MT150PP, MT230 PP, MT350PP, MT550PP
Technische beschrijving
NL
97
6.3
Acculaadfunctie
De laadkarakteristieken voor volledig geautomatiseerd continu bedrijf zonder bewaking worden
IU0U-karakteristieken genoemd (zie curve in afb.
1: I-fase (constante-stroomfase)
Aan het begin van het laadproces wordt de lege accu continu opgeladen met de maximale laad-
stroom (100%). De laadstroom neemt af wanneer de accu een laadtoestand van 75% (90% bij lit-
hium-ion-accu’s) heeft bereikt. Accu’s met een spanning van 0 V worden opgeladen met een
lagere laadstroom totdat de accuspanning hoger is dan 9 V. De duur van de I-fase is afhankelijk van
de toestand van de accu, de belasting door de verbruikers en de laadtoestand. Om veiligheidsre-
denen wordt de I-fase na uiterlijk 15 uur beëindigd (in het geval van defecte accucellen of iets der-
gelijks).
2: U1-fase (constante-spanningsfase)
De U1-fase begint wanneer de accu volledig is opgeladen. De laadstroom wordt verlaagd. Tijdens
de U1-fase wordt de accuspanning constant op een hoog niveau gehouden. De duur van de U1-
fase is afhankelijk van het accutype en de mate van ontlading.
3: U2-fase (druppelladen)
De U2-fase dient om de accucapaciteit (100 %) in stand te houden. De U2-fase werkt met een
lagere laadspanning en variabele stroom. Als er gelijkstroomverbruikers zijn aangesloten, worden
deze door het toestel van stroom voorzien. Alleen als het benodigde vermogen hoger is dan de
capaciteit van het toestel, wordt dit aanvullende vermogen door de accu geleverd. De accu wordt
vervolgens ontladen totdat het toestel weer in de I-fase komt en de accu oplaadt. De U2-fase is
beperkt tot 24 tot 48 uur, afhankelijk van het accutype.
6.4
Temperatuursensor
Als de temperatuursensor is aangesloten, past de oplader voor zonne-energie de laadspanning
(voor loodaccu’s) of de laadstroom (voor lithium-ion-accu’s) aan aan de gemeten temperatuur van
de accu.
I
AES/RE (alleen
MT 350 PP,
MT 550 PP)
Aan
Overtollige zonne-energie, „AES/RE”-aansluiting is
geactiveerd
Uit
Geen overtollige zonne-energie, „AES/RE-aanslui-
ting” is niet actief
INSTRUCTIE
Zonder de temperatuursensor of als de temperatuursensor defect is, wordt de
laadspanning aangepast op basis van een referentietemperatuur van 20 °C.
Led
Status
Beschrijving