FR
NL
Le métier à tisser est enfilé d’une chaîne de tapis 12/6 et est prêt à tisser.
Il vous suffit de soulever le métier à tisser et de fixer l’étai (14) avec les vis
fournies (13). Trois navettes (3) et différents fils sont inclus. Vous pouvez
compléter avec d’autres sortes de fils.
Placez le métier à tisser avec la poitrinière (5) contre vous. Faites tourner le
support des lames (9) de sorte que la baguette soit dirigée vers vous et insérez
la navette (3) à travers la foule (8). Frappez la trame (4) avec la chasse (1).
Faites ensuite tourner le support des lames de sorte que la baguette pointe
loin de vous, insérez la navette de l’autre côté et frappez avec la chasse.
Répétez ces étapes. Ne tirez pas trop fort sur la trame, car le tissu est alors
tiré sur les côtés.
Si vous avez tellement tissé qu’il est difficile d’enfiler la navette à travers
la foule, vous devez desserrer la roue dentée (7) vers l’ensouple (12) de
quelques crans et enrouler le tissage effectué sur le rouleau (6). Vérifiez que
la chaîne est suffisamment tendue. Si vous tissez de larges rayures, coupez
le fil à environ 2 cm du bord et placez le fil de tissage autour du fil de chaîne
extérieur puis de nouveau dans la foule. Procédez de la même manière avec
le nouveau fil de tissage. Si vous ne voulez pas tout tisser en un long tissage,
vous pouvez laisser environ 12 cm de chaîne vide entre les différents tissages.
Quand le tissage terminé est prêt à être retiré du métier à tisser, coupez les
fils de chaîne à 6 à 8 cm du tissage et attachez les fils deux par deux. Si vous
avez tissé plusieurs tissages, coupez la chaîne entre les tissages et attachez
ici aussi les fils deux par deux.
Changement de la chaîne
1. Coupez 13 morceaux de 300 cm de fil de chaîne (11) (chaîne de tapis 12/6)
2. Placez le métier à tisser avec la chasse (1) contre vous
3. Prenez un fil et commencez par une extrémité
4. Enfilez le fil à travers la première fente à l’extrême gauche du peigne (2)
5. Enfilez le fil à travers la première fente à l’extrême gauche de la lame (10)
nº 1 (au milieu)
6. Enfilez le fil à travers le premier trou à l’extrême gauche de la lame (10) nº 2
7. Laissez le fil reposer sur la poitrinière arrière (5)
8. Prenez l’autre extrémité du fil qui a été commencé et enfilez-le à travers la
fente à côté
9. Enfilez le fil à travers le premier trou situé en deuxième sur la gauche de la
lame (10) nº 1 (au milieu)
10. Enfilez le fil à travers la deuxième fente sur la lame (10) nº 2
11. Laissez le fil reposer sur la poitrinière arrière (5)
12. Tirez les fils à l’arrière, mais laissez environ 10 cm sur le devant
13. Prenez maintenant un nouveau fil et recommencez le processus de l’étape
3 à 12, et travaillez ainsi vers le bord à droite jusqu’à ce que le métier à
tisser soit rempli. Une fois sur deux dans la fente, une fois sur deux dans le
trou.
14. Prenez un bâton fin et assez long, par exemple une aiguille, et insérez-le à
travers toutes les boucles.
15. Tirez les fils à l’arrière
16. Accrochez le bâton/l’aiguille avec du ruban adhésif sur la poitrinière (5) sur
le devant
17. Placez tous les fils dans le bon ordre afin qu’ils ne se croisent pas
18. Tournez le métier à tisser afin que vous ayez la poitrinière arrière (5) contre
vous
19. Veillez à ce que tous les fils soient de la même taille
20.Attachez les extrémités au même fil
21. Aidez-vous d’un ami
22. Retirez/coupez le ruban adhésif
23. Demandez à votre ami de retirer le bâton/l’aiguille. Laissez environ 10 cm
sur l’autre côté
24. Retour à la poitrinière arrière (5). Enfilez tous les fils sur la planche en bois
25. Attachez la planche en bois aux ficelles qui sont attachées au métier à
tisser
26. Tendez le fil avec les mains et rectifiez les fils afin que les nœuds soient
placés sur la planche en bois, et assurez-vous que les fils sont dans l’ordre
27. Votre ami doit maintenant retirer le bâton/l’aiguille et tenir les fils tendus
28. Tissez maintenant le fil sur l’ensouple
29. Vérifiez que ce soit bien tendu tout le temps
30. Enroulez jusqu’à ce qu’il y ait environ 5 cm restants sur l’autre côté du
bâton/de l’aiguille
31. Prenez l’autre planche en bois et passez-la à travers les boucles
32. Attachez la planche en bois aux ficelles qui sont attachées au métier à
tisser
33. Tissez le dernier morceau de fil sur la bobine
34. Rectifiez tous les fils afin qu’ils soient en ordre
35. Tendez une dernière fois
Si vous souhaitez voir un film comprenant des instructions plus claires,
rendez-vous sur www.mickiofsweden.com et recherchez « métier à tisser ».
Het weefgetouw is voorzien van tapijtketting 12/6 en is klaar om te weven.
U hoeft het weefgetouw slechts op te zetten en de verbindingsbalk (14) te
bevestigen met de meegeleverde schroeven (13). Drie schietspoelen (3) met
verschillende garens zijn inbegrepen. U kunt dit gerust aanvullen met andere
soorten garens.
Plaats het weefgetouw met de borstboom (5) naar u toe. Draai de kantelbalk
(9) zodat de pin naar u toe wijst en haal de schietspoel (3) door de sprong (8).
Druk de inslag (4) aan met het riet (1). Draai de kantelbalk vervolgens zodat
de pin van u af wijst, haal de schietspoel er vanaf de andere kant door en druk
het aan met het riet. Herhaal deze stappen. Trek de inslag niet te hard aan,
want dan wordt het weefsel aan de zijkanten naar binnen getrokken.
Wanneer u zo veel heeft geweven dat het moeilijk wordt om de schietspoel
door de sprong te halen, moet u de vergrendeling (7) bij de kettingboom
(12) een paar standen losser zetten en het weefsel dat af is op de stofboom
(6) rollen. Voel of de ketting voldoende gespannen is. Als u brede strepen
weeft, knipt u het garen ca. 2 cm vanaf de rand af en legt u het garen rond
de buitenste kettingdraad en weer terug in de sprong. Doe hetzelfde met de
nieuwe garendraad. Als u niet alles tot één lang weefsel wilt weven, kunt u ca.
12 cm kettingdraad leeg laten tussen de verschillende weefsels. Wanneer u
het voltooide weefsel uit het weefgetouw wilt halen, knipt u de kettingdraden
6-8 cm van het weefsel vandaan af en knoopt u de draden twee aan twee
aan elkaar. Als u meerdere weefsels heeft geweven, knipt u de ketting midden
tussen de weefsels door en knoopt u ook daar de draden twee aan twee aan
elkaar.
De ketting verwisselen
1. Knip 13 stukken kettingdraad van elk 300 cm (11) (tapijtketting 12/6)
2. Plaats het weefgetouw met het riet (1) naar u toe
3. Neem een draad en begin met het ene uiteinde
4. Rijg de draad door de eerste gleuf helemaal links op de weverskam (2)
5. Rijg de draad door de eerste gleuf helemaal links op de schacht (10) nr. 1
(midden)
6. Rijg de draad door het eerste heveloog helemaal links op de schacht (10)
nr. 2
7. Laat de draad rusten op de achterste borstboom (5)
8. Neem het andere uiteinde van de draad waar u mee bent begonnen en rijg
dit door de gleuf ernaast
9. Rijg de draad door het tweede heveloog van links op de schacht (10) nr. 1
(midden)
10. Rijg de draad door de andere gleuf in de schacht (10) nr. 2
11. Laat de draad rusten op de achterste borstboom (5)
12. Trek de draden naar achteren, maar laat ca. 10 cm over aan de voorkant
13. Neem nu een nieuwe draad, herhaal het proces van stap 3-12 en werk
richting de rechterkant totdat het weefgetouw gevuld is. Om en om,
afwisselend tussen de gleuf en het heveloog.
14. Neem een iets langer smal stokje, bijvoorbeeld een breinaald, en haal deze
door alle lussen.
15. Trek aan de draden aan de achterkant
16. Plak het stokje/de breinaald met tape vast aan de borstboom (5) aan de
voorkant
17. Leg alle draden in de juiste volgorde zodat ze elkaar niet kruisen
18. Draai het weefgetouw zodat de achterste borstboom (5) naar u toe is
gericht
19. Zorg ervoor dat alle draden even lang zijn
20.Knoop de uiteinden aan elkaar aan dezelfde draad
21. Vraag een vriend of vriendin om u te helpen
22. Verwijder de tape of knip deze af
23. Vraag uw vriend of vriendin om aan het stokje/de breinaald te trekken.
Laat ca. 10 cm aan over de andere kant
24. Terug naar de achterste borstboom (5). Rijg alle draden op het houten
plankje
25. Bevestig het houten plankje aan de touwtjes die vast zitten in het
weefgetouw
26. Trek de draad met de hand aan en corrigeer de draden zodat de knopen
bij het houten plankje komen te zitten en zorg ervoor dat de draden juist
liggen
27. Uw vriend of vriendin moet nu aan het stokje/de breinaald trekken en de
draden gespannen houden
28. Rol nu de draad op de kettingboom
29. Zorg ervoor dat het voortdurend gespannen is
30. Rol het op tot er nog ca. 5 cm over is aan de andere kant bij het stokje/de
breinaald
31. Neem het andere houten plankje en haal het door de lussen
32. Bevestig het houten plankje aan de touwtjes die vast zitten in het
weefgetouw
33. Wind het laatste stukje draad op de spoel
34. Corrigeer alle draden zodat ze in de juiste volgorde liggen
35. Span nog een laatste keer aan
Als u een filmpje wilt bekijken met duidelijkere instructies, ga dan naar
www.mickiofsweden.com en zoek op weefgetouw.
INSTRUCTIONS DE TISSAGE MÉTIER À TISSER
WEEFINSTRUCTIES WEEFGETOUW
