5
NL
ook voor andere functies geprogrammeerd worden; zie paragraaf “7.5 Func-
ties tweede niveau”.
•
BLUEBUS
= op dit klemmetje kunnen compatibele inrichtingen worden aan
-
gesloten; ze worden allemaal parallel aangesloten met slechts twee draden
waarlangs zowel de elektrische voeding als de communicatiesignalen lopen.
Meer informatie over BlueBUS vindt u in paragraaf “8.1.1 BlueBUS”.
•
STOP
= ingang voor inrichtingen die het lopende manoeuvre blokkeren of
eventueel onderbreken; door het uitvoeren van de juiste handelingen kunt u
op de ingang STOP contacten van het type “Normaal Gesloten”, type “Nor
-
maal Open” of inrichtingen met een constante weerstand aansluiten. Meer
informatie over STOP vindt u in paragraaf “8.1.2 Ingang STOP”.
•
PP
= ingang voor inrichtingen die het manoeuvre in de modus Stap-voor-Stap
aansturen; het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” aan te sluiten.
•
OPEN
= ingang voor inrichtingen die alleen het openingsmanoeuvre aanstu
-
ren; het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” aan te sluiten.
•
CLOSE
= ingang voor inrichtingen die alleen het sluitmanoeuvre aansturen;
het is mogelijk contacten van het type “Normaal Open” aan te sluiten.
•
ANTENNE
= ingang voor aansluiting van de antenne voor radio-ontvanger
(de antenne is ingebouwd bij LUCY B).
5
EINDCONTROLES EN START
Alvorens met de fase van de eindcontroles en de start van de automatisering te
beginnen, is het raadzaam de wagen los te haken en de vleugel halverwege te
zetten zodat deze vrijelijk zowel open als dicht kan gaan.
5.1 - Keuze van de richting
Afhankelijk van de plaats van de reductiemotor ten opzichte van de vleugel
dient u de richting voor de openingsmanoeuvre te kiezen; als de vleugel voor
opening naar links moet bewegen, moet de keuzeschakelaar naar links worden
bewogen, zoals in de afbeelding is weergegeven;
als de vleugel voor opening naar rechts moet bewegen, moet de keuzescha
-
kelaar naar rechts worden bewogen, zoals in de afbeelding is weergegeven.
5.2 -
Aansluiting op de stroomvoorziening
LET OP! – De aansluiting van de stroomvoorziening naar de RUN moet
worden uitgevoerd door ervaren, deskundig personeel dat in het bezit
is van de vereiste kenmerken, met volledige inachtneming van wetten,
voorschriften en reglementen.
Zodra de RUN onder spanning staat, is het raadzaam enkele eenvoudige con
-
troles uit te voeren:
01.
Controleer dat het BlueBUS-ledlampje regelmatig knippert met een fre
-
quentie van één knippering per seconde.
02.
Controleer of ook de ledlampjes op de fotocellen (zowel op TX als op RX)
knipperen; het is niet van belang hoe ze knipperen, dat hangt immers van
andere factoren af.
03.
Controleer of het knipperlicht dat op de uitgang FLASH is aangesloten en
het controlelampje dat op de uitgang S.C.A. is aangesloten, uit zijn.
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de stroomtoevoer naar de besturings
-
eenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen nauwkeuriger te controleren.
Meer nuttige informatie over het opsporen en analyseren van storingen vindt u
in het hoofdstuk “Oplossen van problemen”.
5.3 - Herkennen van de inrichtingen
Nadat de installatie van stroom is voorzien dient de besturingseenheid de op de
ingangen BlueBUS en STOP aangesloten inrichtingen te herkennen. Vóór deze
fase knipperen de ledlampjes L1 en L2 om aan te geven dat de procedure voor
het herkennen van de inrichtingen moet worden uitgevoerd.
01.
Druk op de toetsen
[
s
]
en
[Set]
, en houd ze ingedrukt.
Stop Se
t
Close
Ope
n
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8
02.
Laat de toetsen los wanneer de ledlampjes L1 en L2 heel snel beginnen te
knipperen (na ongeveer 3 sec.).
03.
Wacht enkele seconden tot de besturingseenheid het leren van de appara-
ten voltooit.
04.
Nadat de inrichtingen herkend zijn, moet het ledlampje STOP blijven bran
-
den; de ledlampjes L1 en L2 zullen uitgaan (eventueel zullen de ledlampjes
L3 en L4 beginnen te knipperen).
Herkennen van de inrichtingen (methode 2)
Laat volgende configuraties toe:
•
De Bluebus-uitgang met de 12 V-hulpuitgang; kan worden gebruikt als uit-
gang voor de voeding van de elektronische 12 V-eenheden max. 6 W.
LET OP! - Wanneer de inrichtingen herkend worden volgens methode
2, is het niet langer mogelijk om de Bluebus-fotocellen te gebruiken.
•
De werkingsmodus klemingangen OPEN en CLOSE respectievelijk als veilig
-
heid “foto” en “foto 2” (voor de functionaliteit: zie tabel 10 en afbeelding 18).
Deze werkingsmodus wordt tijdens de fase van de inrichtingsherkenning geac
-
tiveerd door de toetsen
[Open]
en
[Stop]
langer dan 8 seconden ingedrukt te
houden.
Zodra de 8 seconden voorbij zijn, beginnen de ledlampjes L1 en L2 zeer snel te
knipperen; u mag de toetsen
[Open]
en
[Stop]
nu loslaten.
De fase van het herkennen van aangesloten inrichtingen kan op elk gewenst
moment herhaald worden, ook na de installatie, bijvoorbeeld als er een inrich
-
ting toegevoegd zou worden; om een nieuwe herkenningsprocedure uit te voe-
ren, dient u paragraaf “8.1.6 Herkennen van andere inrichtingen” te raadplegen.
5.4 - Herkennen van de vleugellengte
Nadat de inrichtingen herkend zijn zullen de ledlampjes L3 en L4 beginnen
te knipperen; dit betekent dat de besturingseenheid de lengte van de vleugel
moet herkennen (de afstand van de eindaanslag sluitstand tot de eindaanslag
openingsstand); deze maat is nodig voor het berekenen van de punten van
vertraging en het punt van gedeeltelijke opening.
01.
Druk op de toetsen
[Set]
en
[
t
]
,
en houd ze ingedrukt.
Stop Se
t
Ope
n
Close
L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7
02.
Laat de toetsen los wanneer de manoeuvre van start gaat (na ongeveer 3
sec.).
03.
Controleer of dit manoeuvre een openingsmanoeuvre is; zo niet, druk dan
op de toets
[STOP]
en controleer nog aandachtiger de paragraaf “5.1
Keuze van de richting”; herhaal dit vanaf punt 1.
04.
Wacht dat de besturingseenheid een compleet openingsmanoeuvre uit-
voert totdat de eindaanslagopening bereikt is; onmiddellijk daarna begint
het sluitmanoeuvre.
05.
Wacht totdat de besturingseenheid het sluitmanoeuvre volledig uitvoert.
Herkennen van de vleugellengte (methode 2)
Laat volgende configuraties toe:
•
De “vertraging” bij het openen en sluiten op 10 cm.
•
De “instelling van de motorsnelheid” voor opening en sluiting op 100%
(modaliteit zeer snel, zie tabel 8).
Deze werkingsmodus wordt tijdens de fase van de inrichtingsherkenning
geactiveerd door de toetsen
[Stop]
en
[Close]
langer dan 8 seconden inge-
drukt te houden. Zodra de 8 seconden voorbij zijn, beginnen de ledlampjes L3
en L4 zeer snel te knipperen; u mag de toetsen
[Stop]
en
[Close]
nu loslaten.
Als dit alles niet gebeurt, dient u onmiddellijk de stroomtoevoer naar de bestu
-
ringseenheid af te sluiten en de elektrische aansluitingen nauwkeuriger te contro-
leren. Meer nuttige informatie vindt u in het hoofdstuk “Oplossen van problemen”.
Содержание RUN1200HS
Страница 3: ...3 8 10 12 9 11 1 2mm 13 3 8 mm 14 1 2 3 4 ...
Страница 6: ...6 2 1 1 2 23 1 3 2 4 5 6 22 ...
Страница 22: ......
Страница 38: ......
Страница 54: ......
Страница 70: ......
Страница 86: ......
Страница 102: ......
Страница 130: ......
Страница 131: ......
Страница 132: ...IS0239A04MM_28 06 2016 www niceforyou com Nice SpA Oderzo TV Italia info niceforyou com ...