Matrix 320.450.170, Перевод оригинальной инструкции

Страница: 82 / 121

82
Benzine en benzinedampen zijn licht
ontvlambaar. Houd de benzine ver uit
de buurt van ontvlambare materialen en
ontstekingsbronnen zoals bv. kachels of
fornuizen.
Rook niet terwijl u het apparaat bijtankt of
bedient.
Droog eventueel gemorste benzine direct op.
Start de kettingzaag op benzine enkel op een
plek die zich uit de buurt van de tankplaats
bevindt.
Let erop dat het deksel van het tankreservoir
steeds goed afgesloten is. Let op eventuele
lekplekken.
Terwijl de motor draait of wanneer de machine
warm is, mag de tankdop niet geopend worden,
noch mag brandstof worden bijgevuld.
De tankdop langzaam openen, zodat
benzinedampen kunnen ontsnappen.
Let erop dat de grepen droog, schoon en vrij van
benzinemengsels zijn.
Gebruik het apparaat niet zonder uitlaat en
correct geïnstalleerde uitlaatbescherming.
Raak de uitlaat niet aan. Gevaar voor
brandwonden.
Gebruik enkel de in de handleiding aanbevolen
brandstof.
Bewaar benzine enkel in daartoe voorziene
containers op een veilige plek.
Schakel het apparaat steeds uit voordat u het
wegbergt.
Werk enkel bij daglicht of goede kunstmatige
verlichting.
Voer voor elk gebruik een visuele controle van het
apparaat uit.
Controleer of alle schroeven en
verbindingsstukken stevig aangedraaid zijn.
Houd het apparaat steeds met beide handen vast.
Controleer voor elk gebruik het apparaat en
zijn onderdelen en veiligheidsinrichtingen op
beschadigingen of slijtage en laat indien nodig
de noodzakelijke reparaties uitvoeren. Zet
beveiliging en veiligheidsinrichtingen nooit
buiten werking. Gebruik het apparaat niet
wanneer beschadigingen of slijtageverschijnselen
zich voordoen.
Houd de gereedschappen schoon en in goed
functionerende toestand, om beter en veiliger te
kunnen werken.
Houd het apparaat tijdens het werken steeds op
voldoende afstand van het lichaam.
Bij werkonderbrekingen en wissel van standplaats
het apparaat steeds uitschakelen, wachten totdat
de kettingzaag stilstaat en de motor uitzetten.
Het apparaat nooit zonder toezicht op de
werkplek laten liggen. Bewaar het apparaat
bij werkonderbrekingen op een veilige plaats.
Personen die met de machine bezig zijn, mogen
niet afgeleid worden. Daardoor kunnen zij de
controle over het werktuig verliezen.
Gebruik het apparaat nooit bij regen, in een
vochtige of natte omgeving, en bewaar het niet
in de openlucht.
Indien het apparaat nat wordt, wacht dan totdat
het helemaal gedroogd is voor u het opnieuw
gebruikt.
Overbelast de machine niet en voer geen
werkzaamheden uit waartoe het apparaat niet
voorzien is.
Let erop dat de ventilatieopeningen steeds vrij
van verontreinigingen zijn.