46
rEPArATIE En OnDErhOUDSTAKEn
LET OP: Bij alle werkzaamheden aan de elektrische draadmaaier in
elk geval de motor uitschakelen, de netstekker uittrekken
en veiligheidshandschoenen dragen!
LET OP: De elektrische draadmaaier mag pas worden gestart als
hij volledig gemonteerd en gecontroleerd is!
Periodieke onderhouds- en reingingsvoorschriften
Voor een lange levensduur alsook ter voorkoming van schades en ter waarborging van het volledig functioneren van de
veiligheidsvoorzieningen moeten de hierna beschreven onderhoudstaken regelmatig uitgevoerd worden. Garantieclaims worden
alleen dan toegelaten, indien deze taken regelmatig en zoals voorgeschreven uitgevoerd zijn. Bij niet-inachtneming bestaat er gevaar
voor ongelukken!
Gebruikers van elektrische draadmaaiers mogen alleen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uitvoeren die in deze handleiding
beschreven zijn. Verder gaande werkzaamheden mogen uitsluitend door een DOLMAR-werkplaats worden uitgevoerd.
Let op: Bij het reinigen de elektrische draadmaaier nooit met water besproeien. het motorhuis alleen met een vochtige
doek reinigen! Geen sterke reinigingsmiddelen gebruiken, die de kunststof van het motorhuis aantasten! na de reiniging
goed laten drogen!
Algemeen
Volledige draadmaaier
Van buiten schoonmaken en op beschadigingen controleren.
Bij beschadigingen direct een vakkundige reparatie laten
uitvoeren.
Voor iedere
Maaigereedschap
Op beschadigingen en stevige zitting controleren
45
inbedrijfname
Bescherminrichtingen
Op juiste positie, vaste stand en feilloze
44
toestand controleren
Schroeven en moeren
Toestand en vastzitten controleren
veiligheids
sperschakelaar,
AAN/UIT-schakelaar
Werking controleren.
45
na iedere
Volledige draadmaaier
Reinigen
42
buitenbedrijfstelling
Koelluchtsleuven
Reinigen
43
Vóór een langere
Volledige draadmaaier
Reinigen, veilig in een droge ruimte bewaren
buitenbedrijfstelling
en opslag
Bladzijde
A
Bijstellen van de draad
- Als het maaivermogen afneemt, moet de draad worden
bijgesteld. De draadlengte kan tijdens het maaien te allen
tijde optimaal worden ingesteld door licht met de draadkop
op de bodem te tikken (pijl). Dit is evenwel slechts mogelijk
als er nog ten minste 3 cm draad zichtbaar is.
- Het draadmes (zie pagina 44,
D/8
) snijdt uitstekende
draadeinden automatisch af.
- Indien de draadeinden korter dan 3 cm zijn, moet de draad
met de hand worden bijgesteld.
- Druk hiervoor de drukknop in en trek de draad krachtig uit
de kop.
LET OP: De reiniging van de draadkop, het vervangen van
de draad en het bijstellen met de hand mogen uitsluitend
gebeuren bij een uitgeschakelde motor en uitgetrokken
netstekker!