vóór het eerste gebruik
3
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak de airconditioner en alle
accessoires voorzichtig uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers.
De verpakking (plastic zakken en karton) buiten het bereik van kinderen houden.
Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan tijdens transport.
Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en let op dat er genoeg ruimte omheen is voor voldoende ventilatie.
Controleer of alle genoemde accessoires meegeleverd zijn.
Reinig de airconditioner met een licht vochtige doek.
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of:
• de aansluitspanning overeenkomt met die op het typeplaatje;
• stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor het apparaat;
• de stekker van het snoer in het stopcontact past;
• het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond staat.
INSTALLATIE
Een mobiele airconditioner moet geplaatst worden op een vlakke ondergrond met
voldoende vrije ruimte erom heen. Blokkeer de luchtuitlaat niet en zorg voor een
vrije ruimte van minimaal 30 cm rondom de airconditioner.
Laat het apparaat nadat het rechtop geplaatst is, minimaal 2 uur staan voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
30 cm
30 cm
afvoeropening
b
a
c
• Draai een uiteinde van de afvoerslang [ a ] in het vierkante verbindingsstuk [ b ].
• Plaats het vierkante verbindingsstuk [ b ] in de fixeerklem [ c ] aan de achterzijde van de airconditioner.
• Zorg voor een goede luchtcirculatie en houd minstens 30 cm rondom de airconditioner vrij.
• Hang het andere uiteinde van de afvoerslang naar buiten. Zorg voor een vrije doorgang van de slang. Sluit hierbij het raam
of de deur zover mogelijk.
OPMERKING:
Het optimaal functioneren van de airconditioner is afhankelijk van de lengte van de afvoerslang en het
aantal bochten. Probeer beide te beperken. De bijgeleverde flexibele afvoerslang heeft een maximale lengte van ca. 150
cm en is berekend op de capaciteit van de airconditioner. Het gebruik van andere slangen of verlengstukken kan storingen
aan het apparaat veroorzaken. De lucht moet ongehinderd kunnen stromen, anders kan dit oververhitting van het
apparaat of condensatie van water in de luchtafvoerslang tot gevolg hebben. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of
scherpe bochten in de afvoerslang zitten. Om een optimaal resultaat te verkrijgen, dient de afvoerslang tijdens
gebruik van de airconditioner korter gehouden te worden dan 1 meter.
10
•
Nederlands
Содержание AC901B
Страница 2: ...2...