34
NEDERLANDS
autotechniek; met ruim toebehoren.
Art.-nr. 090 100 8582
•
Slagmoersleutel SR 120-Set
(niet afgebeeld)
laag luchtverbruik, daardoor ook ge-
schikt voor kleinere compressoren;
met ruim toebehoren.
Art.-nr. 090 100 6750
•
Ratelsleutel RS 320 (niet afgebeeld)
dankzij slanke vorm en met rubber
beklede kop ideaal voor toepassin-
gen in de autotechniek.
Art.-nr. 090 105 4541
•
Ratelsleutel RS 220-Set
(niet afgebeeld)
volledige set met omvangrijk toebe-
horen.
Art.-nr. 090 100 6717
•
Schroevendraaier DS 1610
(niet afgebeeld)
rechts-/linksdraaiend met snelom-
schakeling.
Art.-nr. 090 101 2440
Sproeien
J
Sproeipistool SPP 161
voor het sproeien van koudreiniger,
olie, vloeibare was, enz..
Art.-nr. 090 105 4525
•
Gecombineerd sproeipistool
UBS 820 (niet afgebeeld)
voor normale 1,0 l-schroefpatronen.
Art.-nr. 090 105 4479
Slangen
K
Slangtrommel ST 200
360
°
draaibaar; met 30 m PU-pers-
luchtslang.
Art.-nr. 090 105 4568
•
Persluchtslang met weefsellaag
(niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteeknippel;
5 m lengte; 12 mm buitendiameter;
6 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4908
•
Persluchtslang met weefsellaag
(niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteeknippel;
10 m lengte; 12 mm buitendiameter;
6 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4916
•
Persluchtslang met weefsellaag
(niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteeknippel;
10 m lengte; 15 mm buitendiameter;
9 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4924
•
Persluchtslang met weefsellaag
(niet afgebeeld)
50 m lengte; 15 mm buitendiamter;
9 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4932
•
Spiraalslang, Rilsan (niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteekmof;
2,5 m nuttige lengte; 8 mm buitendi-
ameter; 6 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4940
•
Spiraalslang, Rilsan (niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteekmof;
7,5 m nuttige lengte; 8 mm buitendi-
ameter; 6 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4959
•
Spiraalslang, Rilsan (niet afgebeeld)
met snelkoppeling en insteekmof;
10,0 m nuttige lengte; 10 mm buiten-
diameter; 8 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4967
•
Slangtrommel SA 100
(niet afgebeeld)
met weefselslang 20,0 m lengte;
15 mm buitendiameter; 9 mm bin-
nendiameter.
Art.-nr. 090 105 4975
•
Slangtrommel SA 200
(niet afgebeeld)
Geschikt voor bevestiging muur- en
plafondbevestiging; automatische
oprolfunctie; met 8 m PU-pers-
luchtslang; 13 mm buitendiameter;
8 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4550
Accessoires
L
Accessoireset LPZ 7-S
bevat: blaaspistool, bandenpomp,
bandenpompnippel, balnaald, verf-
spuitpistool, sproeipistool, spiraal-
slang.
Art.-nr. 090 100 3858
•
Accessoireset LPZ 7-P
(niet afgebeeld)
bevat: blaaspistool, bandenpomp,
bandenpompnippel, balnaald, verf-
spuitpistool, sproeipistool, 10 m
weefselslang.
Art.-nr. 090 100 3890
•
Accessoireset LPZ 6
(niet afgebeeld)
bevat: blaaspistool, bandenpomp,
bandenpompnippel, balnaald, verf-
spuitpistool, 5 m weefselslang.
Art.-nr. 090 104 4487
•
Accessoireset LPZ 4
(niet afgebeeld)
bevat: blaaspistool, bandenpomp,
verfspuitpistool, spiraalslang.
Art.-nr. 090 101 3845
•
Accessoireset LPZ 2
(niet afgebeeld)
bevat: universele houder met blaas-
pistool, bandenpomp, verfspuitpi-
stool, spiraalslang.
Art.-nr. 090 105 5971
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
– schakelt u het apparaat uit,
– trekt u de stekker uit het stopcon-
tact en
– wacht u tot het apparaat stilstaat.
– controleert u of het apparaat en
het gebruikte persluchtgereed-
schap en accessoires niet meer
onder druk staan.
Na beëindiging alle werkzaamheden
aan het apparaat:
– schakelt u alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u de
werking ervan,
– controleert u of alle gereedschap
of dergelijke van of uit de machine
verwijderd is.
De compressor functioneert niet:
•
Er is geen spanning.
– Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de betreffen-
de zekering.
•
De netspanning is te laag.
– Gebruik een verlengsnoer met
voldoende doorsnede (zie "Tech-
nische gegevens"). Vermijd ge-
bruik van een verlengsnoer bij
een koud apparaat.
•
De compressor werd uitgeschakeld
door de netstekker uit het stopcon-
tact te trekken terwijl hij in gebruik
was.
– Schakel de compressor eerst uit
met de hoofdschakelaar, en scha-
kel hem vervolgens weer in.
•
De motor is oververhit, bijvoorbeeld
door defecte koeling (verborgen
koelribben).
– Verhelp de oorzaak van de over-
verhitting, laat de compressor on-
geveer tien minuten afkoelen en
schakel hem dan opnieuw in.
De compressor draait zonder vol-
doende druk op te bouwen.
•
Aftapplug voor condenswater van de
filterdrukregelaar geopend.
– Sluit de aftapplug.
•
De terugslagklep vertoont lekkages.
– Laat de terugslagklep herstellen
door een vakman.
7.
Problemen en storingen