Gebruiksaanwijzing
13
EWWQ049~06 ECB2+3MUBW
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen
D-EOMHP01008-17EU
Functies van het beveiligingsmenu
Opsomming van in werking gestelde beveiligingen
en controle van de unitstatus
Als de alarmzoemer in werking is getreden en de gebruiker op de
p
-
toets drukt zal de besturing automatisch het beveiligingsmenu
selecteren.
■
De besturing zal het
UNIT SAFETY
scherm selecteren van het
beveiligingsmenu als een beveiliging van de unit de oorzaak was
van de uitval. Dit scherm geeft de volgende informatie:
•
de geactiveerde beveiliging: noodstop, stroomschakelaar,
sensorfout of omkeerfase
•
de status van de unit op het moment van de uitval
instelpunt waterinlaattemperatuur van de verdamper,
instelpunt waterinlaattemperatuur van de condensor,
tijd en datum op het moment van de uitval.
■
De besturing zal het
MODULE 1
,
MODULE 2
of
MODULE 3 SAFETY
scherm selecteren van het beveiligingsmenu als een beveiliging
van respectievelijk module 1, module 2 of module 3 in werking is
gesteld. Deze schermen geven informatie over de status van de
module op het moment van de uitval.
•
de in werking gestelde beveiliging: antivorstbeveiliging,
algemene beveiliging of sensorfout
•
de status van de unit op het moment van de uitval
instelpunt waterinlaattemperatuur van de verdamper,
instelpunt waterinlaattemperatuur van de condensor,
tijd en datum op het moment van de uitval.
1
Druk op de
p
-toets als de alarmzoemer in werking is getreden.
Het bijbehorende veiligheidsscherm met basisinformatie ver-
schijnt. Druk op de
q
-toets om de gedetailleerde informatie in te
kijken.
2
Indien meer dan één veiligheidsvoorziening in werking getreden
is (aangeduid door
W
,
X
of
C
), gebruik de
g
- en
h
-toetsen om
ze in te kijken.
Functies van het archiefmenu
Controleren van de beveiligingsinformatie en de unitstatus na
een terugstelling
De informatie die beschikbaar is in het beveiligingsmenu is ook
opgeslagen in het archiefmenu. Daar wordt het opgeslagen nadat de
unit of het circuit is teruggesteld. Op die manier biedt het archief-
menu de mogelijkheid om de unitstatus te controleren op het moment
van de 10 meest recente storingen.
Ga als volgt te werk om de beveiligingsinformatie en unitstatus te
controleren:
1
Selecteer het
HISTORY MENU
via het hoofdmenu. (Raadpleeg het
hoofdstuk
.)
De controller opent het scherm
UNIT HISTORY,
dat de volgende
informatie bevat: het aantal uitschakelingen, de veiligheids-
voorziening van de unit die de meest recente uitschakeling heeft
veroorzaakt en de basisinformatie op het ogenblik van het
uitschakelen.
2
Druk op de
g
- en
h
-toetsen om het
M1
,
M2
of
M3 HISTORY
scherm
te raadplegen.
3
Druk op de
q
-toets om de gedetailleerde informatie in te kijken.
Functies van het infomenu
Raadplegen van bijkomende informatie over de unit
1
Selecteer het
INFO MENU
via het hoofdmenu. (Raadpleeg het
hoofdstuk
De besturing selecteert het
UNIT INFORMATION
scherm, dat de
volgende informatie geeft: de benaming van de unit, het
gebruikte koelmiddel en het productie- of serienummer.
2
Druk op
h
om het volgende
UNIT INFORMATION
scherm te
raadplegen.
Dit scherm geeft informatie over de software-versie van de
besturing.
Functies van het input/outputmenu
Controleren van de status van de inputs en outputs
Het input/outputmenu biedt de mogelijkheid om de status te
controleren van de digitale inputs en van de relais outputs.
De vaste digitale inputs zijn:
■
M1
,
M2
of
M3 SAFETY
: geeft de status aan van de algemene
modulebeveiligingen.
■
FLOWSWITCH
: geeft de status aan van de debietschakelaar:
aangesproken of niet aangesproken.
■
REVERSE PHASE PROTECTOR
: geeft de actuele status aan van deze
veiligheidsvoorziening.
De veranderlijke digitale inputs zijn:
■
REM. C/H
: geeft de status aan van de afstandsschakelaar koelen/
verwarmen.
■
DUAL SETPOINT
: geeft de stand aan van de afstandsschakelaar
voor het dubbele instelpunt: instelpunt 1 of instelpunt 2.
■
REM. ON/OFF
: geeft de stand aan van de afstands-schakelaar
"start/stop".
■
CAP LIM1/2/3
: geeft de status aan van de schakelaar(s) voor het
in-/uitschakelen van de capaciteitsbeperking.
De vaste relais-outputs zijn:
■
LPBYPASS 1/2/3
: geeft aan of de lage druk van de module al of
niet in bypass staat.
■
C11
,
C12
,
C21
,
C22
,
C31
,
C32
: geeft aan of de compressor al of niet
draait.
■
PUMP/GEN OPER
: geeft de status aan van dit spanningsvrij
contact. Het wordt aangesproken wanneer de pomp moet
aanstaan, wat tevens op algemene werking duidt.
De veranderlijke relais-outputs zijn:
■
REV. VALVE (C/H)
: geeft aan of de unit koelt of verwarmt.
■
2ND EVAP PUMP
: geeft de status aan van de tweede
verdamperpomp.
■
CONDENSER PUMP
: geeft de status aan van de condensorpomp.
■
100% CAPACITY
: geeft aan dat de unit op 100 % draait.
Ga als volgt te werk om de inputs en outputs te controleren:
1
Selecteer het
I/O STATUS MENU
via het hoofdmenu. (Raadpleeg
het hoofdstuk
.)
De besturing selecteert het eerste
DIGITAL INPUTS
scherm.
2
Raadpleeg de andere schermen van het input/outputmenu met
behulp van de
g
- en
h
-toetsen.
Содержание ECB2MUBW
Страница 131: ...EWWQ049 064KAW1M ECB2 3MUBW D EOMHP01008 17EU 17 6 7 8 4 R410A GWP 1 2090 1 GWP 7 1 mm 5...
Страница 169: ...EWWQ049 064KAW1M ECB2 3MUBW D EOMHP01008 17EU 16 6 7 8 4 R410A 1 2090 1 5 4 5 5 5 6 5 7 5 8 5...
Страница 170: ...17 EWWQ049 064KAW1M ECB2 3MUBW D EOMHP01008 17EU 7 1...
Страница 174: ...D EOMHP01008 17EU...