6
www.BRIGGSandSTRATTON.com
Veiligheid van de gebruiker
II. Gebruik op hellingen
Hellingen vormen een belangrijk gevaar vanwege de
kans op struikelen en vallen waardoor ernstig letsel kan
ontstaan. Op elke helling moet u extra voorzichtig zijn. Als u
zich op een helling niet op uw gemak voelt, maai daar dan
niet.
Maai hellingen alleen
horizontaal, nooit op en neer.
Verwijder
objecten zoals stenen, boomtakken etc.
Let op
gaten, geulen of hobbels. Obstakels kunnen door
hoog gras aan het zicht worden onttrokken.
Maai
niet
in de buurt van steile hellingen, greppels
of wallen. De gebruiker kan zijn houvast of evenwicht
verliezen.
Maai niet
op overmatig steile hellingen.
Maai niet
op zeer steile hellingen (maximaal 10°) of
plaatsen met een zeer ruwe bodem. Wees zeer voorzichtig
bij het van richting veranderen op hellingen.
Maai niet als
het gras nat is. Door minder grip zou u
kunnen uitglijden.
III. Kinderen
Er kunnen zich tragische ongelukken voordoen indien
de gebruiker van de grasmaaier niet bedacht is op de
aanwezigheid van kinderen. Kinderen worden vaak
aangetrokken door de maaier en de bijbehorende
activiteiten. Ga er nooit vanuit dat kinderen op de plaats
zullen blijven staan waar u ze het laatst zag.
1. Houd kinderen uit de buurt van de maaiplaats en zorg
dat een andere verantwoordelijke volwassene goed op
hen let.
2. Wees alert en schakel de handmaaier uit als kinderen in
de buurt komen.
3. Kijk, voordat en terwijl u achterwaarts loopt, of er achter
u en omlaag kleine kinderen aanwezig zijn.
4. Geef kinderen nooit toestemming om de handmaaier te
gebruiken.
5. Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde
hoeken, struiken, bomen of andere voorwerpen die het
zicht kunnen beperken.
IV. Onderhoud
1. Wees extra voorzichtig bij de omgang met benzine en
andere brandstoffen. Het zijn ontvlambare producten
met explosieve dampen.
a. Gebruik uitsluitend een goedgekeurde jerrycan.
b. Nooit met draaiende motor de tankdop verwijderen
of bijtanken. Laat de motor afkoelen voordat
bijgetankt wordt. Niet roken.
c. Nooit de machine binnenshuis bijtanken.
d. Sla de machine of jerrycan nooit binnenshuis op
waar zich een open vlam, zoals in een geiser of
boiler, bevindt.
e. Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet
dat buiten gebeuren. De afgetapte brandstof moet
worden bewaard in een container die speciaal
voor brandstofopslag is bestemd of moet zorvuldig
worden afgevoerd.
f. Oude olie en benzine moeten zorgvuldig in containers
worden gegoten die specifiek voor olie en benzine
ontworpen zijn.
g. Gevulde containers moeten voor recyclen voorzichtig
vervoerd worden naar een scheidingscentrum.
2. Laat een motor nooit binnenshuis of in een gesloten
ruimte lopen.
3. Voer geen afstellingen of reparaties uit wanneer
de motor loopt. Ontkoppel de bougiekabel en houd
deze weg van de bougie om per ongeluk starten te
voorkomen (verwijder de contactsleutel bij elektrisch
gestarte motoren). Draag altijd oogbescherming als u
afstellingen of reparaties verricht.
4. Controleer regelmatig of de motorbevestigingsbouten
nog vast zitten.
5. Zorg dat alle moeren en bouten goed vastzitten
en houd de maaier in goede toestand. Controleer,
nadat onderdelen werden vervangen, of de
bevestigingsmiddelen goed vastzitten.
6. Knoei nooit met veiligheidsvoorzieningen. Controleer
regelmatig of ze goed werken.
7. Tijdens onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
aan de handmaaier mag deze nooit worden (om)
gekanteld tenzij dit specifiek in deze Handleiding wordt
voorgeschreven. Service- en reparatieprocedures
kunnen worden uitgevoerd met de loopmaaier in
rechtopstaande positie. Sommige werkzaamheden
kunnen gemakkelijker worden uitgevoerd als de maaier
op een verhoogd platform of werkblad wordt gezet.
8. Verwijder achtergebleven gras, bladeren of ander vuil
om het brandgevaar te verminderen. Neem gemorste
olie of benzine op. Laat de handmaaier afkoelen
voordat u deze opbergt.
9. Schakel de maaier uit en inspecteer deze nadat u een
voorwerp hebt geraakt. Repareer de maaier, indien
nodig, alvorens u hem opnieuw te starten.
10. Maak altijd de bougiekabel los voordat u reinigings-,
reparatie- of afstelwerkzaamheden verricht.
11. Wijzig de instelling van de motorregelaar niet en laat de
motor niet te snel lopen.
12. Reinig en vervang, indien nodig, veiligheids- en
instructiestickers.
13. Om de motor tegen oververhitting te beschermen, moet
het motorvuilfilter altijd zijn gemonteerd en regelmatig
worden gereinigd.
14. Controleer de handmaaier voordat u deze opbergt.
15. Gebruik alleen originele of goedgekeurde
reserveonderdelen.
16. Vervang het snijmes door een snijmes dat door de
fabrikant is goedgekeurd.
No
t fo
r
Rep
rod
uct
ion
Содержание MXUA19675EX
Страница 163: ...N o t f o r R e p r o d u c t i o n ...