NEDERLANDS
nl
21
Belangrijk:
Er wordt geadviseerd om vóór de volgende
ingebruikname de doorhardingstijd van de kit (ca.
24 uur) na te leven.
8.5.4 Verwijdering van het opgevangen
materiaal
Bij vol vulreservoir c.q. bij het bereiken van de
maximaal toegestane vulpeilhoeveelheid moet het
apparaat uitgeschakeld worden (van tevoren moet
de stofgenerator echter uitgeschakeld worden) en
de reiniging nog een keer uitgevoerd worden. Door
het losdraaien van de spanhendels (3) wordt het
vulreservoir (1) verlaagd en kan men deze voor het
wisselen van de spanenzak eruit trekken. Nu wordt
de spanenzak voorzichtig gesloten en uit het
reservoir gehaald. De verwijdering moet volgens
de plaatselijke bepalingen plaatsvinden.
Let op!
Bij deze werkzaamheden dient in ieder geval met
een stofmasker (filtermasker met deeltjesfilter,
filterklasse 2) te worden gewerkt.
Er moet vermeden worden, dat niet betrokken
personen met stof belast worden.
De nieuwe stofzak wordt zoals onder punt 8.3
beschreven geplaatst.
8.6 Afzuigslang aansluiten
Uitsluitend elektrisch geleidende slangen
gebruiken. Slangen van kunststof moeten moeilijk
ontvlambaar zijn.
1. Aan een uiteinde van de spiraalslang de
metalen spiraal zodanig strippen, dat een ca. 5
cm lang stuk van de metalen spiraal uitsteekt.
2. Het slangstuk waaruit de metalen spiraal
verwijderd werd, afsnijden.
3. Het geïsoleerde stuk metalen spiraal zodanig
ombuigen, dat het binnenin de spiraalslang
steekt.
4. Het slanguiteinde (en een slangklem)
op het afzuigaansluitstuk van de stofvanger
schuiven en met de slangklem bevestigen: de
slangklem zodanig aanbrengen, dat de gestripte
metalen spiraal tegen het afzuigaansluitstuk van
de stofvanger gedrukt wordt, om te zorgen voor
een elektrisch geleidende verbinding.
Let op, dat de elektrische verbinding tussen slang
een afzuigstuk van de stofvanger correct is.
8.7 Aandrijvingselementen
8.7.1 Elektrische aansluiting
Let op!
bij spaanafzuigsysteem 100/230!
De stofvanger is onderhevig aan bijzondere
aansluitvoorwaarden volgens EN 61000-3-11, de
maximaal toegestane netimpedantie op de plaats
van gebruik bedraagt (0,275 + j0,172)
Ω
.
Let op!
bij spaanafzuigsysteem 100/400!
Controleer vóór de ingebruikname of de
draairichting van de motor c.q. het loopwiel correct
is. In geval van verkeerde draairichting wordt het
apparaat ontoelaatbaar opgewarmd. Bovendien
wordt het debiet lager en daarmee de prestatie van
het apparaat verminderd.
Belangrijk:
Bij ingebruikname altijd eerst de stofvanger en
daarna de stofgenerator inschakelen, bij het
uitschakelen dient de omgekeerde volgorde
gevolgd te worden.
Let op!
Om de functionaliteit van het spaanafzuigsysteem
in stand te houden, zijn de volgende
onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk.
Het regelmatige onderhoud en reparatie
bestaat uit:
De ventilator- en aandrijfunits moeten periodiek op
verontreiniging, beschadiging en corrosie
gecontroleerd worden.
9.1 Dagelijkse inspectie:
- Visuele controle op klaarblijkelijke gebreken of
beschadigingen aan het apparaat of onderdelen.
- De ruwe gas-/filterruimte dient op ongebruikelijke
afzettingen gecontroleerd te worden en evt.
gereinigd te worden.
- Werkwijze bij lekkages: apparaat uitschakelen,
lekkagepunten afdichten, defecte filters
vervangen.
9.2 Maandelijkse inspectie:
De maandelijkse inspectie dient door een
verantwoordelijke deskundige persoon, d.w.z.
iemand die in de bediening van het afzuigapparaat
geïnstrueerd is, uitgevoerd te worden.
- Verstoppingen in het gebied van de filters
moeten verholpen worden.
- Visuele controle op klaarblijkelijke gebreken of
beschadigingen aan het apparaat of onderdelen.
- De ruwe gas-/filterruimte dient op ongebruikelijke
afzettingen gecontroleerd te worden en evt.
gereinigd te worden.
- Controle op lekkages.
- Lekkende deuren, kleppen en behuizing moeten
afgedicht worden.
- Binnenruimte filter op spaanafzetting
controleren.
- Defecte filters moeten vervangen worden.
9.3 Jaarlijkse inspectie:
De jaarlijkse inspectie dient door een deskundige
verantwoordelijke persoon, d.w.z. iemand die een
scholing voor het onderhoud heeft afgesloten,
uitgevoerd te worden.
- Verstoppingen in het gebied van de filters
moeten verholpen worden.
- Visuele controle op klaarblijkelijke gebreken of
beschadigingen aan het apparaat of onderdelen.
- De ruwe gas-/filterruimte dient op ongebruikelijke
afzettingen gecontroleerd te worden en evt.
gereinigd te worden.
- Controle van alle afdichtingen op
beschadigingen en goed vastzitten controleren,
evt. vervangen.
- Defecte filters moeten vervangen worden.
- De dichtheid van de behuizing en van het
reservoir controleren en evt. afdichten.
- Schone lucht-kamers op stofafzettingen
controleren en evt. reinigen.
- De reinigingsinrichting op beschadigingen en op
slijtage controleren.
- Binnenruimte filter op spaanafzetting
controleren.
- Functiecontrole van de filterverschilcontrole.
- Zuigvermogencontrole.
- Filtertoestand en dichtheid door visuele controle
in de filterkamer en in de schone lucht-kamer.
- Functie van alle waarschuwingsinrichtingen,
storings-indicatielampjes van de besturing,
filterverschildruk-controle enz.
- De ventilator op verontreiniging, trillingen,
beschadiging, losse schroeven en corrosie
controleren. Om de 6 maanden loopwiel en met
name lasnaden op evt. scheurvorming
controleren.
- Reinigen met functiebehoud van de delen in
aanraking met lucht van de ventilator
- Werking van de druk-/debietregelaar van de
MBR-inrichtingen controleren
- Uitwendig op verontreiniging, bevestiging,
beschadiging en corrosie controleren en evt.
reinigen
- De aansluitklemmen natrekken
- Spanning, stroomopname en fasesymmetrie
meten; de meetgegevens moeten in het
meetprotocol geregistreerd worden
- De lagers op lawaai controleren
- Filter
- Op niet-toegestane verontreiniging en
beschadiging (lekkages) controleren; filters
moeten tijdens hun volledige gebruiksduur het
met de filterklasse overeenkomende
afscheidingsvermogen hebben. Bij opvallende
verontreiniging of lekkages moet het filter
vervangen worden.
- De verschildruk controleren; bij overschrijding
van de maximale verschildruk het filter
vervangen
- Reiniging; wisserarm (17) controleren
- De behuizing van het apparaat op
verontreiniging, beschadiging en corrosie
controleren. Reinigen en repareren
Let op!
Maandelijkse en jaarlijkse inspecties moeten met
de volgende inhoud schriftelijk gedocumenteerd
worden:
- Artikelnummer
- Datum van de ingebruikname van het
spaanafzuigsysteem
- Naam van de persoon die de ingebruikname van
de installatie heeft uitgevoerd.
- Datum van de inspectie
- Naam van de controleur
- Opmerking over de toestand van de stofvanger
en evt. vermelding van de gebreken
- Informatie over de revisiewerkzaamheden
- Handtekening van bedieningspersoneel en
verantwoordelijke controlerende persoon (zie
hfdst. 9.2 en 9.3)
Het bedieningspersoneel registreert correct alle
uitgevoerde onderhouds- en
revisiewerkzaamheden in een lijst en laat deze
door een verantwoordelijke schriftelijk bevestigen.
Deze lijst dient op verzoek aan de
controleorganen, bijv. bedrijfsvereniging en
arbeidsinspectie, correct ingevuld en ondertekend
overhandigd te worden.
Let op!
Indien nodig moet het spaanafzuigsysteem
vanzelfsprekend gerepareerd worden.
Het maximale geluidsdrukniveau kan door de
opstelling van het apparaat beïnvloed worden. De
eigenaar moet bij alle metingen externe geluiden,
die niet door het spaanafzuigsysteem veroorzaakt
worden, conform de voorgeschreven berekening
aftrekken. Ook het door de installatie
gegenereerde luchtgeluid kan door de ernaast
staande werkplaatswanden en het plafond
gereflecteerd worden. De reflecties zorgen bij
gladde oppervlakken voor een niveauverhoging. In
de meeste gevallen kan hier de eigenaar een
verbetering bereiken, door gericht
geluidsabsorberende bekleding aan te brengen.
- Een continue melding “Filterverschildruk hoog”
kan aan de verstopping van het filter liggen. Om
deze verstopping op te heffen, moet de installatie
uitgeschakeld worden. Daarna moet de eigenaar
de reiniging meerdere malen met de hand
bedienen, om het stof uit het filter te verwijderen.
Mocht dit niet succesvol zijn, dan moeten de
filters met de hand gereinigd worden.
- Mocht tijdens de werking de nieuw geplaatste
spanenzak naar boven gezogen worden, dan is
het vacuüm onder de zak niet voldoende om
deze omlaag te houden. De oorzaken hiervoor
kunnen zijn:
- het niet liggen van het reservoir tegen de
rubberen moffen
- een defecte afdichting boven het vulreservoir
- een defecte spanenzak
Waarschuwing!
Diagnose, storingen verhelpen en opnieuw in
gebruik nemen mogen uitsluitend door
geautoriseerde personen uitgevoerd worden. Dat
geldt met name bij werkzaamheden aan
elektrische inrichtingen binnen de schakelkast
(bijv. testwerkzaamheden, vervanging enz.)!
11.1 Buitenbedrijfstelling
De installatie vóór het begin van de
werkzaamheden in stroomloze toestand
schakelen (uitschakeling van alle polen) en tegen
onbevoegd inschakelen beveiligen.
Let op!
Bepaalde installatiedelen staan onder druk.
Als de installatie gedurende een langere periode
buiten bedrijf wordt gesteld, moeten de instructies
van de afzonderlijke componenten nageleefd
worden.
Daarnaast dient de informatie van de
componentenproducent in acht te worden
genomen (indien nodig aanvragen).
9. Onderhoud en reparatie
10. Hulp bij storingen
11. Stillegging
Содержание SPA 2002
Страница 76: ...ru 76 BG 69 A 1 1 7 5 f 1 1 6 4 DIN EN ISO 11201 10...
Страница 77: ......
Страница 78: ......
Страница 79: ......
Страница 80: ...Metabowerke GmbH Metabo Allee 1 72622 Nuertingen Germany www metabo com 1151691176 1219...