8 NL
EC3600 / EC5000 / ECT7000
1. De vleugelmoer [1] losdraaien en het
deksel van het luchtfilter [2] afnemen.
De vleugelmoer [5] losdraaien; de
verschillende onderdelen [3] en [4]
demonteren en ze scheiden.
Kontroleren of beide onderdelen niet
gescheurd of verstopt zijn. Ze
vervangen indien ze beschadigd zijn.
2. Het papierfilter [3]: Licht uitkloppen op
een harde ondergrond of perslucht
van binnenuit naar buiten blazen.
Nooit afborstelen. Hierdoor zouden de
vuiltjes juist in de vezels kunnen
dringen. Dit onderdeel vervangen
indien het erg vuil of nat is.
3. Schuimplastic onderdeel [4]:
- Reinig de onderdeel in een
oplossing van lauw water en een
niet schuimend huishoudelijk
reinigingsmiddel en spoel daarna
gronding schoon,
- En laat hem daarna goed drogen.
Doop de onderdeel in schone motorolie en knijp hem uit om
de overtoollige olie te verwijderen. Als er te veel olie in het
schuimrubber achterblijft, rookt de motor bij de volgende paar
keer starten.
4. De verschillende onderdelen [3] en [4] van het luchtfilter, de
vleugelmoer [5] en het deksel [2] weer op hun plaats zetten en
de vleugelmoer [1] stevig vastdraaien.
VOORZICHTIG:
• Nooit het stroomaggregaat zonder luchtfilter gebruiken. De motor
zou hierdoor schade kunnen oplopen.
REINIGEN VAN HET BEZINKCUPJE EN
BENZINEFILTERS
Het benzinekraantje dichtdraaien.
Het cupje [6] en de O-ring [7]
losmaken, wassen in een
onontvlambare oplossing. Ze goed
laten drogen en ze op hun plaats
terugbrengen. Het benzinekraantje
opendraaien en kontroleren dat er
geen lekkage is.
ONDERHOUD VAN DE
BOUGIE
Aanbevolen bougies:
BPR6ES (NGK), W20EPR-U (NIPPONDENSO Co., Ltd.)
VOORZICHTIG:
• Slechts de aanbevolen bougies gebruiken.
• Het gebruik van bougies die niet de juiste warmtegraad hebben,
kan schade berokkenen aan de motor.
Indien de motor nog maar net uitgezet is, moet men erop letten
dat niemand aan de uitlaat of de bougies komt met betrekking
tot het gevaar brandwonden op te lopen.
1. De bougiekop losnemen en de bougie losdraaien met behulp
van een bougiesleutel.
2. De bougie aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen, haar
vervangen indien de elektroden ingebrand of sterk vervuild zijn
of indien het isoleringsmateriaal gescheurd of gebroken is. De
bougie reinigen met behulp van een staalborstel.
3. De afstand tussen de elektroden meten m.b.v.
een voelermaatje, voornoemde afstand moet
tussen de 0,7 en 0,8 mm liggen. Indien men
opnieuw moet afstellen, is het voldoende de
elektrode die aan de zijkant zit, voorzichtig om te
buigen.
4. De staat van de afdichtingsring kontroleren.
Vervolgens de bougie met de hand weer
indraaien tot de bougie geheel aan zit.
5. Daarna met de bougiesleutel 1/2 slag extra
aandraaien indien het een nieuwe bougie betreft
om haar ring goed samen te persen, en een 1/8
tot een 1/4 slag indien het om een gebruikte
bougie gaat. Tenslotte de bougiekap weer op de bougie zetten.
VOORZICHTIG:
• De bougie moet naar behoren vastgedraaid worden anders kan
hij te heet worden en de motor beschadigen.
ONDERHOUDSSCHEMA
Teneinde uw stroomaggregaat van een lange levensduur en zijn
uitstekende prestaties te verzekeren, moet men het
onderhoudsschema nauwkeuring in acht nemen.
(1) Vaker reinigen in geval van gebruik in een stoffige omgeving.
(2) Deze handelingen moeten door een Honda dealer.
(3) In Europa en andere landen waar de richtlijn 2006/42/EC betreffende
machines van kracht is, zal dit schoonmaken gedaan moeten worden door
uw officiele dealer voor onderhoud.
STORINGZOEKEN
Mocht dit geen resultaat opleveren, dan is het het beste een Honda
dealer te raadplegen.
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
[7]
[6]
0.7 ~ 0.8 mm
Onderhoud te verrichten volgens
de aangegeven tussentijden
uitgedrukt in maanden of
draaiuren.
Tussenpozen
Bij
ieder
gebruik
1ste
maand
of na
20 u
Om de
3 maan-
den
of na
50 u.
Om de
6 maan-
den
of na
100 u.
Leder
jaar
of na
300 u.
Onderdeel
Werk-
zaamhe-
den
Motorolie
Oliepeil
kontroleren
Verversen
(3)
(3)
Luchtfilter
Verversen
Kontroleren
Reinigen
(1)
Bezinkcupke
Reinigen
Bougie
Reinigen /
Afstellen
(3)
Verbrandingskamer
en kleppen
Reinigen
Na elke 500 u (2)
Klepspeling
Kontroleren /
Afstellen
(2)
Tank en
brandstoffilter
Reinigen
(2)
Benzineleiding
Kontroleren
Elke 2 jaar (indien nodig vervangen) (2)
Vonkenvanger
Kontroleren
(3)
Reinigen
(3)
Symptoom
Mogelijke oorzaak
Blz
De motor start niet.
1.
De motorschakelaar staat op
“OFF”.
4
2.
Het benzinekraantje is gesloten of
er zit geen benzine in de tank.
4
3.
Het motoroliepeil is te laag.
7
4.
De bougie is defekt of de afstand
tussen de elektroden is niet zoals
het hoort.
8
5.
Er zijn elektrische apparaten op
de stroomaggregaat aangesloten
-
Het starten gaat moeilijk
of de motor verliest aan
kracht.
1.
De luchtfilter is vuil.
7
2.
Er zitten vuiltjes in de
benzineleiding of het
benzinefilter is vuil.
8
3.
Het ontluchtingsgaatje van de
tankdop is verstopt.
-
De kontaktdozen geven
geen stroom af.
1.
De thermische zekering is niet
uitgeschakeld.
6
2.
Het apparaat dat op het
aggregaat is aangesloten,
is defek.
-
OM EC Serie_.book Page 8 Lundi, 12. mars 2012 9:27 09