CMi C-KSS-250, Оригинальное руководство пользователя

Страница: 68 / 96

NL
68
• Sl
ij
psch
ij
f (1×)
• Inbussleutel
Montage
Apparaat op werkbank bevestigen
►
P. 4, punt 3
– Twee voldoende lange schroeven (M8) door mon-
tagegaten (12) steken en apparaat zoals afge-
beeld stevig op de werkbank vastschroeven.
Werkstukaanslag aanbrengen
►
P. 4, punt 4
– Verstelbare werkstukaanslag (16) op basis-
frame (11) zetten.
– B
ij
gevoegde schroef (17) van boven doorsteken.
– B
ij
gevoegde borgmoer (5) van onderen
opschroeven en vastdraaien.
►
P. 4, punt 5
– Klemplaten (18) plaatsen.
Bediening
Voor het starten controleren!
Controleer de veilige toestand van het apparaat:
– Controleer of er zichtbare defecten z
ij
n.
– Controleer of alle onderdelen van het apparaat
stevig gemonteerd z
ij
n.
– Controleer of de veiligheidsinrichtingen volledig
intact z
ij
n.
– Controleer of de vastzetschroef van de hellingin-
stelling vast is aangedraaid.
– Controleer of het apparaat stevig en veilig op de
werkbank is vastgeschroefd.
Ketting inspannen
►
P. 4, punt 6
1. Ketting in kettinggeleiding (14) plaatsen.
2. Borgmoer (5) losser draaien.
3. Noodzakel
ij
ke sl
ij
phoek met behulp van de
schaal (6) instellen. (De sl
ij
phoek hangt af van de
te sl
ij
pen ketting)
4. Borgmoer (5) vastdraaien.
►
P. 4, punt 7
5. Ketting fixeren:
– aanslagklep (8) achter de te sl
ij
pen ketting-
schakel klappen.
– Ketting tot de aanslag naar achteren trekken.
6. Sl
ij
pkop (19) lichtel
ij
k naar beneden drukken en
instelschroeven (4) en (7) zo instellen dat de sl
ij
p-
sch
ij
f het te sl
ij
pen tandvlak aanraakt.
7. Spaanafname instellen:
– sl
ij
pkop naar boven zwenken.
– De gewenste maat voor de spaanafname met
instelschroef (4) instellen (¼ draai
≈
0,25 mm).
8. Ketting met bevestigingsbout (13) fixeren.
Ketting sl
ij
pen
– Hoogte van de beschermende afdekking (3)
instellen en schroeven (9) vastdraaien.
– Apparaat met de Aan/Uit-schakelaar (10) inscha-
kelen.
– Sl
ij
pkop langzaam en voorzichtig tot de aanslag
naar beneden drukken.
– Iedere tweede tand op dezelfde w
ij
ze sl
ij
pen.
– Sl
ij
phoek op dezelfde waarde instellen aan de
andere kant en de resterende tanden sl
ij
pen.
Dieptebegrenzing afv
ij
len
►
P. 5, punt 8
►
P. 5, punt 9
– Dieptebegrenzing gel
ij
kmatig met een v
ij
l afv
ij
len.
Reiniging en onderhoud
Reinigings- en onderhoudsoverzicht
Vóór ieder gebruik
GEVAAR! Gevaar voor letsel!
Het appa-
raat mag alleen stevig gemonteerd op een
werkbank gebruikt worden.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Het appa-
raat mag alleen in bedr
ij
f worden genomen
als er geen gebreken gevonden z
ij
n. Wan-
neer er een deel defect is, moet het absoluut
vóór het volgende gebruik worden vervan-
gen.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
werkstuk!
K
ij
k uit b
ij
zaagkettingen die
eerst met de hand gev
ij
ld z
ij
n!
B
ij
ongel
ij
kmatig hoge tanden moet eerst de
hoogste tand gevonden en als eerste gesle-
pen worden.
LET OP! Gevaar voor schade aan het
werkstuk!
De tanden van de ketting moe-
ten afwisselend worden geslepen. Een ver-
keerde sl
ij
phoek kan de ketting onbruikbaar
maken.
Alt
ij
d zo weinig mogel
ij
k materiaal verw
ij
de-
ren en de werkt
ij
d per tand zo kort mogel
ij
k
houden.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! De positie
van de ketting mag alleen b
ij
stilstaand
apparaat veranderd worden.
Aanw
ij
zing: De dieptebegrenzingsafstand
(X) bepaalt de spaandikte b
ij
het zagen. Als
de afstand te klein wordt, moet de dieptebe-
grenzing afgev
ij
ld worden.
Hoe groot de afstand moet z
ij
n, vindt u in de
vakliteratuur of b
ij
de fabrikant van uw zaag-
ketting.
GEVAAR! Gevaar voor letsel! Vóór ieder
onderhoud en/of reiniging:
– Apparaat uitschakelen.
– Apparaat af laten koelen
– Stekker uit het stopcontact trekken.
Wat? Hoe?
Stroomkabel en stekker
op beschadigingen con-
troleren. Visuele controle, indien
nodig door een elektricien
laten vervangen.
Sl
ij
psch
ij
f controleren.
►
Sl
ij
psch
ij
f controle-
ren – p. 69