15
Het vlameffect is niet uniform
voor alle modules.
N.v.t. Normale werking; een
lichte variatie in de
dikte en hoogte van het
vlameffect van de ene
module naar de andere
wordt verwacht.
Geen actie nodig.
Normale werking
bij opstarten.
Laat het apparaat 10 tot 15
minuten opwarmen om de
hoogte van het vlameffect
te stabiliseren.
Omvormer werkt
niet optimaal.
Reinig modulecomponenten,
inclusief omvormer.
Vervang de omvormer als het
probleem aanhoudt.
Verwarming gaat niet aan.
CD52 V e r w a r m i n g
is uitgeschakeld.
Houd en tegelijkertijd
op
de
verborgen aanraakbedieningen
gedurende 3 seconden
ingedrukt om.
de verwarmingsfunctie in- of uit
te schakelen.
CD43 Verwarming is permanent
uitgeschakeld.
Als installatie met verwarming
gewenst is, installeer dan
de jumperdraad opnieuw
op het moederbord, indien
beschikbaar, of schaf een nieuw
moederbord aan.
CD20 Omgevingstemperatuur
NTC-fout.
Zie servicehandleiding.
CD23 Onboard NTC-fout.
Schakel het apparaat uit met de
aan-/uitschakelaar. Controleer
op verstopping van de uitlaat
van de verwarming. Laat het
apparaat 30 minuten afkoelen.
Raadpleeg de servicehandleiding
als de fout aanhoudt.
CD33 O v e r v e r h i t t i n g
h o o f d p r i n t p l a a t
gedetecteerd.
Schakel het apparaat uit met
de aan-/uitschakelaar. Laat het
apparaat 30 minuten afkoelen.
Raadpleeg de servicehandleiding
als de fout aanhoudt.
CD34 Fout met
verwarmingsventilator.
Zie servicehandleiding.