Nederman RBU 1300, Руководство пользователя

Страница: 150 / 255

RBU
NL
RBU 1300 1600 1600E 2100 2100E 2600 2600
FC
Recycling van materiaal Circa 95 tot 97% van het gewicht.
Min. bedrijsfrequentie, Hz N/A 20
Max. bedrijfsfrequentie, Hz N/A 60
Max. snelheid frequentiewijzi-
ging, Hz/s N/A 1
3.7 Drukval grafieken
3.7.1 RBU
Zie Afbeelding 9 .
3.7.2 RBU 2600 FC
Zie Afbeelding 10 .
De grafiek toont het vacuüm (kPa) versus de lucht-
stroom (Nm
3
/u) met een variabele frequentie 20-60
Hz, waarbij het vacuümniveau is ingesteld op 30 kPa
en de vacuümregelklep op 37 kPa staat.
Lijn A is de vacuüm/luchtstroom in werking.
4 Voor de installatie
Controleer de RBU unit op beschadigingen door trans-
port. Als er schade is of als er onderdelen ontbreken,
moeten het transportbedrijf en uw lokale vertegen-
woordiger van Nederman hiervan onmiddellijk op de
hoogte gebracht worden. Het wordt aanbevolen de
RBU unit te vervoeren naar de plaats van installatie,
terwijl deze nog in de fabrieksverpakking zit.
4.1 Locatie
Bereid de locatie voor waar de RBU unit geplaatst
moet worden voor de installatie. Er is een open werk-
ruimte vereist rond de unit voor onderhoud. Er is een
ruimte vereist van minstens 0,7 meter voor de unit
opdat de unit zou kunnen openen.
4.2 Fundering
De unit moet verankerd worden in een harde, vlakke
en stevige fundering, zoals een betonfundering.
Houd rekening met het totale gewicht van de unit met
toebehoren bij het berekenen van de fundering of
dragende structuur, zie ‘Tabel 3-1: Technische gege-
vens’.
5 Installatie
WAARSCHUWING! Gevaar voor persoonlijk
letsel
Gebruik oorbeschermers en veiligheidsbril tij-
dens de installatie van de unit.
De unit kan binnen of buiten geplaatst worden.
Houd rekening met het volgende bij de installatie van
RBU:
• De fundering moet horizontaal en hard zijn, zie ‘5.2.2
Fundering’.
• Installeer de RBU niet in de buurt van warmtebron-
nen of hete oppervlakken.
• Zorg ervoor dat service en onderhoud makkelijk zijn.
• Let op voor hete lucht die uit de uitlaat komt.
• De pomp en de uitlaat moeten duidelijk worden ge-
markeerd met vermelding dat ze brandwonden kun-
nen veroorzaken. Het wordt aanbevolen om maatre-
gelen te nemen om ervoor te zorgen dat niemand in
contact kan komen met hete delen.
• De omgevingstemperatuur moet binnen de bedrijf-
stemperatuur liggen, zoals gedefinieerd in Para-
graaf 3.6 Technische gegevens .
• Zorg ervoor dat de uitlaatleiding beschermd is tegen
regen.
• Zorg dat de uitlaatleiding een rooster heeft zodat er
geen objecten in de leiding kunnen komen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Zorg er voor het monteren voor dat de binnen-
kant van de pijp tussen het filter en de pomp
schoon is en vrij van stofdeeltjes. Zelfs kleine
deeltjes kunnen schade veroorzaken aan de
pomp wanneer deze tijdens de inbedrijfstelling
worden opgezogen.
5.1 Installatie binnenshuis
Houd rekening met het volgende bij de installatie van
de unit binnenshuis:
• Er moeten minstens twee ventilatie-openingen
voor ventilatie zijn, met een afmeting van minstens
250×250 mm. De ene moet hoog geplaatst worden
en de andere laag in de ruimte.
• Dicht een kleine ruimte waar een RBU unit staat
nooit volledig af. In sommige fasen laat de unit
rechtstreeks lucht toe in de basispomp. Dit kan een
gevaarlijke onderdruk veroorzaken in de ruimte in-
dien de luchtstroom belemmerd wordt.
• Leid de warme afvoerlucht weg, hetzij naar de at-
mosfeer of naar een warmtewisselaar. De afvoer-
lucht kan meer dan 100°C heet zijn. De leiding moet
150