Ne
de
rla
nds
(N
L)
171
5. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting en beveiliging dienen vol-
gens de locaal geldende regels plaats te vinden.
•
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging
nodig.
•
Controleer of de voedingsspanning en frequentie
overeenkomen met de waarden die op het type-
plaatje van de pomp vermeld staan.
5.1 Ferrietkern
Installeer de ferrietkern zoals hieronder is weergege-
ven.
Afb. 5
Ferrietkern geïnstalleerd
Waarschuwing
Maak pas een aansluiting in de scha-
kelkast van de pomp als de elektrici-
teitstoevoer al langer dan 5 minuten is
uitgeschakeld. Het signaallampje moet
uit zijn. Zie afb. 6, pos. 21.
De pomp dient te worden geaard via de
aardklem.
De pomp dient te zijn aangesloten via
een externe netschakelaar met een
contactopening van ten minste 3 mm
voor alle polen.
Aarding of neutralisatie kan worden
gebruikt als bescherming tegen indi-
rect contact.
Een isolatietest mag alleen worden uit-
gevoerd zoals beschreven in paragraaf
10. Isolatietest.
Indien de pomp is aangesloten op een
elektrische installatie die extra bevei-
ligd is met een aardlekschakelaar, moet
deze schakelaar de pomp uitschakelen
wanneer er zich aardlekstroom met
(pulserende) gelijkstroomcomponenten
voordoet.
De aardlekschakelaar moet gemarkeerd
zijn met deze symbolen:
TM
04
95
84
46
10
Содержание UPE 100-120 F
Страница 2: ......