Du-5
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
WAARSCHUWING
Als u het apparaat installeert, zet de
koelmiddelleidingen dan stevig vast
voordat u de compressor start.
VOORZICHTIG
Zet de moeren van ongebruikte ope-
ningen goed vast.
4-1. REINIGINGSPROCEDURES EN LEKTEST
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
3-2. DE LEIDINGEN AANSLUITEN
1) Breng een dun laagje koelolie (G) aan op de flensuiteinden van de leidingen
en de leidingverbindingen van de buitenunit. Breng geen koelolie aan op de
schroefdraden. Een te groot aanhaalkoppel zal de schroef beschadigen.
2) Lijn het midden van de leiding uit met het midden van de leidingverbindingen
van de buitenunit en draai de flensmoer 3 à 4 slagen aan met de hand.
3) Draai de flensmoer met een momentsleutel vast zoals voorgeschreven in de
tabel.
• Te strak aandraaien kan schade aan de flensmoer veroorzaken met lek
-
kage van koelmiddel tot gevolg.
• Wikkel isolatie om de leidingen. Direct contact met ontblote leidingen kan
brandwonden of bevriezing veroorzaken.
3-3. ISOLATIE EN TAPE
1) Bedek de leidingverbindingen met afdekkingen voor leidingen.
2) Isoleer beslist alle leidingen die buiten lopen, inclusief de kranen.
3) Omwikkel de verbindingsleiding met leidingtape (E), te beginnen bij de ingang
van de buitenunit.
• Zet het einde van de leidingtape (E) vast met tape (voorzien van plakmid
-
del).
•
Wanneer leidingen boven het plafond, door een kast of via andere warme en
vochtige plaatsen komen te lopen, wikkel er dan extra in de handel verkrijg-
bare isolatie omheen om condensatie te voorkomen.
4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Afb. 3)
• Houd de koperen leiding omlaag en verwijder de bramen. De bramen mo
-
gen niet in de leiding vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en
schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de
afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel ge-
toonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gekozen
gereedschap.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Afb. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de
leiding af en maak de afdichting opnieuw.
1) Verwijder de dop van de onderhoudsopening in de afsluitkraan van de
gasleiding aan de buitenunit. (De afsluitkranen zijn in eerste instantie
geheel gesloten en met de dop erop.)
2) Sluit het meterverdeelstuk en de vacuümpomp aan op de onderhouds-
opening van de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit.
3) Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minu-
ten.)
4) Controleer het vacuüm met het meterverdeelstuk. Sluit vervolgens het
meterverdeelstuk en stop de vacuümpomp.
5) Wacht één tot twee minuten. Controleer of de wijzer van het meter-
verdeelstuk in dezelfde stand blijft staan. Controleer of de manometer
inderdaad –0,101 MPa [Meter] (–760 mmHg) aangeeft.
6) Verwijder het meterverdeelstuk snel van de onderhoudsopening van
de afsluitkraan.
7) Open alle afsluitkranen van de gas- en vloeistofleiding volledig. Als de
airconditioner werkt met deels gesloten kranen, functioneert hij slech-
ter en ontstaan er problemen.
8) Zie 1-2. en vul indien nodig de voorgeschreven hoeveelheid koelmid-
del bij. Vul het vloeibare koelmiddel langzaam bij. Als u dit niet doet,
kan de samenstelling van het koelmiddel in het systeem veranderen
waardoor de airconditioner slechter kan gaan werken.
9) Plaats de dop weer op de onderhoudsopening om de oorspronkelijke
situatie te herstellen.
10) Lektest
Flensmoer
Matrijs
Koperen
leiding
Koperen leiding
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Correct
Krom Oneffen Bramen
Onjuist
Bank-
schroeftype
Flensgereedschap
Vleugel-
moertype
Rondom glad
Rondom de-
zelfde lengte
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.
Diameter
leiding (mm)
Moer
(mm)
A (mm)
Aanhaalkoppel
Koppelings-
gereedschap
voor R410A
Koppelings-
gereedschap
voor R22
Vleugelmoer-
gereedschap
voor R22
N•m
kgf•cm
ø6,35 (1/4”)
17
0 - 0,5
1,0 - 1,5
1,5 - 2,0
13,7 - 17,7 140 - 180
ø9,52 (3/8”)
22
34,3 - 41,2 350 - 420
ø12,7 (1/2”)
26
2,0 - 2,5
49,0 - 56,4 500 - 575
ø15,88 (5/8”)
29
73,5 - 78,4 750 - 800
*Shuiten
*Openen
Inbussleutel
*4 to 5 slagen
Voorzorgsmaatregelen
tijdens gebruik regelkraan
Wanneer u de regelkraan op de onder-
houdsopening bevestigt, kan de schuifaf-
sluiter van de regelkraan vervormen of los
komen te zitten als er te veel druk op wordt
uitgeoefend. Hierdoor kan er gas gaan lek-
ken.
A
Wanneer u de regelkraan op de on-
derhoudsopening bevestigt, controleer
dan eerst of de schuifafsluiter van de
regelkraan is gesloten voordat u on-
derdeel A vastdraait. Draai onderdeel
A niet vast of draai de behuizing niet
om als de schuifafsluiter geopend is.
Dop voor afsluitkraan
(Aanhaalkoppel 19,6
tot 29,4 N•m, 200 tot
300 kgf•cm)
Vacuümpomp
(voor R410A)
Meterverdeelstuk
(voor R410A)
Compoundmanometer
(voor R410A)
–0,101 MPa
(–760 mmHg)
Hendel
laag
Hendel hoog
Vulslang
(voor R410A)
Dop voor onder-
houdsopening
(Aanhaalkoppel
13,7 tot 17,7 N•m,
140 tot 180 kgf
•
cm)
Afsluitkraan voor
VLOEISTOF
Manometer
(voor R410A)
Onderhoudsopening
Vulslang
(voor R410A)
Behuizing
Sluiten Openen
Regelkraan
Afsluitkraan
voor GAS
WG79A739H01_nl.indd 5
11/10/2017 9:22:07