22
Nederlands
5.2 Microfoons
U kunt tot drie microfoons aansluiten op de
XLR-aansluitingen INPUT 1 tot INPUT 3 (14,
16) . Voor de microfoon op de ingang INPUT
1 kan de microfoon-voorrangsschakeling
worden geactiveerd (hoofdstuk 6 .1, stap 8) .
1) Stel bij het aansluiten van een microfoon
op de kanalen INPUT 1 en 2 de bijbeho-
rende DIP-schakelaar nr . 3 (15, 17) in de
stand MIC stellen .
2) Bij gebruik van microfoons met fantoom-
voeding schakelt u de de 40 V-fantoom-
voeding in .
OPGELET!
Schakel de fantoomspanning
alleen bij uitgeschakelde versterker in
(luide schakelploppen mogelijk) en alleen
als op de bijbehorende uitgang geen
microfoon met ongebalanceerde uitgang
is aangesloten . Een dergelijke microfoon
kan anders beschadigd raken .
Zet de bijbehorende DIP-schakelaars
PH .PWR in de onderste stand ON:
Kanaal
DIP-Schakelaars
INPUT 1 Stand 17, nr . 2
INPUT 2 Stand 15, nr . 2
INPUT 3 Stand 15, nr . 1
ON MIC2
ON MIC1
ALARM MESSAGE
INPUT 1
LINE/MIC
INPUT 2
LINE/MIC
INPUT 3
MIC
INPUT 3
LINE
L
R
3
2
1
PH.PWR
LINE2
PH.PWR
LINE1
PRIO
1 2 3
1 2 3
13
14
15
16
17
Afb .7 Ingangen en DIP-schakelaars
5.3 Apparaten met lijnniveau
U kunt maximaal drie audioapparaten met
lijnniveau-uitgang (bijv . cd / mp3-speler, meng-
paneel, radio) op de XLR-aansluitingen (16)
van de ingangen 1 en 2 en op de cinch-jacks
(13) van de ingang 3 aansluiten .
Zet bij het aansluiten op de XLR-aan-
sluitingen de bijbehorende DIP-schakelaars
(15, 17) met de nr . 3 in de stand LINE . Plaats
de bijbehorende DIP-schakelaar PH .PWR
(nr . 2) in elk geval in de bovenste stand OFF .
Anders kan het aangesloten apparaat worden
beschadigd .
5.4 Externe schakelaar voor
alarmberichten
Alarmberichten die vooraf in mp3-formaat op
een SD-geheugenkaart bijv . vanaf een com-
puter werden opgenomen, kunnen indien
nodig via de versterker worden afgespeeld .
1) Steek de geheugenkaart met het alarm-
bericht /de alarmberichten met de afge-
schuinde zijde naar rechts in de sleuf
ALARM MESSAGE (18) tot ze vergrendelt .
Als u de kaart er weer wilt uitnemen, drukt
u ze iets in, zodat ze ontgrendelt .
2) Sluit een schakelaar aan op de klemmen
MESSAGE TRIGGER (10) .
3) Om af te spelen sluit u de schakelaar: De
mp3-bestanden op de geheugenkaart
worden na elkaar afgespeeld en het vo-
lume van alle andere audiosignalen neemt
automatisch af .
5.5 Gebruik in een geluidsinstallatie
Als de LA-202 in een bestaande geluidsinstal-
latie moet worden geïntegreerd:
1) Stuur het audiosignaal van de geluidsin-
stallatie naar een van de ingangen INPUT 1
tot INPUT 3 (13, 16) . Het signaal moet lijn-
niveau (0,2 – 1 V) hebben en onafhankelijk
van de volumeregelaar van de geluidsver-
sterker zijn .
2) Zet bij het aansluiten op een van de XLR-
aansluitingen de bijbehorende DIP-schake-
laars (15, 17) met de nr . 3 in de stand LINE .
Plaats de bijbehorende DIP-schakelaar
PH .PWR (nr . 2) in elk geval in de bovenste
stand OFF . Anders kan het aangesloten
apparaat worden beschadigd .
5.6 Voedingsspanning
Ten slotte verbindt u het meegeleverde net-
snoer eerst met de jack (7) en plugt u de stek-
ker ervan in een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
6 Bediening
6.1 Eerste ingebruikname
1) U kunt het signaal voor de inductielus via
een hoofdtelefoon (impedantie ten minste
32 Ω) beluisteren . Sluit de hoofdtelefoon
aan op de jack PHONES (1) .
2) Alvorens in te schakelen, draait u de re-
gelaars INPUT 1 tot 3 (2) en MASTER (4)
eerst naar nul .
3) Schakel de versterker in met de schakelaar
POWER (6) . De rode led ON (5) brandt .
4) Speel een opgeslagen alarmbericht af (of,
indien beschikbaar, een testsignaal met
1 kHz, 0 dB): Sluit de schakelaar aan op de
klemmen MESSAGE TRIGGER (10) .
5) Draai de regelaar MASTER iets open en
meet met een veldsterktemeter de veld-
sterkte in de lus . Volgens de Europese
norm EN 60118-4 wordt een veldsterkte
van 100 mA / m aanbevolen en de maximale
veldsterkte mag de waarde van 400 mA / m
niet overschrijden . Beide waarden hebben
betrekking op de referentiefrequentie van
1 kHz . Stel met de regelaar MASTER de
veldsterkte overeenkomstig in . De ledket-
ting (5) geeft het uitgangsniveau weer .
Als er geen veldsterktemeter beschik-
baar is, voert u de instelling door met
een inductieontvanger (bv . LR-202 van
MONACOR) . Stel de regelaar MASTER in
op de beste audio- en ontvangstkwaliteit .
6) Stuur een signaal naar de aangesloten
ingangen (testsignaal, muziekfragment
of microfoonaankondiging) en stel met
de bijbehorende regelaars INPUT (2) het
volume in .
7) Met de klankregelaars BASS en TREBLE (3)
stelt u de optimale klank in .
8) Het signaal van kanaal 1 kan voorrang krij-
gen op de kanalen 2 en 3 . Stel hiervoor de
DIP-schakelaar PRIO (17) met het n . 1 in op
de stand ON . Daarmee worden bijv . bij een
aankondiging via het kanaal 1 de signalen
van de kanalen 2 en 3 gedempt . Op deze
manier is de aankondiging verstaanbaar .