18
Nederlands
Deze situatie kan zich ook voordoen als de
pomp droog komt te staan, dieper wegpompt
dan aangegeven in de installatietekening of bij
de dagelijkse testloop begint te slurpen.
In deze gevallen moet het pomphuis worden
ontlucht door de afsluitschroef "Luft" (ontluch
-
ting) eruit te draaien.
Onderhoud
Wij raden aan het onderhoud uit te voeren con
-
form EN 12056-4 en EN 60074-19.
Om een permanente operationele betrouw
-
baarheid van uw installatie te garanderen, ra
-
den wij aan een onderhoudscontract te sluiten.
Voorafgaande aan elke taak: Pomp
en regelaar van het elektriciteitsnet
loskoppelen en ervoor zorgen dat
deze door andere personen niet op
-
nieuw onder spanning kunnen worden gezet.
De rubberen slang op mechanische en
chemische beschadiging controleren.
Beschadigde of geknikte slangen of
leidingen moeten worden vervangen.
Bij gebruik van een ketting om de
pomp op te tillen, dient u de respec
-
tieve nationale voorschriften ter
voorkoming van ongevallen in acht te nemen.
De hijsapparatuur moet regelmatig worden
onderzocht door een deskundige conform de
wettelijke voorschriften.
De motoren van de UFK-serie zijn
conform het onploffingsbeveili
-
gingstype "drukvast omhulsel". Re
-
paraties die van invloed kunnen zijn op de ex
-
plosiebeveiliging mogen alleen worden
uitgevoerd door erkende bedrijven of de fabri
-
kant. Bij reparaties moeten de spleetbegren
-
zingsoppervlakken op schade worden gecon
-
troleerd en indien nodig vervangen door
originele onderdelen van de fabrikant.
Oliecontrole
De vul- en aftapopeningen van de oliekamer
zijn door een afsluitschroef "Öl" (olie) naar bui
-
ten toe verzegeld. Ter controle van de oliekeer
-
ringafdichting wordt de olie uit de oliekamer
met inbegrip van de resterende hoeveelheid
afgetapt en verzameld in een schone maatbe
-
ker.
• Als de olie doordrenkt is met water (melk
-
achtig), moet de olie worden ververst. Na
nog eens 300 bedrijfsuren, max. echter na 6
maanden, opnieuw controleren!
• Is de olie vermengd met water en veront
-
reinigingen dan moet in aanvulling op de
olie ook de oliekeerringafdichting worden
vervangen.
Om de oliekamer te bewaken kan ook achteraf
de elektrode van ons afdichtingscontroleappa
-
raat "DKG" of "DKG-Ex" in plaats van de afsluit
-
schroef "DKG" worden gemonteerd.
Olieverversing
Ter behoud van een betrouwbare werking,
moet na 300 bedrijfsuren de olie voor de eerste
maal worden verversen en daarna na elke 1000
bedrijfsuren.
Bij minder bedrijfsuren moet ten minste een
-
maal per jaar de olie worden ververst.
Wordt afvalwater met sterk schurende additie
-
ven afgevoerd, dan moet de olie met navenant
kortere tussenpozen worden ververst.
Voor de verversing van de olie in de oliekamer
moet hydraulische HLP-olie van viscositeits
-
klasse 22 tot 46 worden gebruikt, bijvoorbeeld
Mobil DTE 22, DTE 24, DTE 25
.
Het vulvolume is 520 cm³ voor de MultiCut 25/2
t/m 36/2, 750 cm³ voor de MultiCut 45/2 en
2600 cm³ voor de MultiCut 75/2 en 76/2.
De oliekamer mag alleen worden gevuld met
de aangegeven hoeveelheid olie. Teveel olie
kan leiden tot defecten aan de pomp.
Controle van de pompeenheid
Er moet worden gecontroleerd behuizings
-
schroeven van de pomp en de verbindings- en
bevestigingsbouten van de installatie goed
vastzitten en indien nodig moeten ze worden
aangedraaid.
Bij afnemend debiet, toenemend lawaai bij ge
-
bruik of afnemend vermogen (blokkeerneiging
van de pomp) moeten de waaier en het snijme
-
chanisme door een specialist op slijtage wor
-
den gecontroleerd en eventueel vervangen.
Controle van de snijspleet
Met een geschikt hulpmiddel zoals bijvoor
-
beeld een voelermaat kan de snijspleet tussen
de snijrotor en de snijplaat worden gemeten.
Een snijspleet van meer dan 0,2 mm moet wor
-
den teruggebracht.
Instellen van de snijspleet
1. De snijrotor met een stuk hout blokkeren en
de centrale inbusschroef eruit schroeven.
2. De stempel, de snijrotor en een pasring
verwijderen en dan de kap en de snijrotor op
-
nieuw plaatsen.
3. De snijrotor met een blok hout blokkeren en
met de inbusschroef weer vastschroeven (aan
-
trekmoment 8 Nm).
4. Controleren of de snijrotor vrij kan bewegen
en de spleet opnieuw opmeten (max. 0,2 mm).
Is de snijspleet nog steeds te groot, verwijder
dan nog een pasring. De stappen 1-4 moeten
worden herhaald.
Reiniging
Versleten waaiers kunnen scherpe
randen hebben.
Voor het reinigen van de waaier en het slak
-
kenhuis worden eerste de stempel en de snij
-
rotor verwijderd, zoals hierboven beschreven.
Vervolgens worden de 4 inbusschroeven eruit
gedraaid en het slakkenhuis eraf gehaald.
Waaier en slakkenhuis kunnen nu worden ge
-
reinigd. Daarna worden de afzonderlijke delen
gemonteerd en de snijspleet afgesteld.
Voor de reiniging van de pompschacht kan ook
achteraf een spoelbuis worden ingebouwd.
Daartoe wordt de afsluitschroef "Luft" (ontluch
-
ting) verwijderd en in plaats daarvan de spoel
-
buis op de pomp gemonteerd.
LET OP!
Bij het losdraaien van de verkeerde schroeven
loopt de olie uit de oliekamer weg.
Aantrekmomenten M
A
voor schroefmateriaal A2
voor M 6 M
A
= 8 Nm
voor M 8 M
A
= 20 Nm
voor M 10 M
A
= 40 Nm
voor M 12 M
A
= 70 Nm
voor M 16 M
A
= 160 Nm
Beknopte hulp bij sto
-
ringen
Pomp loopt niet
• De netspanning controleren (geen span
-
ningzoeker gebruiken)
• Zekering defect = misschien te zwak (zie de
elektrische aansluiting)
• Netkabel beschadigd = Reparatie alleen
door de fabrikant
Pomp loopt, maar voert niets af
• Drukleiding of slang legen, zodat de
terugslagklep zich opent en de lucht kan
ontsnappen uit het slakkenhuis.
• Ontluchten van het pomphuis door de
afsluitschroef "Luft" (ontluchting) eruit te
draaien.
Snijmechanisme geblokkeerd
• Snijsysteem controleren en eventueel
bijstellen
Waaier geblokkeerd
• Slakkenhuis en waaier reinigen
Verminderde capaciteit
• Waaier versleten = vervangen
• Verkeerde draairichting = 2 fasen van de
stroomkabel laten verwisselen door een
erkend elektromonteur