67
nl
Onderhoudskaart
Eerste 5 uur
•
Olie verversen
Iedere 8 uur of dagelijks
•
Motoroliepeil controleren
•
Reinigen rond uitlaat en bedieningen
•
Reinig de vingerbeschermer (indien hiermee uitgerust)
Iedere 50 uur of jaarlijks
•
Luchtfilter reinigen
*
•
Voorfilter reinigen (indien hiermee uitgerust)
*
•
Motorolie verversen
•
Oliefilter vervangen (indien aanwezig)
•
Uitlaat en vonkenvanger controleren
Iedere 200 uur of jaarlijks
•
Luchtfilter vervangen
*
•
Voorfilter vervangen (indien hiermee uitgerust)
*
Jaarlijks
•
Bougie vervangen
•
Luchtkoelsysteem reinigen
*
•
Benzinefilter reinigen/vervangen, (indien hiermee uitgerust)
•
Klepspeling controleren
**
*
Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend vuil in
de omgeving bevindt.
**
Niet nodig tenzij zich prestatieproblemen van de motor voordoen.
Carburateur Afstelling
Voer nooit afstellingen aan de carburateur uit. De carburateur was op de fabriek
afgesteld om efficiënt te werken onder de meeste omstandigheden. Als echter afstelling
noodzakelijk is, raadpleeg dan een erkende Briggs & Stratton dealer voor service.
OPGEPAST:
De fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd
specificeert het maximum toerental waarop de motor gebruikt zal worden.
Overschrijd
dit toerental niet.
De bougie vervangen -
Afb.
6
Controleer de elektrodeafstand (
A
, Afb. 6) met een draadvoeler (
B
). Verstel zonodig de
opening. Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen aanhaalkoppel. Zie
voor afstelling van de opening of het aanhaalkoppel het
Specificaties
hoofdstuk.
Noot:
In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van een
weerstandsbougie om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel
was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type
bougie.
Uitlaat en vonkenvanger inspecteren -
Afb.
7
Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de
uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.
WAARSCHUWING
•
Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.
•
Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.
•
In Californië is het een overtreding van de California Public Resource Code,
paragraaf 4442, om de motor te gebruiken of te laten draaien in bosgebied, of
op land met struiken of gras tenzij het uitlaatsysteem is voorzien van een
vonkenvanger zoals gedefinieerd in paragraaf 4442 die zodanig is onderhouden
dat hij goed werkt. Andere staten of landen kunnen soortgelijke wettelijke
voorschriften hebben. Neem contact op met de fabrikant van de apparatuur, de
wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een vonkenvanger die is
gemaakt voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.
Inspecteer de uitlaat (
A
, Afb. 7) op barsten, corrosie of andere beschadiging. Verwijder
de vonkenvanger (
B
), indien hiermee uitgerust en inspecteer deze op beschadiging of
koolverstopping. Zorg er, als vervanging nodig is, voor dat uitsluitend originele
onderdelen gebruikt worden.
WAARSCHUWING:
Vervangingsonderdelen moeten originele zijn en
op dezelfde manier worden gemonteerd als de oorspronkelijke onderdelen, anders
kan brand optreden.
Olie verversen -
Afb.
2
8
9
10 11
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
•
Als u de olie aftapt uit de olievulbuis boven, dan moet de brandstoftank leeg zijn,
anders kan er brandstof uitlekken wat kan leiden tot brand en explosie.
Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid worden. Niet
met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke instanties, het
servicecentrum of de dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
Olie verwijderen
U kunt de olie aftappen via het aftapgat in de onderkant of bovenuit vanuit de olievulbuis.
1. Ontkoppel, met de motor uit maar nog steeds warm, de bougiekabel (
A
) en houd
deze weg van de bougie (Afb. 8).
2. Verwijder de olie aftapplug (
B
, Afb. 9). Tap de olie af in een goedgekeurde
opvangbak.
Noot:
Elke olie aftapplug die getoond is kan in de motor gemonteerd zijn.
3. Installeer nadat de olie is afgetapt de olie aftapplug en draai deze vast.
4. Als u de olie aftapt vanuit de olievulbuis boven(
C
), houd dan het de bougiekant van
de motor (
D
) omhoog (Afb. 10).Tap de olie af in een goedgekeurde opvangbak.
WAARSCHUWING
:
Indien U de olie aftapt via de bovenkant van de
olievulpijp, dan moet de brandstoftank leeg zijn, anders kan brandstof weglekken en
brand of een explosie veroorzaken. Laat, om de brandstoftank leeg te maken de
motor lopen totdat deze stopt door brandstofgebrek.
Oliefilter vervangen (indien hiermee uitgerust)
Sommige modellen zijn uitgerust met een optioneel oliefilter. Raadpleeg voor
vervangingsintervallen de
Onderhoud
-kaart.
1. Tap de olie af uit de motor. Zie het gedeelte
Olie verversen
.
2. Verwijder de oliefilter (
E
) en gooi deze op de juiste manier weg. Zie Afb. 11.
3. Smeer, voordat U het nieuwe oliefilter installeert, de filterpakking in met verse,
schone olie.
4. Installeer het oliefilter met de hand tot de pakking de oliefilteradapter raakt, draai het
oliefilter dan nog 1/2 tot 3/4 slag vast.
5. Vul olie bij. Zie het gedeelte
Olie bijvullen
.
6. Start de motor en laat deze draaien. Controleer terwijl de motor opwarmt op
olielekkages.
7. Zet de motor uit en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de “full”
markering (
J
) op de peilstok zitten (Afbeelding 2).
Olie bijvullen
•
Plaats de motor waterpas.
•
Reinig rond de olievulopening.
•
Raadpleeg het hoofdstuk
Specificaties
voor de oliecapaciteit.
1. Verwijder de peilstok (
G
) en veeg deze af met een schone doek (Afb. 2).
2. Giet de olie langzaam in de olietank van de motor (
H
).
Niet te vol gieten.
Wacht na
het vullen van de olie één minuut en controleer het oliepeil dan weer.
3. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
4. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de
“full” markering (
J
) op de peilstok zitten.
5. Breng de peilstok weer aan en draai hem vast.
Luchtfilter onderhouden -
Afb.
12
WAARSCHUWING
Benzine en haar dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
•
Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtreiniger (indien de motor
hiermee is uitgerust) of verwijderd luchtfilter (indien de motor hiermee is
uitgerust).
OPGEPAST:
Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om de luchtfilter te reinigen.
Perslucht kan de filter beschadigen en oplosmiddelen zullen de filter oplossen.
1. Verwijder het bevestigingsmateriaal (
A
) en het luchtfilterdeksel (
B
). Afb. 12.
Not for Reproduction
Содержание Professional 850 120000
Страница 91: ...91 N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...