NL
63
Bediening
Voer vóór het inschakelen controles uit!
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of er zichtbare defecten z
ij
n.
– Controleer of alle schakelaars op
[0]
staan, voor-
dat u de netstekker in het stopcontact steekt.
Bediening apparaat
– Controleer of de stroomvoorziening in uw regio
overeenkomt met de specificaties op het typepla-
atje van het apparaat voordat u de netstekker in
het stopcontact steekt.
– Inschakelen: Plaats het apparaat op een stabiele
ondergrond en steek de stekker in het stopcon-
tact. Druk op de aan-uitschakelaar op de achter-
kant van het apparaat.
[I]
betekent “aan”,
[0]
betekent “uit”.
– B
ij
het inschakelen staat het apparaat eerst in de
stand-bymodus; de omgevingstemperatuur wordt
op het display weergegeven en het lampje
[°C]
brandt. Druk op de
[ ]
-toets op het bedie-
ningspaneel, waarna het apparaat begint te wer-
ken in de koudeluchtmodus en lampje
[ ]
gaat
branden.
– Verwarmen: Druk op de
[
]
-toets om te zorgen
dat het apparaat begint met verwarmen. Druk
eenmaal op de toets voor lage warmte, waarna op
het display
[
]
versch
ij
nt. Druk tweemaal voor
hoge warmte, waarna op het display
[
]
ver-
sch
ij
nt. Door nogmaals op de toets te drukken
wordt het verwarmingsproces afgebroken.
– TIMER: Druk meerdere keren op de
[
]
-toets om
een t
ij
dsperiode in te stellen waarna het apparaat
zichzelf uitschakelt (tussen 1 uur en 12 uur in
stappen van 60 minuten). Zodra de t
ij
dsperiode is
ingesteld, licht op het display het symbool
[
]
op.
– WISSELMODUS: Druk op de
[
]
-toets om de
wisselmodus te activeren. Druk op de toets om de
Rustmodus in te schakelen.
–
[+]
,
[-]
: De kamertemperatuur aanpassen. De
temperatuur is standaard ingesteld op 25 °C.
De temperatuur kan worden ingesteld van 10 °C tot
35 °C.
– Druk op
[+]
om de temperatuur te verhogen en
[-
]
om de temperatuur te verlagen. Het apparaat
schakelt automatisch tussen de verwarmings-
modi "Lage warmte" en "Hoge warmte", afhan-
kel
ij
k van de omgevingstemperatuur en de inge-
stelde temperatuur.
– Luchtbevochtigingsfunctie: Druk op de
[ ]
-toets
om de bevochtigingsfunctie in te schakelen,
waarna het bevochtigingslampje
[ ]
gaat bran-
den. Druk op de
[ ]
-toets om de bevochtigings-
functie uit te schakelen, waarna het bevochti-
gingslampje dooft. (De luchtbevochtigingsfunctie
kan ook afzonderl
ij
k worden gebruikt wanneer het
apparaat is ingeschakeld).
– Druk nogmaals op
[ ]
om het apparaat uit te
schakelen De ventilator bl
ij
ft nog ongeveer 30
seconden draaien, schakelt dan automatisch uit
en het apparaat keert terug naar de stand-bymo-
dus. Als het apparaat niet eerder in de verwar-
mingsmodus stond, dan keert het meteen terug
naar de stand-bymodus.
– Displayverlichting uit: Als het apparaat 10 minu-
ten in bedr
ij
f is, schakelt het automatisch over
naar de modus "Displayverlichting uit". Druk op
een willekeurige toets om de displayverlichting
opnieuw in te schakelen.
Reiniging en onderhoud
Apparaat reinigen
– Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stop-
contact trekken.
– Apparaat met een licht vochtige doek afnemen.
Batter
ij
van de afstandsbediening vervangen
– Het batter
ij
klepje kan worden geopend met een
muntstuk of iets dergel
ij
ks.
– Plaats een CR2025-knoopcel en let op de polari-
teit van de batter
ij
("+" naar boven en "-" naar
onderen).
– Sluit het batter
ij
klepje weer met een munt of iets
dergel
ij
ks.
Storingen en hulp
Indien iets niet functioneert …
Vaak z
ij
n het slechts kleine defecten die tot een sto-
ring leiden. Meestal kunt u deze eenvoudig zelf ver-
helpen. Raadpleeg hiertoe eerst de onderstaande
tabel voordat u zich tot de verkoper wendt. U
bespaart zo veel moeite en eventueel ook kosten.
Kunt u de fout niet zelf oplossen, dient u direct con-
tact op te nemen met de verkoper. Let op dat door
onjuist uitgevoerde reparaties ook de aanspraak op
garantie vervalt en evt. extra kosten worden bere-
kend.
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
Het appa-
raat mag alleen in bedr
ij
f worden genomen
als b
ij
het controleren geen gebreken gevon-
den z
ij
n. Is een deel defect, dan moet het
absoluut voor het volgende gebruik vervan-
gen worden.
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
Vóór alle
werkzaamheden aan het apparaat alt
ij
d het
netsnoer uit het stopcontact trekken.
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
Ondeskun-
dig uitgevoerde reparaties kunnen ertoe lei-
den dat uw apparaat niet meer veilig functio-
neert. U brengt daarmee uzelf en uw omge-
ving in gevaar.
Gebreken/storing
Oorzaak
Oplossing
Apparaat werkt niet.
Apparaat uitgeschakeld?
Apparaat met de Aan/Uit-schake-
laar (7) inschakelen.
Geen netspanning?
Kabel, stekker, contactdoos en ze-
kering controleren.