49
NEDERLANDS
NL
Gezondheidsschaden, die het resultaat zijn
van hand- en armtrillingen, indien het apparaat
langere tijd in gebruik is of indien niet volgens
de voorschriften wordt gewerkt en onder-
houden.
Vibratiedempingssystemen zijn geen gegarandeerde
bescherming tegen zogenoemde „dode of witte vin-
gers“ of het carpale tunnel syndroom. Daarom moet
bij een regelmatig langdurig gebruik de toestand van
vingers en handwortels nauwlettend gecontroleerd
worden. Indien symptomen van de bovengenoemde
ziekten optreden, onmiddellijk een arts bezoeken.
Om het risico van „dode of witte vingers“ te verlagen,
moet u uw vingers tijdens de werkzaamheden warm
houden en regelmatig een pauze inlassen.
Verbrandingsgevaar!
Enkele machineonderdelen worden tijdens het
gebruik zeer warm. Deze onderdelen, bijv. motor
en geluidsdemper, niet aanraken. Het aanraken
van hete machineonderdelen kan tot verbran-
dingen leiden. Neem de waarschuwingen op het
apparaat in acht.
Handelswijze in noodgeval
Tref de noodzakelijke maatregelen om éérste hulp
te verlenen, die met het letsel overeenkomt en vraag
zo snel mogelijk gekwalificeerde medische hulp aan.
Bescherm gewonde personen voor overig letsel en
stel ze gerust. Indien u hulp vraagt, geef de volgende
gegevens door: 1. Plaats van het ongeval, 2. Soort van
het ongeval, 3. Aantal gewonden mensen, 4. Soort
verwondingen
Veiligheidsadviezen
Waarschuwing
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Het niet opvolgen van veiligheidsinstructies en
aanwijzingen kan een elektrische schok, brand en/of
zware letsels veroorzaken.
Bewaar voor de toekomst
alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen.
Lees deze gebruiks- en onderhoudsaanwijzing zorg-
vuldig door. Maakt u zich met de stuurinrichtingen en
het juiste gebruik van de machine goed vertrouwd. U
moet weten hoe de machine werkt en hoe de stuurin-
richtingen snel uitgeschakeld kunnen worden.
Houd kinderen en overige personen evenals dieren
tijdens het gebruik van het apparaat op afstand.
De minimale veiligheidsafstand bedraagt 5 m.
Let erop dat andere personen zich op een veilige af-
stand bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen
die de werkomgeving betreedt, moet persoonlijke
beschermende uitrusting dragen.
Laat personen niet op de machine meerijden.
Draag veiligheidsuitrusting. Bij werkzaamheden met
de machine dient u altijd een veiligheidsbril te dragen.
Veiligheidskleding zoals stofmasker, veiligheidshand-
schoenen, stevig en slipvast schoeisel, helm en gehoor-
bescherming worden aanbevolen.
Draag daarom tijdens het gebruik of bij instel- of
reparatiewerkzaamheden altijd een veiligheidsbril of
een andere bescherming van uw ogen.
Controleer zorgvuldig de plaats waar de machine wordt
gebruikt en verwijder alle voorwerpen die gegrepen en
weggeslingerd kunnen worden.Wees voorzichtig, om
te voorkomen dat u uitglijdt of valt, in het bijzonder
als u achteruit werkt.
Gebrekkige verlichting/lichtomstandigheden bete-
kenen een verhoogd veiligheidsrisico. Zorg bij het
werken met de machine voor voldoende verlichting,
resp. voor goede lichtomstandigheden.
Gebruik de machine niet in enge ruimtes met gevaar
voor inklemming van de bestuurder van de machine
tussen de machine en andere objecten.
Vermijd abnormale lichaamshoudingen. Zorg er altijd
voor dat u veilig staat en het evenwicht niet verliest.
Voor aanvang van het werk moet de exploitant zich
vertrouwd maken met de werkomgeving. Tot de wer-
komgeving behoren bijv. obstakels in de werk- en ver-
keersomgeving, het draagvermogen van de bodem
en het noodzakelijke afzetten van de bouwplaats.
Voor een veilig bedrijf dient de gebruiker vertrouwd
te zijn met de functies en posities van de bediening-
selementen en de indicatiemiddelen of tellers. Neem
de pagina‘s met afbeeldingen in acht in het voorste
gedeelte van deze handleiding.
Gebruik de machine enkel in perfecte staat. Voer voor
elk gebruik een visuele controle uit. Controleer in
het bijzonder de veiligheidsinrichtingen, elektrische
bedieningselementen, elektrische leidingen en
schroefverbindingen op beschadigingen en een vaste
zitting. Vervang eventueel beschadigde onderdelen
vóór verder gebruik.
Het apparaat mag niet gebruikt worden, als het
beschadigd is of de beschermingsinrichtingen defect
zijn. Vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Het is streng verboden de aan de machine
aangebrachte veiligheidsinrichtingen te demonte-
ren, het gebruiksdoel te veranderen of vreemde
beschermingsinrichtingen aan te brengen.
Aan motor- en apparaatinstellingen mogen geen
wijzigingen doorgevoerd worden.
Voer tijdens het gebruik van de machine geen
instellingen uit (met uitzondering van instellingen die
direct door de producent werden aanbevolen.
Gebruik bij de werkzaamheden met dit apparaat
geen accessoires, behalve degene die door ons
bedrijf wor- den aanbevolen. Anders kunnen de be-
diener of de in de omgeving aanwezige omstanders
ernstig letsel oplopen of kan het apparaat worden
beschadigd.
Vermijd dat u de trimmer per ongeluk start. Zorg
ervoor dat u altijd in de starthouding staat, wanneer u
aan de startkabel trekt.