89
9. Montage
Voor een vaste montage moet u eerst het volledige systeem in gebruik nemen en de batterijen installeren,
zoals beschreven in hoofdstuk 8. Op deze manier kunt u verzekeren dat latere functieproblemen op de
montageplaats of een te grote afstand tussen basisstation en sensoren kan worden vermeden.
Het bereik tussen de zender in de windsensor of thermo-/hygrosensor en de ontvanger in het basisstation
bedraagt in open veld (bij directe visuele verbinding tussen de apparaten) tot 30 m.
Het effectief bereikbare bereik echter kleiner is aangezien zich tussen de windsensor en het basisstation
wanden, meubels, vensters of planten bevinden.
Een andere storende invloed die het bereik sterk vermindert, de nabijheid is van elektrische/elektronische
apparaten, kabels of metalen onderdelen. Problematisch zijn ook plafonds uit staalbeton, metaalbeklede
isolerende ramen of andere apparaten op dezelfde zendfrequentie (433 MHz).
a) Montage van de windsensor
De windhaan moet bij de montage naar boven liggen.
De windsensor kan via de meegeleverde houder bv. aan een mast
of een stang worden vastgemaakt. Gebruik geschikte schroeven of
kabelbinders naargelang de montageplaats.
Afhankelijk van de montageplaats (bv. aan een carport) kan evt. ook
een L-vormige houder worden gebruikt die als accessoire voor SAT-
ontvangstsleutels verkrijgbaar is.
Voor de keuze van de montage plaats let u op:
De montageplaats moet vrij liggen zodat de windsensor
correcte waarden kan weergeven. Een minimumafstand
van 10 meter tot gebouwen of bomen van 10 meter is aan-
gewezen.
Voor de windsensor vast gemonteerd wordt, moet u een
functie- en ontvangsttest uitvoeren. Nadat de batterijen in
de windsensor, thermo-/hygrosensor en het basisstation
zijn geïnstalleerd, moeten na enkele minuten de overeen-
komstige meetwaarden op het scherm worden weergege-
ven.
Belangrijk!
Op de windsensor bevindt zich een markering voor de windrichting "N" = Noorden.
Bevestig de windsensor zodanig dat de markering "N" precies naar het noorden wijst. De juiste windrichting
kan met een kompas worden bepaald (bijvoorbeeld in veel smartphones als app geïntegreerd of te down-
loaden).
Als u geen kompas heeft, kunt u evt. ook een landkaart of kaartmateriaal op het internet vinden om tenmin-
ste een opstelling bij benadering uit te voeren.
Bij de montage op een dak moet evt. worden gelet op geschikte bescherming tegen blikseminslag.