91 NEDERLANDS
Veiligheidswaarschuwingen voor
het vastmaken van een touw
(tuiriem) aan de haak
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor wer
-
ken op hoogte
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies.
Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructies kan leiden tot ernstig letsel.
1.
Houd het gereedschap altijd vastgebonden
tijdens het werken ‘op hoogte’. De maximale
lengte van het touw is
2
m.
De maximaal toegestane valhoogte van het
touw (tuiriem) mag niet meer zijn dan 2 meter.
2.
Gebruik uitsluitend met een touw dat geschikt
is voor dit type gereedschap en een draagver-
mogen heeft van minstens 10 kg.
3.
Veranker het touw van het gereedschap niet
aan iets op uw lichaam of aan een verplaatsbaar
voorwerp. Veranker het touw van het gereed-
schap aan een stevige constructie die de krach-
ten van een vallend gereedschap kan opvangen.
4.
Verzeker u er vóór gebruik van dat het touw
goed is vastgemaakt aan beide uiteinden.
5.
Inspecteer het gereedschap en touw vóór elk
gebruik op beschadigingen en correcte wer-
king (inclusief het materiaal en de stiksels).
Gebruik het niet wanneer het beschadigd is of
niet correct werkt.
6.
Wikkel touwen niet rondom scherpe of ruwe
randen en laat ze er niet mee in aanraking komen.
7.
Bevestig het andere uiteinde van het touw bui-
ten het werkgebied zodat een vallend gereed-
schap stevig bevestigd blijft.
8.
Bevestig het touw zodanig dat het gereed-
schap tijdens het vallen zich verwijdert van de
gebruiker.
Een gereedschappen dat valt zal aan
het touw slingeren, waardoor letsel kan worden
veroorzaakt of u uw evenwicht kunt verliezen.
9.
Gebruik niet nabij bewegende onderdelen of
draaiende machines.
Als u zich hier niet aan
houdt, kan dat leiden tot beknellingsgevaar of
verstrikkingsgevaar.
10.
Draag het gereedschap niet aan de bevesti-
gingsvoorziening of het touw.
11.
Verplaats het gereedschap uitsluitend tussen
uw handen terwijl u een goed evenwicht hebt.
12.
Bevestig een touw niet aan het gereedschap
op een manier waardoor schakelaars of de
trekkervergrendeling (indien aanwezig) niet
correct kunnen werken.
13.
Voorkom dat u verstrikt raakt in het touw.
14.
Houd het touw uit de buurt van het boorge-
deelte van het gereedschap.
15.
Gebruik een karabijnhaak met vergrende-
ling (multiactie- en schroefsluiting-type).
Gebruik geen enkelvoudige karabijnhaken met
veersluiting.
16.
Nadat een gereedschap is gevallen, moet
het worden gelabeld en buiten bedrijf wor-
den gesteld, en moet het worden geïnspec-
teerd door de Makita-fabriek of een erkend
servicecentrum.
Beveiliging tegen onopzettelijk
herstarten
Wanneer u de accu aanbrengt terwijl de trekkerschake
-
laar ingeknepen wordt gehouden, start het gereedschap
niet. Om het gereedschap te kunnen starten, laat u
eerst de trekkerschakelaar los en knijpt u vervolgens de
trekkerschakelaar in.
Koppelbegrenzer
KENNISGEVING:
Schakel het gereedschap
onmiddellijk uit wanneer de koppelbegrenzer in
werking treedt.
Hiermee helpt u vroegtijdige slijtage
van het gereedschap te voorkomen.
KENNISGEVING:
Boren, zoals gatenzagen, die
gemakkelijk bekneld raken in het boorgat, mogen
niet worden gebruikt met dit gereedschap.
Dit
is omdat zij de koppelbegrenzer te vaak in werking
doen treden.
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de
motor een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgaande as. Wanneer dit gebeurt,
zal de boor ophouden met draaien.
Elektronische functies
Het gereedschap is uitgerust met elektronische functies
voor een eenvoudige bediening.
•
Elektrische rem
Dit gereedschap is voorzien van een elektrische
rem. Als het gereedschap continu niet snel stopt
met werken nadat de trekkerschakelaar is losge-
laten, laat u het gereedschap onderhouden door
een Makita-servicecentrum.
• Constant-toerentalregeling
De toerentalregelfunctie zorgt voor een constant
toerental ongeacht de belastingsomstandigheden.
• Actieve-terugkoppelingsdetectietechnologie
Als tijdens gebruik met het gereedschap wordt
gezwaaid met een vooraf bepaalde versnelling,
wordt de motor geforceerd gestopt om de belas-
ting op de pols te verminderen.
OPMERKING:
Deze functie werkt niet als de versnel-
ling niet het vooraf bepaalde niveau bereikt wanneer
met het gereedschap wordt gezwaaid.
OPMERKING:
Als tijdens beitelen, bikken of slopen
met het bit wordt gezwaaid met een vooraf bepaalde
versnelling, wordt de motor geforceerd gestopt. Laat
in dat geval de trekkerschakelaar los en knijp daarna
de trekkerschakelaar weer in om het gereedschap
weer te starten.
Содержание HR008GM202
Страница 2: ...2 1 1 2 3 Fig 1 1 2 Fig 2 1 Fig 3 1 Fig 4 1 Fig 5 A B 1 1 Fig 6 1 2 3 Fig 7 1 4 2 3 Fig 8 ...
Страница 3: ...3 1 2 Fig 9 1 Fig 10 1 Fig 11 1 Fig 12 1 2 3 5 4 Fig 13 1 2 3 Fig 14 Fig 15 ...
Страница 4: ...4 1 2 3 Fig 16 1 2 3 4 5 Fig 17 1 2 Fig 18 1 2 Fig 19 1 2 Fig 20 1 2 Fig 21 1 Fig 22 ...
Страница 5: ...5 1 2 3 4 Fig 23 1 Fig 24 1 3 2 4 5 Fig 25 1 2 3 4 5 Fig 26 1 2 3 4 Fig 27 1 Fig 28 ...
Страница 6: ...6 1 2 Fig 29 1 Fig 30 1 2 Fig 31 1 2 3 5 4 Fig 32 Fig 33 1 Fig 34 1 3 2 4 5 6 Fig 35 ...
Страница 7: ...7 1 2 3 Fig 36 1 2 3 4 Fig 37 4 3 1 2 Fig 38 1 2 Fig 39 1 Fig 40 1 2 Fig 41 Fig 42 ...
Страница 8: ...8 1 Fig 43 1 2 Fig 44 1 2 Fig 45 1 2 3 4 Fig 46 1 2 Fig 47 Fig 48 Fig 49 1 2 Fig 50 ...
Страница 9: ...9 2 1 Fig 51 Fig 52 Fig 53 Fig 54 1 Fig 55 1 2 3 4 Fig 56 1 2 3 Fig 57 ...
Страница 10: ...10 1 Fig 58 1 2 1 2 Fig 59 Fig 60 1 Fig 61 1 2 Fig 62 1 Fig 63 ...
Страница 11: ...11 1 Fig 64 1 2 1 2 Fig 65 ...
Страница 186: ...186 ...
Страница 187: ...187 ...