N
ed
er
la
nd
s
D
eu
rc
am
er
a
in
st
al
le
re
n
Deurcamera installeren
Installeer de deurcamera op een plaats waar bezoekers
gemakkelijk op de bel kunnen drukken en waar de
camera de bezoekers duidelijk kan ‘zien’.
De volgende punten zijn belangrijk:
■
De hoogte moet tussen 1,3 en 1,5 meter boven de
grond of stoep bedragen waar bezoekers normaal
aanbellen.
■
De camera kan met een hoek van 30° van links naar
rechts worden versteld en met een hoek van 60°
van boven naar beneden. Installeer de camera op
een plaats waar de camera bezoekers kan zien.
■
Vermijd een plaats waar de camera naar de zon is
gericht aangezien dit de camera kan overbelasten.
Bovendien zijn bezoekers zeer donker weergegeven.
De lens van de camera ook niet naar de heldere
lucht richten. Richt de camera waar mogelijk omlaag
en niet omhoog.
■
Installeer de camera op een plaats waar de
bewegingssensor niet geblokkeerd is en geen
naderende bezoekers kan waarnemen. Installeer
de camera niet op een plaats waar voorbijgaande
voetgangers of voorbijgaand verkeer het
systeem kunnen activeren. Het bereik van de
bewegingssensor is ongeveer 4 meter en de
bewegingssensor kan indien nodig worden
uitgeschakeld (zie ‘Deurcamera’, pagina 9).
■
De camera moet op een stenen of houten
ondergrond worden gemonteerd. Geen metaal,
gewapend beton, of dikke steen (d.w.z. meer dan
40 cm dik) – aangezien dit het uitgezonden signaal
kan blokkeren.
■
Het montageoppervlak moet egaal en plat zijn om
vervorming van de behuizing van de deurcamera
te vermijden. Egaliseer ongelijke oppervlakken
voor het monteren aangezien regenwater in de
deurcamera kan binnendringen als de behuizing is
vervormd.
■
Monteer de camera niet binnen 30 cm van grote
metalen voorwerpen of met staal versterkte
PVC-frames aangezien dit de signalen naar het
huisstation verzwakt of blokkeert.
■
Monteer de deurcamera niet onder planken of andere
uitkragingen die de lichtsensor onder de camera
kunnen blokkeren. Een verduisterde sensor schakelt
de camera over naar de zwart/wit stand.
■
Als de deurcamera door een beltrafo van stroom
wordt voorzien, dan moet u tevens rekening houden
met het routeren en aansluiten van het netsnoer.
Huisstation installeren
Het huisstation moet binnen het bereik van de
deurcamera (d.w.z. minder dan 30 meter in een
standaardgebouw) worden geïnstalleerd.
Systeem testen
Wij raden u aan zowel de deurcamera en het huisstation
in te schakelen op de geplande plaats(en) en te
controleren of het huisstation een duidelijk signaal van
de deurcamera ontvangt.
VISIOCAM
Vraag iemand om de deurcamera op de gekozen montageplaats
tegen de muur te houden en op de belknop te drukken terwijl u
de ontvangst op het huisstation controleert.
Als de beeldkwaliteit slecht is of als er geen gongtoon
te horen is na het drukken op de bel, dan zijn er drie
mogelijke redenen:
1. De apparaten zijn te ver van elkaar (meer dan 30
– 40 meter in een standaardhuis) geïnstalleerd.
Installeer het huisstation dichterbij.
2. Er treedt een storing op het videokanaal op.
Verwijder de muurplaat van de deurcamera en zet de
schakelaar van het videokanaal om van kanaal 1 naar
bijvoorbeeld kanaal 3. Test het systeem opnieuw en
kies een ander kanaal als kanaal 3 geen beter beeld
geeft.
Zie de sectie Foutopsporing voor meer informatie over
het onderdrukken van storingen.
3. De deurcamera is niet in het huisstation
geprogrammeerd (zie pagina 4).
N-5