32
Nederlands
Instructie
Afgewerkte olie mag alleen op de daardoor bestemde
verzamelpunten worden afgevoerd. Geef afgewerkte
olie daar af. Verontreinigen van het milieu met afge-
werkte olie is strafbaar.
Veiligheidsinspectie/onderhoudscontract
Met uw dealer kunt u een regelmatige veiligheidsin-
spectie vastleggen of een onderhoudscontract afslui-
ten. Vraag hierover advies.
Onderhoudsintervallen
Voor elk gebruik
Het netsnoer op schade controleren.
Een beschadigde kabel onmiddellijk door de geau-
toriseerde klantenservice of een elektricien laten
vervangen.
De hogedrukslang op beschadiging controleren.
Een beschadigde hogedrukslang onmiddellijk ver-
vangen.
Het apparaat op dichtheid controleren.
3 druppels water per minuut zijn toegestaan. Bij grotere
lekkage contact opnemen met de klantenservice.
Wekelijks
Het oliepeil controleren. Bij melkachtige olie (water
in de olie) onmiddellijk de klantenservice opzoeken.
Maak het fijnfilter schoon.
Afbeelding F
1
Filteromhulsel
2
Fijnfilter
3
Aansluitstuk
4
Wartelmoer
a De wartelmoer eraf schroeven.
b Het aansluitstuk eruit trekken.
c Het fijnfilter uit het filteromhulsel trekken.
d Het fijnfilter afspoelen met helder water of uitbla-
zen met perslucht.
e Het fijnfilter in de filteromhulsel steken.
f De aansluitstukken aanbrengen.
g De wartelmoer erop schroeven en handvast aan-
trekken.
Om de 500 bedrijfsuren, minstens jaarlijks
Het onderhoud van het apparaat door de klanten-
service laten uitvoeren.
De olie in de hogedrukpomp verversen.
Afbeelding G
1
Ontluchtingsschroef
2
Oliepeilindicatie
3
Olieaftapplug
a De olieaftapplug eruit draaien.
b De olie in een opvangbak laten afvloeien.
c De olieaftapplug erin draaien en vastdraaien.
d De ontluchtingsschroef eruit draaien.
e Langzaam nieuwe olie bijvullen, zodat luchtbel-
len kunnen ontsnappen. Oliehoeveelheid en
oliesoort, zie “Technische gegevens”.
f De ontluchtingsschroef weer aanbrengen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Per ongeluk opstartend apparaat, contact van
stroomvoerende delen
Verwondingsgevaar, elektrische schok
Schakel vóór werkzaamheden aan het apparaat het ap-
paraat uit.
Trek de netstekker eruit.
Laat alle controles en werkzaamheden aan elektrische
delen door deskundig personeel uitvoeren.
Neem bij storingen die niet in dit hoofdstuk worden ver-
meld contact op met een bevoegde klantenservice.
Het apparaat kan niet gestart worden
1. Het netsnoer op schade controleren.
2. De netspanning controleren.
3. Als het apparaat oververhit is:
a De apparaatschakelaar op "0/OFF" zetten.
b Laat het apparaat minstens 15 minuten lang af-
koelen.
c De apparaatschakelaar op "I/ON" zetten.
4. Neem bij een elektrisch defect contact op met de
klantenservice.
Het apparaat bereikt niet de vereiste druk
1. Controleren of de hogedruksproeier de juiste maat
heeft (zie hoofdstuk "Technische gegevens").
2. Sproeier reinigen of vernieuwen.
3. Het apparaat ontluchten (zie hoofdstuk "Wateraan-
sluiting/Apparaat ontluchten").
4. Het fijnfilter reinigen, indien nodig vernieuwen (zie
hoofdstuk "Verzorging en Onderhoud/Wekelijks").
5. Watertoevoerhoeveelheid controleren (voor de ver-
eiste hoeveelheid zie hoofdstuk "Technische gege-
vens").
6. Neem indien nodig contact op met de klantenser-
vice.
De waterhoeveelheid is te gering
1. Wanneer u een lange hogedrukslang of een hoge-
drukslang met een kleine doorsnede gebruikt, dan
een grotere hogedruksproeier op de straalbuis aan-
brengen.
De pomp is ondicht.
Tot 3 druppels wateruitlaat per minuut zijn toegestaan.
Bij grotere ondichtheid van het apparaat door de
klantenservice laten controleren.
De pomp klopt
1. Watertoevoerhoeveelheid controleren (voor de ver-
eiste hoeveelheid zie hoofdstuk "Technische gege-
vens").
2. Het apparaat ontluchten (zie hoofdstuk "Wateraan-
sluiting/Apparaat ontluchten").
3. Het fijnfilter reinigen, indien nodig vernieuwen (zie
hoofdstuk "Verzorging en Onderhoud/Wekelijks").
4. Neem indien nodig contact op met de klantenser-
vice.
De toevoeging van reinigingsmiddel is te gering
1. Controleer of de gebruikte bekerschuimlans over-
eenkomt met het volume van het apparaat.
2. De beker van de bekerschuimlans navullen.
3. Een grotere kap op de zuigslang steken.
4. De zuigslang en de bekerschuimlans op afzettingen
van reinigingsmiddel controleren. Afzettingen met
lauw water verwijderen.
5. Neem indien nodig contact op met de klantenser-
vice.
De schuimvorming is te gering
1. Controleer of de gebruikte bekerschuimlans over-
eenkomt met het volume van het apparaat.
2. De zuigslang en de bekerschuimlans op afzettingen
van reinigingsmiddel controleren. Afzettingen met
lauw water verwijderen.
3. Neem indien nodig contact op met de klantenser-
vice.
Содержание HD 13/18-4 S
Страница 2: ...A...
Страница 3: ...B C D E F G...
Страница 73: ...73 1 2 3 1 2 3 1 3 F 1 2 3 4 a b c d e f g 500 G 1 2 3 a b c d e f 1 2 3 a 0 OFF b 15 c I ON 4 1 2 3 4...
Страница 85: ...85 5 1 6 1 2 1 2 1 2 3 I ON 5 10 4 5 0 OFF 6 7 8 9 1 2 3 1 2 3 1 3 F 1 2 3 4...
Страница 86: ...86 a b c d e f g 500 G 1 2 3 a b c d e f 1 2 3 a 0 OFF b 15 c I ON 4 1 2 3 4 5 6 1 3 1 2 3 4 1 2 3 4 5 1 2 3...
Страница 140: ...140 1 2 3 1 2 3 1 3 F 1 2 3 4 a b c d e f g 500 G 1 2 3 a b c d e f...
Страница 164: ...164 1 2 3 1 2 3 1 3 F 1 2 3 4 a b c d e f g 500 G 1 2 3 a b c d e f...
Страница 173: ...175 1 2 3 F 1 2 3 4 a b c d e f g 500 G 1 2 3 a b c d e f 1 2 3 a 0 OFF b 15 c I ON 4 1 2 3 4 5 6 1 1 2 3 4 1...
Страница 177: ......