80
4. Installatie
4.1 Veiligheidsinstructies
• Het werken met chemicaliën dient volgens de in
Nederland/België geldende voorschriften en re-
gels plaats te vinden (draag bijv. veiligheidskle-
ding).
• Voordat u met werkzaamheden aan de doseer-
pomp begint, dient u er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning naar de pomp is uitgeschakeld
en niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. Al-
vorens de voedingsspanning weer in te schakelen
dient u zich ervan te vergewissen dat de doseer-
leiding zodanig is gepositioneerd, dat er geen in
de pompkop achtergebleven chemicaliën kunnen
worden uitgestoten die letsel kunnen veroorzaken.
• De pompkop, aansluitingen en doseerleidingen
van het systeem kunnen onder druk staan. Het
verrichten van werkzaamheden aan doseersyste-
men is gebonden aan speciale veiligheidsvoor-
schriften en uitsluitend voorbehouden aan daartoe
opgeleide personen.
• Indien voor ontluchting of andere doeleinden de
aansluitingen van de pompkop tijdens bedrijf wor-
den losgeschroefd, moet ervoor worden gezorgd
dat eventueel weggelekte chemicaliën direct wor-
den verwijderd. Dit voorkomt het risico van licha-
melijk letsel en corrosieschade aan de pomp en
het systeem.
• Alvorens van chemicaliën te wisselen dient u te
controleren of de materialen in de doseerpomp en
het systeem tegen de nieuwe chemicaliënsoort
bestand zijn.
• Wanneer er een chemische reactie zou kunnen
ontstaan door contact tussen de twee chemica-
liënsoorten, dient de pomp en het systeem eerst
grondig te worden gereinigd alvorens de nieuwe
chemicaliën toe te voegen.
• Nadat de kabelinvoeringen naar de pomp zijn ver-
wisseld, dient te worden gecontroleerd of deze
stevig zijn vastgeschroefd.
4.2 Voorzorgsmaatregelen
N.B.:
• In verband met de systeemconstructie, de installa-
tie en de bediening van de pomp dient u bij het
kiezen van een doseerpomp rekening te houden
met de plaatselijk geldende regelgeving. Dit geldt
voor de keuze van geschikte pompmaterialen, de
behandeling van chemicaliën en de elektrische
aansluiting.
• Neem de technische specificaties in acht bij de
keuze, installatie en bediening van de pomp. Het
systeem dient overeenkomstig de technische spe-
cificaties te worden ingericht (drukverlies in leidin-
gen is bijv. afhankelijk van diameter en lengte).
• Monteer de kunststofonderdelen te allen tijde met
daartoe bestemde gereedschappen. Draai de on-
derdelen nooit te vast aan. Alvorens tot montage
over te gaan, verdient het aanbeveling de schroef-
draad van kunststofonderdelen in te smeren met
vaseline of siliconenvet. De onderdelen zijn daar-
door eenvoudiger aan te brengen en te verwijde-
ren.
• Zorg ervoor dat de doseerpomp en het systeem
zodanig zijn ingericht, dat er in geval van pom-
plekkage of een breuk in de slangen/leidingen
geen schade kan optreden aan de systeemappa-
ratuur en de installatieruimte. Het is raadzaam uit
voorzorg lekafvoerleidingen en lekbakken te in-
stalleren.
• De doseerpomp is volgens de hoogste kwali-
teitsnormen vervaardigd en heeft daardoor een
lange levensduur. Desondanks bevat de pomp on-
derdelen die kunnen verslijten, zoals een mem-
braan, klepzittingen en klepkogels. Om een lange
levensduur en een minimaal storingsrisico te
waarborgen dienen regelmatig visuele controles
te worden uitgevoerd. De doseerpomp moet dan
ook goed toegankelijk zijn voor bedienings- en on-
derhoudspersoneel.
4.3 Installatie van de pomp
• Raadpleeg eveneens het installatievoorbeeld in
paragraaf
4.4
.
• Installeer de pomp altijd op de steunplaat met
zuig- en persaansluitingen in verticale positie.
• Zorg ervoor dat de aangesloten leidingen niet
knikken in de pompaansluitingen.
• Vergewis u ervan dat het aftapgat in de pompkop
naar beneden is gericht.
•
N.B.:
Het is belangrijk de afvoerleiding niet direct
op het reservoir aan te sluiten, omdat anders gas-
sen de pomp kunnen binnendringen.
Sluit de afvoerleiding daarom aan op een ontlucht
verzamelreservoir of op een verzameltrechter bo-
ven het reservoir (zie het installatievoorbeeld in
paragraaf
4.4
). Zorg in het laatste geval voor vol-
doende ruimte tussen leiding en trechter. Zo kun-
nen ook mogelijke lekkages direct worden opge-
merkt.
Содержание DMM 110
Страница 115: ...115 ...
Страница 117: ...117 TM01 9977 3500 18 21 12 1 10 12 8 2 10 13 11 14 11 21 20 3 ...
Страница 125: ...125 Performance curves TM01 2192 1498 Stroke length setting l h DMM 990 4 ...