Nederla
n
ds (NL)
95
6. Identificatie
6.1 Typeplaatje
Afb. 2
Typeplaatje
6.2 Typesleutel
7. Mechanische installatie
Controles voor de installatie:
• Correspondeert het product met de order?
• Zijn alle zichtbare onderdelen intact?
7.1 Locatie
7.1.1 RCME-unit
De RCME-unit moet zich bevinden op een droge, goed geventi-
leerde en vorstvrije plaats, waar deze niet aan extreme tempera-
turen blootgesteld wordt. Om de groei van bacteriën te beperken,
kan de omgevingstemperatuur het beste lager zijn dan +20 °C.
De unit kan buiten geïnstalleerd worden in een weer-, vorst- en
knaagdierbestendige behuizing met voldoende ventilatie, vooral
bij warm weer.
De RCME-unit mag niet in dakruimten geïnstalleerd worden.
Het trillingsniveau dat samenhangt met roterende apparatuur zal
storingen veroorzaken en in geval van een lek kan daardoor aan-
zienlijke waterschade ontstaan.
Indien de RCME-unit in een kelder geïnstalleerd wordt en de buf-
fertank onder de verzameltank geïnstalleerd wordt, kan er over-
heveling van de verzameltank naar de buffertank optreden.
Om dit te voorkomen, moet een antihevelklep geïnstalleerd wor-
den of moet het leidingwerk zodanig geïnstalleerd worden dat
overheveling voorkomen wordt.
Voorzie aftapinrichtingen voor de unit voor gebruik in geval van
lekkage, overloop of verlies van water tijdens de inbedrijfstelling
en het onderhoud.
Plaats de RCME-unit zodanig dat er gemakkelijk toegang is voor
het onderhoud.
Voorzie geschikte aftapinrichtingen en bescherming tegen water-
schade in de onmiddellijke nabijheid van de RCME-unit.
7.1.2 Besturingskast
De besturingskast is ontworpen voor wandmontage.
De CU 372 mag niet blootgesteld worden aan rechtstreeks zon-
licht.
7.1.3 SB 3-45 voedingspomp
Installeer de voedingspomp volgens de installatie- en bedienings-
voorschrifften die bij de pomp geleverd werden.
7.1.4 Hydrostatische druksensor voor verzameltank
Plaats de hydrostatische druksensor dicht bij de onderkant van
de verzameltank.
7.2 Fundatie
Plaats de RCME-unit op de meegeleverde grondplaat. De grond-
plaat moet op een effen en stevig oppervlak geplaatst worden dat
het gewicht van de unit met gevulde buffertank kan dragen, bij-
voorbeeld op een betonvloer of -fundering. Zie paragraaf
TM
05
27
09
04
12
Pos.
Beschrijving
1
Typeaanduiding
2
Model
3
Voedingsspanning [V]
4
Maximale stroom [A]
5
Maximale druk [MPa/bar]
6
Land van herkomst
7
Frequentie (Hz)
8
Ingangsvermogen [W]
9
Beschermingsklasse
10
Nominaal debiet [m
3
/h]
11
Opvoerhoogte bij nominaal debiet [m]
12
Maximale opvoerhoogte [m]
13
Maximale omgevingstemperatuur [°C]
14
Maximale vloeistoftemperatuur [°C]
Voorbeeld
R
CME
05
03
Regenwater
Pomptype
CME: Centrifugale modulaire boosterpomp met
geïntegreerde frequentieomzetter
Nominaal debiet
Nominaal debiet [m
3
/uur]
Aantal fasen van de elektrische voeding
98145234
Type
Model
f
Hz
7
P1
W
m /h
m
m
3
8
TAmb max
°C
°C
13
Tliq, max
14
Ip
9
Qnom
10
Hnom
11
Hmax
12
2
1
U
V
A
MPa/bar
I
3
4
5
6
max
p
max
Waarschuwing
De installatie en bediening moeten voldoen aan
de lokale regelgeving en gangbare gedragsco-
des.
Voorzichtig
De sensorkabel mag niet worden geknikt of afge-
klemd aangezien dit tot onjuiste metingen kan lei-
den. Max. buigstraal: 120 mm.
Zorg ervoor dat geen vocht kan binnendringen in
de huls van de kabelsensor.
Содержание RCME Series
Страница 1: ...RCME Installation and operating instructions GRUNDFOS INSTRUCTIONS...
Страница 2: ...2...