-110-
5.12
Inzet als dwars- en verstekaanslag
Gevaar
Instellingen aan de universele
aanslag uitsluitend bij stilstaand
zaagblad uitvoeren.
Voor dwars- en versteksneden bij trekzaag-functie
wordt de universele aanslag op de voorste linker
tafelkant bevestigd. In deze positie wordt bij
rechthoekige sneden op de hoek schaal het 0°-merk
weergegeven.
Om hoeksnedes uit te voeren zet u de aan de
bovenkant aanwezige vleugelschroef 28 los (afb. 9 -
pagina 4). Draai de aanslagrail volgens de schaal
naar de gewenste positie. Hiervoor is om de 15° een
vastklikplek aanwezig. Vervolgens trekt u de
vleugelschroef weer vast.
De 15°-stand kan via de schuiver onder de
hoekschaal uitgeschakeld worden. Hiervoor drukt u
op het eenzijdig uitstekende gedeelte van de
schuiver, waarbij de aanslag moet zijn
losgesprongen.
Om een betere snijkwaliteit te behalen, moet het
aanslagrail steeds zo dicht als mogelijk aan het
snijvlak reiken. Deze is daarom aan de uiteinden
uitgehaakt zodat de bovenste beschermkap ook bij
het snijden van dunne werkstukken ver genoeg
aangeplaatst kan worden. Zet voor het verstellen van
de aanslagrail de vleugelschroeven 30 los (afb. 8 -
pagina 4).
Door verschuiven van de geleidingsstang in de
stanghouder 27 kan de aanslag zo worden ingesteld,
dat zich in afhankelijkheid van de desbetreffende
werkstukafmetingen een optimale instelling van de
snijbreedte voordoet.
6
Onderhoud en reparatie
Gevaar
Neem bij alle
onderhoudswerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
MAFELL-machines werden onderhoudsvriendelijk
geconstrueerd.
De toegepaste kogellagers werden op levenstijd
gesmeerd. Na een langere bedrijfstijd adviseren wij,
de machine aan een geautoriseerde klantenservice
van MAFELL ter inspectie te geven.
Voor alle smeerplaatsen slechts onze speciale vet,
bestel-nr. 049040 (1 kg - blik), gebruiken.
6.1
Controle van de veiligheidsvoorzieningen
De veiligheid van de machine is in eerste instantie
afhankelijk van de goede werking van de aanwezige
veiligheidsvoorzieningen. Het is dus belangrijk dat
deze voorzieningen regelmatig op hun reglementaire
toestand worden gecontroleerd. Daartoe behoren in
het bijzonder het spouwmes, de bovenste en de
onderste beschermkap.
Bovendien moeten de volgende punten alle 2 weken
worden gecontroleerd:
-
zelfstandig teruglopen van het zaagaggregaat in
de uitgangspositie bij gebruik als trekzaag (zie
gedeelte 4.7)
-
automatisch vastzetten van het zaagaggregaat in
de uitgangspositie na het teruglopen
-
functioneren van de automatische vergrendeling
van het zaagaggregaat in de middenpositie bij
inzet als tafelcirkelzaag (zie gedeelte 4.8)
-
storingsvrij bewegen van de beugel van de
beschermkap van de max. snijhoogte tot het
tafelblad.
-
intacte toestand van de netkabel.
6.2
Verzorging van de machine
De glijdende en rollende delen moeten occasioneel
met een geschikte stofzuiger van spanen en stof
worden bevrijd. Een occasioneel besproeien met een
gebruikelijk glijmiddel (bv. Caramba) vereenvoudigt
het glijden van de delen.
Om een te grote verwarming van de motor te
voorkomen, dient af en toe te worden gecontroleerd,
dat zich op de oppervlakte van de motor geen stof
heeft afgezet. Bij verontreiniging moet het filterhuis op
de motor gereinigd worden (zie 4.9).
6.3
Opslag
Wordt de machine langere tijd niet benut, moet ze
zorgvuldig worden gereinigd. Blanke metalen delen
met een roestmiddel insproeien.