Ne
der
lan
ds (NL
)
188
10. Isolatietest
Op een installatie waarin UPE pompen zijn opgeno-
men, mag geen isolatietest worden uitgevoerd, aan-
gezien hierdoor de ingebouwde elektronica kan wor-
den beschadigd. Mocht het toch nodig zijn een
isolatietest uit te voeren, dan dient de pomp elek-
trisch te worden gescheiden van de installatie.
Dubbelkopspompen:
Op de master en slave pom-
pen moet apart een isolatietest worden uitgevoerd.
Een isolatietest kan volgens onderstaande proce-
dure worden uitgevoerd.
10.1 Een isolatietest uitvoeren op UPE
pompen
Zie ook paragraaf
.
1. Schakel de voedingsspaning uit.
2. Verwijder de geleiders van klemmen L, N en
aarde (klemmen 9, 10 en 11).
3. Sluit de aansluitingen L en N kort door gebruik te
maken van een korte kabel.
4. Test tussen de aansluitingen L/N en de aarde.
Maximale testspanning: 1000 VAC of 1500 VDC.
N.B.:
Test nooit tussen de voedingsaansluitingen
(L en N).
Maximale toelaatbare lekstroom:
< 20 mA.
5. Verwijder de korte kabel tussen de aansluitingen
L en N.
6. Sluit de voedingskabels aan op aansluiting L en
N alsmede de aardaansluiting.
7. Schakel de voedingsspanning in.
10.2 Hoogspanningstest
Indien het noodzakelijk is de UPE pomp op hoog-
spanning te testen, moeten de instructies voor de
isolatietest worden opgevolgd.
Zie paragraaf
7.
Geluid in de pomp.
Het groene signaal-
lampje brandt.
a)
Lucht in de pomp.
Ontlucht de pomp.
b)
De voordruk is te laag.
Verhoog de voordruk en/of contro-
leer het luchtvolume in het expansie-
vat (indien aanwezig).
8.
Onvoldoende warmte op
sommige plaatsen in het
verwarmingssysteem.
a)
De volumestroom is te laag.
Verhoog de opvoerhoogte (setpoint)
en/of schakel over naar constante
druk.
Storing
Oorzaak
Oplossing
N.B.
De R100 kan ook worden gebruikt om een storing te vinden.
Содержание UPE 100-120 F
Страница 2: ......