7. Configuratie RS485 Modbus
Nederlands
160
Detecting Gas Saving Lives
7.3 Bekabelingsvereisten
7.3.1 Berekenen van de minimum vereiste stroom
Hoe meer
IRmax
detectors er op de lineaire bus aangesloten zijn, hoe meer stroom er nodig is om
het systeem te laten draaien. Om de benodigde stroom voor een bepaalde opstelling te berekenen,
is het nodig om te weten wat de kabelweerstand is tussen elk paar
IRmax
detectors. Er is minimaal
0,1mA stroom nodig voor elke 'verbinding' tussen de
IRmax
detectors. De toe te passen spanning kan
berekend worden door de spanningsdaling over elke 'verbinding' in te schatten. Aan het einde moet er
nog minimaal 12V overblijven om de laatste
IRmax
detector goed te laten functioneren.
Neem voor specifieke gevallen contact op met
Crowcon
. Eventueel kunnen ook de onderstaande
stappen gevolgd worden en de voorbeeldberekening in het volgende deel.
1. De spanning mag niet onder de 12V dalen. Begin dus de berekening door de spanning op de laatste
IRmax
detector in de lijn op die waarde in te stellen.
2. Elke
IRmax
detector kan tot 0,1A trekken. Bereken het kabelspanningsverlies van de eerste
'verbinding' tussen de
IRmax
detectors door ervan uit te gaan dat de 'totale stroom' 0,1A is en
vermenigvuldig dit dan met de kabelweerstand van de 'verbinding' tussen de laatste en een na laatste
IRmax
detector.
3. Voeg deze spanningsdaling toe aan de 12V voor de laagste acceptabele spanning bij de een na laatste
IRmax
detector. Voeg 0,1A toe aan de waarde voor de 'totale stroom' om op 0,2mA uit te komen,
de minimum stroom die door de een na laatste 'verbinding' van de bus loopt. Vermenigvuldig dit met
de kabelweerstand voor de een na laatste 'verbinding' om de volgende spanningsdaling te krijgen.
4. Herhaal dit proces voor elke
IRmax
detector, waarbij de spanningsverliezen tussen elke detector
vermeerderd worden.
5. De maximum detectorspanning van 30V mag niet overschreden worden.
7.3.2 Voorbeeldberekening
Als voorbeeld geven we de resultaten van de berekening voor zes stuks
IRmax
detectors die 250 m van
elkaar geplaatst zijn op een kabel met een dwarsdoorsnede van 1mm2. Elke 'verbinding' heeft een weerstand
van 4,6 ohm.
Station
Toevoerspanning
Toevoerstroom
1
12
0.1 A
2
12.46
0.2 A
3
13.38
0.3 A
4
14.76
0.4 A
5
16.6
0.5 A
6
18.9
0.6 A
Stroom t.b.v. paneel
21.66
0.6 A