
NL
57
3
10
13
1
4
8
5
6
7
14
15
2
9
12
11
1
2
1.
2.
1
2
OPVANGZAK
Bevestig de twee onderste de-
len van de opvangzak
13
, en be-
vestig vervolgens de deksel van
de opvangzak.
Zet de opvangzak
13
onder-
steboven en installeer de twee
schroeven van de opvangzak.
Gebruik van het apparaat
Productoverzicht
ONDERSTE HENDEL
Zet de onderste hendel
12
rechtop en sluit de onderste
vergrendeling
5
.
Let op!
Gebruik het apparaat zonder ingeschakelde vergrendelingen.
BOVENSTE HENDEL
Installeer de bovenste hen-
del
11
aan de onderste hendel
12
zoals afgebeeld en gebruik
hiervoor de bovenste vergren-
deling
3
.
3
1
4
2
Let op!
Controleer de bladen
en de bevestigingselemen-
ten op schade alvorens het appa-
raat te gebruiken. Gebruik het ap-
paraat niet als het is beschadigd.
1.
Het apparaat beschikt over een vei-
ligheidsschakelaar. Om het appa-
raat in te schakelen, houd u de vei-
ligheidsknop
1
ingedrukt, kantelt u
het apparaat naar achter, drukt u
op de aan/uit/knoppen
2
of
10
en
laat u de veiligheidsknop
1
los.
2.
Houd de aan/uit-knoppen
2
of
10
ingedrukt en wacht totdat het
apparaat de volledige snelheid
heeft bereikt.
3.
Plaats beide handen op de bo-
venste hendel
9
, zet het apparaat
op de grond en duw het apparaat
langzaam naar voren.
4.
Begin in parallelle banen te maaien.
Voor een beter resultaat herhaalt u
het proces in een hoek van 90°.
5.
Om het apparaat uit te schakelen,
laat u de aan/uit-knoppen
2
of
10
los. Wacht totdat het blad helemaal
stil staat voordat u de verder gaat.
1
Veiligheidsknop
2
Onderste aan/uit-knop
3
Bovenste vergrendeling
4
Veiligheidsklep
5
Onderste vergrendeling
6
Hoofdhendel
7
Batterijdeksel
8
Wieltje
9
Handvat
10
Bovenste aan/uit-knop
11
Bovenste hendel
12
Onderste hendel
13
Opvangzak
14
Hoogteregeling-vergrendeling
15
Snijdblad
Aanpassingen