegoederen en de
bescherming van de consumenten van de landen waarin Niko rechtstreeks of via zuster/dochtervennootschap-
pen, filialen, distributeurs, agenten of vaste vertegenwoordigers verkoopt, hebben voorrang op bovenstaande
bepalingen.
