Handleiding voor bedieningsapplicaties
Algemene informatie
81
NL
1.2.
Vernietiging
▪
Dit apparaat mag niet worden afgevoerd als huishoudelijk afval.
▪
Voer aan het einde van de levenscyclus het apparaat op de juiste wijze en milieuvriendelijk af in
overeenstemming met de geldende plaatselijke voorschriften.
1.3.
Onderhoud
Er is geen specifiek onderhoud vereist voor dit apparaat na de inbedrijfstelling. De interne controller volgt voortdurend talrijke
parameters en duidt aan indien een probleem of incident plaatsgrijpt. In dit geval is het raadzaam contact op te nemen met uw
dealer.
GEVAAR!
▪
A
lle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een bevoegd technicus. Een
ongeschikte hantering van de installatie in zijn geheel kan leiden tot een persoonlijk letsel en/of
materiële schade.
▪
G
iet geen water of andere vloeistoffen rechtstreeks op de verdeelkast of binnenzijde, er zou zich een
elektrische schok of brand kunnen voordoen.
