Emerson RIDGID MR-10, Руководство оператора

Страница: 57 / 236

A – langs een pijp
B – dwars over een pijp
Figuur 8 – Signaalpatronen van een
gietijzeren pijp
Specifieke plaatsbepaling
1. Wanneer de locatie van de signaalbron
grofweg vastgesteld is, houdt u de
detector verticaal.
2. Verlaag eventueel de versterking.
3. Beweeg de detector in een kruislings
patroon (Figuur 9) .
De staafdiagram van het signaal en de toon
van het geluidssignaal zijn het hoogst als
de detector zich boven het doel bevindt.
HOOFDAF-
SLUITER
Figuur 9 – Specifieke plaats van signaal
bepalen
Polariteit
De MR-10 magneetvelddetector beschikt over
een functie om de polariteit van een magneet
te bepalen. Met de polariteit kan een object
beter worden geïdentificeerd tijdens het
opsporen.
Alle magneten hebben twee polen (+ en -,
positief en negatief) en deze polen worden
gewoonlijk bepaald door de vorm van het
object. Een lang, dun object zoals een pijp
bijvoorbeeld zal gewoonlijk aan elke uiteinde
een pool hebben. De positie van het gezochte
object kan worden aangeduid met behulp
van de polariteit.
Een lang, dun ijzeren object dat verticaal
gepositioneerd is, zoals een pijp, een meetpen,
een wapening of een spijker zullen een enkele
pool aangeven, hetzij positief of negatief.
Een lang, dun ijzeren object dat horizontaal
gepositioneerd is, zoals bijv. een pijp of
een wapening zullen aan beide uiteinden
(polen) een sterk signaal afgeven, met een
gering signaal tussen de beide polen. Het ene
uiteinde is positief en het andere negatief.
Zie figuur 8. Wanneer u een plaatsbepaling
langs een liggende pijp uitvoert, zult u zien
dat de polariteitswaarde bij de koppeling
van positief naar negatief verspringt, of
omgekeerd. Dat gebeurt alleen wanneer de
pijpuiteinden van elkaar gescheiden (niet
verbonden) zijn.
Polariteit kan de gebruiker vaak ondersteunen
bij het vaststellen van een gewenste object ten
opzichte van andere ongewenste objecten,
doordat de polariteit van positief naar negatief
verspringt (of omgekeerd).
55
MR-10 magneetvelddetector